Jaarcongres Kamer van Koophandel

Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 21 april 2009 te Scheveningen.

Dames en heren,

Heel veel dank voor de uitnodiging om u vandaag toe te spreken.

In deze tijd, waarin we ongekende maatregelen nemen om de economische crisis het hoofd te bieden, vind ik het bij uitstek prettig om u, als ondernemers, te ontmoeten.

En ik kan geen betere plek bedenken om dat te doen dan hier. De regio is de motor van de nationale economie. Een van de mooie dingen van de Kamers van Koophandel is de regionale opzet. Dat is uitermate nuttig. Niet alleen voor ondernemers zelf: de diensten zijn altijd dicht bij huis te vinden. En ze kunnen ook met elkaar gemakkijk in contact komen. Daardoor wordt de onderlinge binding versterkt.

Maar het feit dat ik in alle regio’s, dankzij de Kamers van Koophandel met ondernemers in contact kan komen is ook andersom uitermate nuttig. Zo kunnen wij vandaag rechtstreeks met elkaar spreken. Een paar weken terug deed ik dat in Arnhem. Een volgende keer kan ik dat in een andere regio. Met een centrale opzet zou dat nooit kunnen. De Kamer van Koophandel verkleint de afstand tussen ondernemer en overheid.

Waarom vind ik het prettig om u, als ondernemer te kunnen ontmoeten in een tijd van economische crisis? Dat heeft alles ermee te maken dat het ondernemers zijn die de gevolgen van de crisis het eerst en hardst voelen zijn ondernemers. Zij zijn degenen die het merken als men de hand op de knip houdt.

Paradoxaal genoeg is naar mijn overtuiging dié groep die nu het hardst getroffen wordt óók de groep die ons uit de crisis kan trekken.

U heeft nu een overheid nodig die ondernemerschap stimuleert; maar wij als overheid hebben u nodig.

De bevordering van ondernemerschap ligt mij na aan het hart. Twee jaar geleden was ik zelf nog ondernemer. De Nederlandse economie draait om ondernemerschap. Vanuit mijn fiscale portefeuille en mijn bemoeienis met het verminderen van regeldruk, probeerde ik daar zoveel mogelijk aan bij te dragen. De huidige situatie is een reden te meer om op die weg verder te gaan.

Crisis

Om te beginnen een terugblik.
De onrust op de financiële markten begon eigenlijk met te risicovolle hypotheken in de Verenigde Staten. Burgers konden niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Banken kwamen hierdoor in grote problemen.

Deze financiële dreiging sloeg over naar Europa (en de rest van de wereld). Ook hier bleken financiële instellingen beleggingen te hebben in risicovolle producten. Banken kwamen in de problemen. De onrust sloeg toe.

Vertrouwen is een bijzonder begrip: het is niet tastbaar, er zit veel psychologie bij. Maar er is wel degelijk een relatie met de ‘echte wereld’. Als het vertrouwen wegvalt in de financiële instellingen, krijg je de gevolgen, zoals we nu aan den lijve ondervinden.

Ook voor mij waren de laatste maanden bijzonder. Ik heb in verband met de kredietcrisis enkele bijzondere ervaringen mogen hebben in de laatste maanden.

Ik herinner me goed dat ik samen met de minister-president, de minister van Financiën en de president van De Nederlandsche Bank in een vliegtuig stapte naar Brussel om die finale deal te sluiten in verband met Fortis. Op de residentie van de Belgische premier Leterme werd stevig onderhandeld. In de vroege ochtenduren van de vrijdag werd de overeenkomst beklonken. Balkenende, Bos en Wellink vlogen ‘s middags terug naar Nederland.
Met een aantal adviseurs werden vervolgens nog de contracten opgesteld. En in de loop van de middag kon het koopcontract worden ondertekend.

Doordat ik nog het enige aanwezige Nederlandse kabinetslid was, mocht ik de laatste puntjes op de i zetten bij de onderhandelingen over de voorwaarden.
Uiteindelijk kon ik de handtekening zetten onder een bedrag van 16,8 miljard euro. Het Nederlandse onderdeel van Fortis alsmede ABN-AMRO was daarmee in handen van de Nederlandse staat gekomen.

Een vraag die vaak gesteld wordt, is waarόm we miljarden investeren in de financiële sector? Wat hebben we hier als burgers en bedrijven aan? Het is van het grootste belang dat het geldverkeer niet in gevaar komt. Als er geen betalingen meer gedaan kunnen worden, ontstaat er chaos. Zonder (systeem)banken valt de financiële infrastructuur weg. Bedrijven krijgen dan geen geld meer uitgekeerd. U krijgt dan geen loon meer. U kunt uw rekeningen dan niet meer betalen. U kunt dan geen boodschappen meer doen. Etc. Dat is wat er gebeurt als alle vertrouwen wegvalt.

In november mocht ik in Washington de G20-top bijwonen. Vertegenwoordigers die samen 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigen zaten hier aan tafel. Drie speerpunten heb ik gemarkeerd bij onze Nederlandse inbreng:

  • de noodzaak tot een verbeterd toezicht, met daarbij een prominentere rol van de Bretton Woodsinstellingen (het IMF en de Wereldbank),
  • het tegengaan van perverse prikkels (zoals die bonussen welke uitsluitend gebaseerd zijn op korte termijn winsten zonder rekening te houden met lange termijn stabiliteit),
  • en tenslotte de noodzaak van vrije wereldhandel, toegeven aan de roep tot protectionisme zou de situatie alleen maar verergeren. In dat kader heb ik ook opgeroepen tot een snelle hervatting en succesvolle afronding van de besprekingen over een nieuw handelsakkoord (de zogenaamde Doha ronde die nu al zeven jaar bezig is).

Op 13 en 14 maart vond in Londen een bijeenkomst plaats van de Ministers van Financiën en centrale bank presidenten van de G20. Ook daar mocht ik Nederland vertegenwoordigen.

En ook in eigen land hebben we een akkoord kunnen sluiten over het pakket crisismaatregelen.

Fiscaal pakket

We stimuleren de economie in de jaren dat dit noodzakelijk is. In 2011 zal, Het pakket aan maatregelen waarmee we de crisis te lijf gaan is bedoeld om de economie draaiende te houden. Het kabinet stimuleert de economie door investeringen in de arbeidsmarkt, onderwijs en kennis, duurzaamheid en innovatie, energie, infrastructuur en woningbouw en liquiditeitsverruiming voor het bedrijfsleven. als de economie dat toelaat, een begin gemaakt worden met het herstel van de overheidsfinanciën. Daarnaast zijn er in het akkoord ook afspraken gemaakt over maatregelen die goed zijn voor de langtermijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Wat we in de rijksbelastingen niet zullen doen is bij gaan heffen. Door nu niet bij te gaan heffen, ondersteunen we de economie. De belastinginkomsten vallen in 2009 en 2010 ca. 40 miljard lager uit. Dat laten we zitten. Net als de lagere aardgasbaten en de hogere werkloosheidsuitkeringen. We noemen dat: de automatische stabilisatoren hun werk laten doen. Dat is een stimulering die onzichtbaar lijkt, maar het is een enorme bijdrage. Eind maart heb ik in het FD daar een stuk over geschreven om dit onder de aandacht te brengen.

Er zijn mensen die wat zuinig doen over het Nederlandse stimuleringspakket. Dat is dus volkomen ten onrechte! Als je het vergelijkt met andere landen dan is duidelijk dat ons stimuleringspakket zeer ruimhartig is. We stimuleren ondernemerschap in moeilijke tijden. We wakkeren de investeringen aan, en we geven innovatie de wind in de rug.

In 2009 en 2010 hebben we 1,1 miljard euro beschikbaar om ondernemerschap te bevorderen. Wat zit er dan in dat pakket?

De maandelijkse btw-aangifte zetten we om in een kwartaalaangifte. In 2009 levert dat ondernemers wat betreft liquiditeit maar liefst 8 miljard euro op. De kwartaalaangifte is een mogelijkheid: het hoeft niet. Als een ondernemer liever maandelijks aangifte blijft doen dan kan dat.

Verder mogen ondernemers voorlopige verliezen over 2008 nú al verrekenen. Dat levert ze bij elkaar 335 miljoen op. Het zijn eenvoudige en snel uitvoerbare maatregelen.

Om in het bijzonder innovatie te steunen verlagen we de loonbelasting voor R&D, de WBSO in overheidstaal, met 150 miljoen euro. Dat is goed voor zowel het innovatieve mkb als grote bedrijven.

Om duurzame investeringen te stimuleren gaat er meer geld naar willekeurige afschrijvingen (de Vamil) en naar de energie- en milieu-investeringsaftrek. De afschaffing van de vliegbelasting is een steun in de rug voor onze luchthavens.

Pakket Regeldruk

We vereenvoudigen de wet- en regelgeving voor het aannemen en in dienst hebben van personeel en verminderen de administratieve rompslomp rond 'kleine baantjes'. Het doen van loonaangifte wordt eenvoudiger. Dit bespaart zowel de ondernemers als de Belastingdienst veel rompslomp. De loonsomheffing is hiermee weer een stap dichterbij.

Daarnaast wordt het voor het MKB administratief eenvoudiger om mee te doen in een Europese aanbesteding.

Ook de regeldruk in de bouw wordt verminderd. Bijvoorbeeld de kosten voor het opvragen van NEN-normen worden verlaagd of mogelijk zelfs gratis.

Een actueel wetsvoorstel is een wijziging van de Wet op de omzetbelasting, dat ik medio maart bij de Tweede Kamer heb ingediend. Voor internationaal opererende ondernemers die handelen met ondernemers in andere EU-lidstaten of die in andere EU-lidstaten BTW in rekening gebracht krijgen wordt de BTW-afhandeling veel eenvoudiger. In bijvoorbeeld Duitsland verschuldigde BTW wordt door de afnemer in Duitsland aangegeven op diens BTW-aangifte. Dat hoeft dus niet meer op de factuur van de Nederlandse ondernemer. En ondernemers die in Europese lidstaten BTW in rekening gebracht krijgen, kunnen die BTW via de Nederlandse belastingdienst terugvragen in één verzoek voor alle EU-lidstaten. Dit kan straks elektronisch via een portalsite van de Belastingdienst.

Een andere recente vereenvoudiging waar ik even bij stil wil staan is het digitaal factureren. Bedrijven sturen elkaar jaarlijks zo’n 500 miljoen facturen om de BTW te kunnen verrekenen. Het is nu mogelijk om facturen volledig elektronisch te verzenden en te bewaren; een papieren factuur is dan niet meer nodig voor de Belastingdienst.
Dat besluit heb ik genomen in afwachting van de EU-discussie over regelgeving voor e-facturen.
Ik maak me daar hard voor. Het volledig digitaal facturen leveren het bedrijfsleven een besparing op van naar verwachting 600 miljoen euro per jaar.
Dan ga ik ervan uit dat ongeveer 50% van de bedrijven dan binnen een paar jaar gebruik van elektronische facturen maken.

Het mooie aan dit hele pakket is dat het het bedrijfsleven 1 miljard euro oplevert, terwijl het de belastingbetaler niets extra's kost.

Dames en heren,

Ik hoop u te hebben laten zien dat het de regering menens is. We doen er alles aan om de economie te versterken en op die manier de crisis het hoofd te bieden.

U als ondernemers speelt daarin een cruciale rol. Zonder ondernemerschap kan de Nederlandse economie niet functioneren; dat was in het verleden zo en dat zal ook zo zijn ion de toekomst.

Daarom stel ik vertrouwen in u: in de hoop dat u vertrouwen heeft in de toekomst. Pessimisme is een slechte raadgever!
Ik ben er in elk geval van overtuigd dat wij sterker uit deze crisis zullen komen dan we erin gingen. Ik reken erop dat u dat ook bent.