Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over de bevoorrading van de Nederlandse Antillen met virusremmers
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2931984
28 mei 2009
Antwoorden van minister Klink, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over de bevoorrading van de Nederlandse Antillen met virusremmers (2009Z08850).
Vraag 1
Is het waar dat er een afspraak is tussen de Nederlandse regering en de Nederlandse Antillen, gemaakt door toenmalig minister Hoogervorst, dat voor de Nederlandse Antillen in geval van een grieppandemie 100.000 eenheden virusremmers als Tamiflu beschikbaar zouden zijn?
Vraag 2
Hoeveel virusremmers van de 5 miljoen die Nederland heeft gereserveerd zijn bestemd voor de Nederlandse Antillen?
Antwoord 1 en 2
Bij de voorraadvorming van antivirale middelen voor Nederland en Aruba & de Antillen is ervan uitgegaan dat tijdens een grieppandemie dertig procent van de bevolking ziek wordt. Op basis van dit percentage is de voorraad van 5 miljoen kuren tot stand gekomen. Daarmee heeft Nederland voldoende antivirale middelen beschikbaar voor Nederland - en voor de Nederlandse Antillen en Aruba - om de verspreiding van een nieuw griepvirus in de kiem te smoren en om zieken te behandelen in het geval van een grieppandemie.
Vraag 3
Is het waar dat de bedoeling is dat er slechts 1000 eenheden virusremmers als noodvoorraad naar de Nederlandse Antillen gaan? Zo ja, hoe rijmt u dit met de bestaande afspraak om 100.000 eenheden virusremmers aan de Nederlandse Antillen te leveren?
Antwoord 3
Uit de centrale voorraad van de Nederlandse overheid is een noodvoorraad van 1000 kuren ter beschikking gesteld aan de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit betreft een noodvoorraad die bedoeld is om incidentele patiënten te kunnen behandelen.
De overige antivirale middelen voor Nederland en voor de Nederlandse Antillen en Aruba die ingezet kunnen worden tijdens een grieppandemie, liggen op een centrale plek opgeslagen en zullen – ook in Nederland - pas worden verspreid wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft.
Vraag 4
Deelt u de mening dat in geval van de constatering van een geval van de Mexicaanse griep op de Nederlandse Antillen het van belang is dat snel virusremmers beschikbaar zijn? Zo ja, bent u bereid een grotere hoeveelheid virusremmers voor de Nederlandse Antillen beschikbaar te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja. Zie mijn antwoorden op de vragen 1, 2 en 3.
Vraag 5
Wilt u deze vragen binnen een week beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.