Antwoorden op kamervragen van Dibi over het omzeilen van het verbod op dierproeven

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2922815

25 mei 2009

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Dibi aan minister Klink over het omzeilen van het verbod op dierproeven. (2009Z05533)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Verbod op dierproeven makkelijk te omzeilen’? 1)

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Is het u bekend dat bedrijven het verbod op dierproeven makkelijk kunnen omzeilen?

Antwoord 2

Nee

Vraag 3

Zijn u concrete gevallen bekend waarin bedrijven het verbod op dierproeven proberen te omzeilen?

Antwoord 3

Nee

Vraag 4

Bent u bereid de praktijk aan te pakken dat bedrijven, die naast cosmetica nog andere producten produceren, dit aanwenden om toch dierproeven te doen met cosmetische ingrediënten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het is in Nederland al sinds 5 februari 1997 verboden om op grond van de Wet op de Dierproeven cosmetische eindproducten en ingrediënten te testen.
Het testen van ingrediënten van andere productgroepen, mits aan de daarbij gestelde voorwaarden ten aanzien van het verrichten van dierproeven is voldaan, is toegestaan.

Vraag 5

Bent u bereid met een negatieflijst te komen van cosmetische ingrediënten die niet getest mogen worden op dieren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Elke chemische stof kan in principe in cosmetica gebruikt worden en het testen daarvan is voor cosmetische doeleinden verboden. Een negatieve lijst voegt niets toe aan het bestaande verbod om cosmetica te testen.

Vraag 6

Op welke wijze houdt u toezicht op het naleven van het verbod op dierproeven voor cosmetische ingrediënten?

Antwoord 6

De VWA controleert bij bedrijven de ter beschikking te houden dossiers, waarin een risico-evaluatie van de ingrediënten is opgenomen, waarbij resultaten van toxicologisch onderzoek met proefdieren kunnen zijn vermeld.
In het jaarverslag proefdieren en dierproeven (“Zo doende”) geeft de VWA een uitgebreid overzicht van de registraties van proefdieren en dierproeven van alle vergunninghouders.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het zou bijdragen aan het verminderen van het dierproeven als alle proeven openbaar geregistreerd worden in een centrale database? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het is naar mijn mening niet het openbaar maken van alle dierproeven dat bijdraagt aan het vervangen, verminderen, verfijnen van dierproeven. Het gaat vooral om het uitwisselen van kennis over alternatieve methoden.
In de kabinetsvisie Alternatieven voor Dierproeven (Tweede Kamer, 2007-2008, 30 168, nr 4) gaat het kabinet in op de inzet op het ontwikkelen, de acceptatie en implementatie van alternatieven volgens de principes van vervanging, vermindering en verfijning (3V’s).
Het vergroten van de open(baar)heid over dierproeven draagt bij aan het maatschappelijk debat over de noodzaak van dierproeven. Vergunninghouders en Dieren Experimenten Commissies werken aan het vergroten van de openheid zoals de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ik u daar over hebben geïnformeerd (Tweede Kamer, 2007-2008, 30168 en 27428, nr 3).

1) Nu.nl, 13 maart 2009