Kabinet vraagt SER om advies over bio-based economy

Op welke manier moet Nederland actie ondernemen om de bio-based economy te stimuleren? Welke gebieden in Nederland lenen zich voor de ontwikkeling van biobased activiteiten? Welke balans tussen voedsel en producten die van biomassa worden gemaakt is nodig zodat er voldoende voedsel geproduceerd kan worden en er voldoende biomassa is voor de productie van duurzame producten? Welke rol hebben de werkgevers, werknemers en de overheid bij het stimuleren van de bio-based economy? Dat zijn de vragen die minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Sociaal Economische Raad (SER) voorlegt.

Fossiele grondstoffen als olie en gas worden schaars. Dat heeft als mogelijk gevolg dat producten zoals plastic straks niet meer gemaakt kunnen worden van olie. De overgang naar een economie die is gebaseerd op biomassa vindt nu al plaats. Zo worden er verf, coatings en plastic gemaakt van plantaardige stoffen. Ook worden er al biobrandstoffen bijgemengd. De chemie heeft ambitieuze doelstellingen voor het gebruiken van biomassa. Nederland richt zich op technische mogelijkheden waarbij alle onderdelen van een plant optimaal worden gebruikt. Dit gebeurt door eerst de stoffen met de hoogste economische toegevoegde waarde voor bijvoorbeeld medicijnen eruit te halen, de vezels vervolgens te gebruiken voor bouwmaterialen om ten slotte de restanten te gebruiken voor het opwekken van energie. Dit heet bioraffinage.

Nederland wil op het gebied van de bio-based economy een rol van betekenis spelen. Daarbij is het van belang dat de agro-industrie, de chemie, de energiesector en de logistieke sector meer gaan samenwerken. Dit zijn vier sectoren waar Nederland sterk in is. Het kabinet heeft zich een aantal ambities gesteld. Deze zijn eerder verwoord in de overheidsvisie op de biobased economy in de energietransitie. Het gaat dan om efficiënter gebruik van biomassa door bioraffinage, marktontwikkeling van biobased producten, de wereldwijde duurzame productie van biomassa en het stimuleren van de productie van groen gas en elektriciteit. het kabinet zet stappen om deze ambitie waar te maken en vraagt daarbij het oordeel van de SER. Op die manier wordt een stevige basis gelegd voor de uitvoering van de ambities. Het advies zal naar verwachting in het voorjaar van 2010 gereed zijn.