Subsidie voor donatie bij leven
Vanaf 1 juni 2009 kunnen donoren subsidie krijgen voor bepaalde kosten die zij moeten maken, als gevolg van de donatie. De subsidieregeling geldt voor mensen die bij leven een nier of een stukje lever doneren.
Er is in Nederland een tekort aan donororganen van mensen die overleden zijn. Daardoor zijn er steeds meer mensen die bij leven een nier of stukje lever doneren. In 2008 waren er 418 levende nierdonaties, in 2000 waren dat er 174.
Onnodige drempel
Minister Klink wil onnodige drempels voor donatie bij leven verkleinen. De onkosten die bij donatie komen kijken, kunnen een mogelijke drempel vormen in de keuze om wel of niet te doneren. Door de subsidieregeling wil Klink dat mensen een weloverwogen keus kunnen maken of ze bij leven willen doneren. De Nierstichting ontving gedurende een aantal jaren een rijksbijdrage waarmee een onkostenvergoeding aan donoren bij leven werd verstrekt. Deze subsidieregeling is een voortzetting hiervan.
Soorten kosten
Tot 1 jaar na donatie kan er subsidie aangevraagd worden voor bepaalde kosten die niet door andere instanties gecompenseerd worden. Een voorwaarde is dat de kosten een direct gevolg zijn van de donatie. Het gaat bijvoorbeeld om:
inkomstenderving bij zelfstandigen zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering;
medische kosten die niet door de zorgverzekeraar worden vergoed;
eigen bijdrage aan de gemeente voor Wmo-hulp;
reis- en verblijfkosten;
opvang van kinderen;
een vast bedrag voor diverse kleine kostenposten (zoals gebruiksartikelen voor een verblijf in het ziekenhuis).
Subsidie aanvragen
Mensen die bij leven een nier of een stukje lever hebben gedoneerd kunnen voor bepaalde kosten subsidie aanvragen bij de Nierstichting. Naar verwachting wordt de regeling voor de subsidie met ingang van 2011 door een publieke organisatie uitgevoerd. Tot die tijd voert de Nierstichting de regeling uit. Aanvragen kan door een aanvraagformulier op te sturen. Binnen 1 jaar na donatie moet de aanvraag met bijlagen opgestuurd zijn. Voor grote kostenposten moet de aanvrager aantonen dat de kosten werkelijk zijn gemaakt, aan de hand van betalingsbewijzen. De Nierstichting keert vervolgens de subsidie namens de minister uit.