Afsluiting 'Yes, we Care!'

‘ Vandaag heeft u mij versterkt in zowel de analyse van wat er aan de hand is met de AWBZ als de aanpak voor de komende jaren om de uitdagingen met succes het hoofd te kunnen bieden’, dat zei staatssecretaris Bussemaker in haar slottoespraak.

Dames en heren,

Wat een dag is het geweest! Vanmorgen vertelde ik u al reikhalzend naar vandaag te hebben uitgekeken en ik moet zeggen dat u mijn stoutste dromen heeft overtroffen.

We hebben gebruikers van langdurige zorg aan het woord gehad met Johnny de Mol. We hebben professionals gehoord over hun werk. ‘Toekomstkijkers’ zoals Paul Schabel en Paul Ostendorp hebben ons verteld over de toekomst van de langdurige zorg. We hebben gezien dat er stevige uitdagingen zijn. De arbeidsmarkt, de betaalbaarheid, de kwaliteit en de inhoudelijke focus van de AWBZ.

Tegelijkertijd hebben we vandaag met eigen ogen kunnen zien hoe rijk de sector is aan energie, aan creatieve mensen, aan betrokkenheid en diversiteit. We hebben initiatieven gezien uit alle hoeken van het land, van een mantelzorgwoning tot ICT. Op dit congres gingen uitersten zoals menselijkheid en bekostiging hand in hand. Dat allemaal gericht op die ene vraag: hoe verbeteren we de langdurige zorg?

Ik heb vandaag zelf ook weer gezien hoe hard er gewerkt wordt aan het beantwoorden van die vraag. Van de NPCF, LOC en een groep zorgaanbieders heb ik een gezamenlijke visie ontvangen op de verpleegkundige zorg. Ik heb vandaag zorg-voor-beter certificaten uitgereikt. Verpleegkundigen hebben hun betrokkenheid uitgedrukt in een petitie met hun wens om de best mogelijke zorg te leveren aan cliënten. Een petitie die door vele duizenden collega’s is ondertekend. De NPCF heeft de stem van de cliënt die in een instelling woont een plek gegeven via een speciale website.

Wat een energie op één dag. Ik denk dat u trots mag zijn op u zelf. Ik als staatssecretaris ben er trots op dat ik hier mag staan.

Vandaag heeft u mij versterkt in zowel de analyse van wat er aan de hand is met de AWBZ als de aanpak voor de komende jaren om de uitdagingen met succes het hoofd te kunnen bieden.

Ik herhaal de vier speerpunten waar ik vanmorgen – het lijkt alweer een eeuwigheid geleden – over heb gesproken:

  1. Geef de zorg weer terug aan de mensen zelf;

  2. Geef de cliënt meer regie;

  3. Pak de bureaucratie aan;

  4. Zorg voor toezicht en heldere bestuursverantwoordelijkheden.

Gehoord hebbende de beraadslagingen van vandaag zou ik daar nog een vijfde speerpunt aan willen toevoegen: verder kijken dan de cliënt. We hebben vandaag uitvoerig gesproken over vrijwilligers en mantelzorgers. Van betekenis kunnen zijn voor andere mensen, andere mensen kunnen helpen, is dat niet een van de meest waardevolle dingen in het leven? Grote bedrijven, zoals Berenschot en Menzis, herkennen die fundamentele menselijke behoefte en geven medewerkers daarom de ruimte om in bedrijfstijd vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in de zorg. Dat maakt hen tot aantrekkelijkere werkgevers. Bedrijven zelf krijgen er ook wat voor terug in de vorm van arbeidskrachten die midden in het leven staan en daardoor inhoudelijk van grotere waarde zijn voor het bedrijf.

Als ik die gedachte omdraai, vind ik dat wij van zorginstellingen mogen gaan vragen om eveneens actief onderdeel te willen zijn van de samenleving. Ik gebruik deze gelegenheid daarom om hen aan te moedigen om verder te kijken dan de cliënt zelf. Immers, als een instelling er niet in slaagt om de kinderen van ouderen of de ouders van gehandicapten aan zich te binden, hoe weten die instellingen dan wat hun cliënten echt nodig hebben? No man is an island, entire of itself, schreef de Britse auteur John Donne al bijna vier eeuwen geleden. Een zorginstelling die midden in de samenleving staat, kan haar cliënten betere zorg bieden.

Ik wees er vanmorgen al op en ben daar vandaag verder in bevestigd: de grote verbetermogelijkheden zijn geen toekomstmuziek maar realiteit. Laat de dag nog eens in uw gedachten terug komen. Voor alle vijf speerpunten hebben we vandaag heel concreet en tastbaar kunnen zien hoe het kan. De methoden en technieken zijn er. Laten we daarom haast maken met het boeken van concrete resultaten op deze prioriteiten. We hebben vandaag op het congres, in workshops en rondetafelgesprekken gezien en ervaren hoe dat moet. Er hoeft niet eens zo veel ontwikkeld te worden. Het is nu vooral een kwestie van de handen uit de mouwen!

Daarom heb ik, voor het sluiten van de markt vandaag, een uitdaging voor u. Begin september start ik een nieuw stimuleringsprogramma om datgene wat al kan, in te gaan voeren in uw eigen instelling. We kennen in de langdurige zorg al vele programma’s waarin wordt ontwikkeld en geëxperimenteerd. Een logische volgende stap is de invoering van het geleerde. Ik wil met 300 van de instellingen in de langdurige zorg afspreken dat we de slag naar de toekomst versneld gaan maken. Het is tijd om de volgende stap zetten en de daad bij het woord voegen.

Graag wil ik de volgende afspraak maken. Als u deze uitdaging aan wilt gaan, datgene wat we vandaag geleerd hebben in de praktijk uit wilt voeren, stel ik de faciliteiten beschikbaar u te ondersteunen. Dan gaan we samen aan de slag. Natuurlijk moet het op maat voor uw instelling worden gemaakt. Samen stellen we dan, uitgaande van heldere verantwoordelijkheden, de cliënt centraal, geven we de zorg terug aan de professional en bannen we de bureaucratie uit.

Deal? Of geen deal?

Voor het aanmelden vraag ik nog even uw geduld. Intekenen kan vanaf 1 september. U hebt zich allen aangemeld voor dit congres op de website http://www.langdurigezorg.nl/ Hou deze website in de gaten. De komende dagen en weken zal er meer nieuws komen op deze website. U kunt daar zelf ook op mee gaan denken.

Laten we samen zeggen: 'Yes, we Care!'

Iedereen wel thuis, dank u wel!