Aantal scholen met zorg- en adviesteam stijgt gestaag
Het aantal scholen in Nederland met een zorg- en adviesteam (ZAT) stijgt gestaag. Om ervoor te zorgen dat in 2011 alle scholen in het primair- en voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs over een ZAT beschikken, wordt de zorg voor jongeren in en om de school wettelijk vastgelegd.
Dat schrijven minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) en staatssecretarissen Sharon Dijksma en Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) in een brief aan de Tweede Kamer.
De afgelopen jaren zijn overal in Nederland ZAT's ontstaan vanuit een behoefte van onderwijs, gemeenten, provincies en hulpverleningsinstanties. In ZAT's bieden professionals - samen met scholen - zorg en ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders, om problemen van kinderen en jongeren op te lossen.
Wettelijke borging
In de brief laten de bewindspersonen weten dat het aantal scholen dat werkt met een ZAT gestaag stijgt. Om de kabinetsdoelstelling - 100% dekking van goedwerkende ZAT's in 2011 in alle onderwijssectoren - te halen en om de rol van het onderwijs in het jeugdbeleid zo scherp mogelijk te benoemen, is volgens het kabinet een wettelijke borging nodig. Daarom komt in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs te staan dat onderwijsinstellingen de plicht hebben om samen te werken in de jeugdketen en om ontwikkelings- en opvoedrisico's vroegtijdig te signaleren en te melden.