Vergunningen voor behandeling aangeboren hartafwijkingen
Klink verleent een vergunning aan het Erasmus MC, het LUMC en het UMCG voor cardiologische ingrepen bij mensen met een aangeboren hartafwijking.
Dat zei hij vandaag toen hij het advies van de Commissie kinderhartinterventies in ontvangst nam, en schreef hij in een brief aan de Kamer. De commissie heeft het zorgaanbod voor patiënten met een aangeboren hartafwijking onderzocht, om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Kwaliteitscriteria
De commissie adviseert een aantal kwaliteitscriteria. Klink ziet die als criteria voor verantwoorde zorg in het belang van de patiënt. Hij verplicht naleving van die criteria dan ook op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen. De criteria gaan over het aantal chirurgen dat een centrum in huis moet hebben en het aantal ‘hartinterventies’ die zij minimaal per jaar moeten uitvoeren.
Vergunningen
Op basis van die criteria is er in Nederland ruimte voor 3 centra die cardiologische ingrepen bij patiënten met een aangeboren hartafwijking mogen uitvoeren. Door het concentreren van de zorgverlening wordt de kwaliteit beter geborgd.
Klink volgt het advies van de commissie en verleent de vergunningen aan het LUMC in Leiden, het UMCG in Groningen en het Erasmus MC in Rotterdam. Universitaire instellingen die geen vergunning krijgen (AMC, UMCU en UMC St. Radboud) moeten hun activiteiten zo snel als verantwoord afbouwen. Niet-universitaire ziekenhuizen moeten hun activiteiten direct staken en patiënten doorverwijzen naar 1 van de 3 vergunninghoudende centra. De vergunninghoudende centra moeten wel bereid zijn samenwerking aan te gaan met UMC’s die geen vergunning hebben.
Begeleiding
Om het proces goed te laten verlopen stelt Klink een begeleidingscommissie in, die rapporteert over de voortgang tijdens de overgangsperiode. Daarin zullen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen in ieder geval plaatsnemen. Tot de begeleidingscommissie is ingesteld zal de Commissie Kinderhartinterventies zorgdragen voor de continuïteit van het overgangsproces.