Motivaction seminar

Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 26 maart 2009 te Amsterdam.

Dames en heren,

Het afgelopen halfjaar is er een dat ik niet snel zal vergeten. Nu heb ik sowieso al best een interessant bestaan. Maar de gebeurtenissen van Winter 2008-2009 zijn zonder meer indrukwekkend te noemen. Failliete financiële instellingen, spaargeld dat in rook opging, nationale overheden die banken opkopen, ondernemers die niet aan de slag kunnen. Woningen in de uitverkoop, alom dalende prijzen. De ene reorganisatie na de andere. Sanering op sanering. Duizenden mensen op straat. Kelderende beurzen.

Krijgen onze kleinkinderen in de geschiedenisles dit te horen over 2008? Ja, dit is het verhaal. En tegelijk zeg ik: maar het verhaal is nog niet af: het wordt een spannende thriller, maar met een happy end.

Eerst maar even een terugblik.

De onrust op de financiële markten begon eigenlijk met te risicovolle hypotheken in de Verenigde Staten. Superbelegger Warren Buffet sprak van een “economic Pearl Harbor”. Burgers konden niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Banken kwamen hierdoor in grote problemen. De angst brak uit dat de nog wél betalende huizenbezitters hun hypotheeklasten ook niet meer zouden kunnen opbrengen.

Deze financiële dreiging sloeg over naar Europa (en de rest van de wereld). Ook hier bleken financiële instellingen beleggingen te hebben in risicovolle producten. Banken kwamen in de problemen. De onrust sloeg toe.

Burgers en bedrijven begonnen zich af te vragen of ze financiële instellingen nog wel konden vertrouwen. En financiële instellingen vroegen zich af of ze elkaar nog wel konden vertrouwen. Geld rolde ineens niet meer. Mensen probeerden hun geld massaal veilig te stellen.

Vertrouwen is een bijzonder begrip: het is niet tastbaar, er zit veel psychologie bij. Maar er is wel degelijk een relatie met de ‘echte wereld’. ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, zoals de Oudhollandse wijsheid luidt. Het vertrouwen moet ergens op gebaseerd zijn. Als die basis onder vuur ligt, neemt de psychologie de overhand en is het gedaan met het vertrouwen. Met alle gevolgen van dien, zoals we nu aan den lijve ondervinden.

Dan moet je als overheid ingrijpen, en dat hebben we gedaan zoals u weet.

Ook voor mij waren de laatste maanden bijzonder. Ik heb in verband met de kredietcrisis enkele bijzondere ervaringen mogen hebben in de laatste maanden, toen ik mocht waarnemen voor minister Bos.

Ik herinner me goed dat ik samen met de minister-president, de minister van Financiën en de president van De Nederlandsche Bank in een vliegtuig stapte naar Brussel om die finale deal te sluiten in verband met Fortis. Het was een donderdagavond. Weinigen waren op de hoogte van deze geheime operatie.

Op de residentie van de Belgische premier Leterme werd stevig onderhandeld. In de vroege ochtenduren van de vrijdag werd de overeenkomst beklonken. Balkenende, Bos en Wellink vlogen ‘s middags terug naar Nederland.
Met een aantal adviseurs werden vervolgens nog de contracten opgesteld. En in de loop van de middag kon het koopcontract worden ondertekend.

Doordat ik nog het enige aanwezige Nederlandse kabinetslid was, mocht ik de laatste puntjes op de i zetten bij de onderhandelingen over de voorwaarden. Uiteindelijk kon ik de handtekening zetten onder een bedrag van 16,8 miljard euro. Het Nederlandse onderdeel van Fortis alsmede ABN-AMRO was daarmee in handen van de Nederlandse staat gekomen.

Een vraag die vaak gesteld wordt, is waarόm we miljarden investeren in de financiële sector? Wat hebben we hier als burgers en bedrijven aan?

Het is van het grootste belang dat het geldverkeer niet in gevaar komt. Als er geen betalingen meer gedaan kunnen worden, ontstaat er chaos. Zonder (systeem)banken valt de financiële infrastructuur weg. Bedrijven krijgen dan geen geld meer uitgekeerd. U krijgt dan geen loon meer. U kunt uw rekeningen dan niet meer betalen. U kunt dan geen boodschappen meer doen. Etc.. Dat is wat er gebeurt als alle vertrouwen wegvalt.

Dat is een situatie die per se voorkomen diende te worden. Niet-ingrijpen in de financiële sector was en is echt ondenkbaar!

In november mocht ik in Washington de G20-top bijwonen. Vertegenwoordigers die samen 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigen zaten hier aan tafel. Drie speerpunten heb ik gemarkeerd bij onze Nederlandse inbreng:

  • de noodzaak tot een verbeterd toezicht, met daarbij een prominentere rol van de Bretton Woodsinstellingen (het IMF en de Wereldbank),
  • het tegengaan van perverse prikkels (zoals die bonussen welke uitsluitend gebaseerd zijn op korte termijn winsten zonder rekening te houden met lange termijn stabiliteit),
  • en tenslotte de noodzaak van vrije wereldhandel, toegeven aan de roep tot protectionisme zou de situatie alleen maar verergeren. In dat kader heb ik ook opgeroepen tot een snelle hervatting en succesvolle afronding van de besprekingen over een nieuw handelsakkoord (de zogenaamde Doha ronde die nu al zeven jaar bezig is).

In de slotverklaring zijn de elementen zoals door Nederland ingebracht goed herkenbaar als onderdeel van de leidende principes. Daartoe zijn de G20 landen een commitment aangegaan om snel actie te ondernemen en het in de slotverklaring genoemde beleid ook daadwerkelijk te implementeren.

Op 13 en 14 maart vond in Londen een bijeenkomst plaats van de Ministers van Financiën en centrale bank presidenten van de G20. Ook daar mocht ik Nederland vertegenwoordigen.

Twee onderwerpen voerden de boventoon tijdens de bijeenkomst:

  1. het herstellen van de economische groei en het weer op gang brengen van de kredietverlening.
  2. Het versterken van de financiële sector

Sinds de bijeenkomst in Washington zijn de negatieve gevolgen voor de reële economie steeds sterker geworden. Een gezamenlijke aanpak is nodig om een wereldwijde recessie te bestrijden. Daarbij is een groot aantal afspraken gemaakt. Ik noem er drie:

  • We moeten protectionisme bestrijden. De internationale gemeenschap moet niet de fouten uit het verleden maken, waarbij landen hun toevlucht nemen in nationalisme en zich afkeren van internationale handel en samenwerking.
  • Alle landen zijn bereid om alles te doen opdat de financiële sector kan blijven functioneren. Dit gebeurt via liquiditeitssteun, kapitaalinjecties en het aanpakken van de besmette assets.
  • Alle landen leveren een belangrijke bijdrage aan het economisch herstel door budgettaire stimulering. Het IMF is gevraagd om een overzicht maken van de maatregelen die zijn genomen.

Dit is echt een tijd dat historische gebeurtenissen zich opstapelen. Ook in minder vrolijke zin: de belastingopbrengsten zijn volgend jaar 25 miljard euro lager dan we een aantal maanden geleden nog dachten. En dan heb ik het nog niet gehad over de lagere aardgasopbrengsten en de hogere uitgaven. Per saldo een verslechtering van de overheidsfinanciën met iets minder dan 40 miljard euro.

Ons wacht een uitdaging om het slechte financiële beeld binnen een concreet tijdpad te verbeteren zonder daarbij de economie extra pijn te doen. Een moeilijke, maar naar mijn idee zeer zeker geen onmogelijke discussie. Problemen zijn er genoeg. Het is de kunst te zoeken naar oplossingen.

Wat we in de rijksbelastingen in ieder geval niet zullen doen is bij gaan heffen. Daarmee bewijs je een economie die in een diepe recessie zit bepaald geen dienst, integendeel. Door nu niet bij te gaan heffen, ondersteunen we de economie. Met de automatische stabilisatie van de belastinginkomsten is in 2009 en 2010 een bedrag gemoeid van ca. 65 miljard.

De begrippen ‘vertrouwen’ en ‘kredietcrisis’ worden deze dagen vaak in één adem genoemd. Het is niet zo dat de kredietcrisis de katalysator was voor het werken aan vertrouwen. We zijn daar al enige jaren mee bezig.

Vertrouwen is essentieel voor het functioneren van de economie. Vertrouwen kun je als overheid onder andere bevorderen door middel van transparantie. En voor de goede orde: dat is dus iets heel anders dan blind vertrouwen, een vertrouwen gebaseerd op het niet snappen hoe het in elkaar zit, wat één van de oorzaken is van de huidige mondiale financiële crisis.

Vertrouwen opbouwen door, over en weer, belastingdienst en belastingplichtige, transparant te zijn, waardoor bij het toezicht een verschuiving kan optreden van wantrouwen naar vertrouwen.

Dat heet bij de Belastingdienst ‘Horizontaal Toezicht’. De Belastingdienst heeft intussen al de nodige ervaring opgedaan met horizontaal toezicht en dat bevalt goed, voor alle partijen.

De Belastingdienst is in 2005 voor de belastingheffing een pilot gestart voor horizontaal toezicht. Het doel is om in wederzijds vertrouwen te komen tot een goede, open relatie tussen de Belastingdienst en de cliënt, waarin snel zekerheid kan worden geboden, gewerkt wordt in de actualiteit en waarbij minder intensief toezicht achteraf noodzakelijk is.

We hebben inmiddels ervaring opgedaan met horizontaal toezicht bij grote bedrijven, bij middelgrote ondernemingen en bij het MKB.

Bij grote ondernemingen wordt aan horizontaal toezicht invulling gegeven door het sluiten van handhavingsconvenanten. Zo’n handhavingsconvenant is een afspraak over de wijze en de intensiteit van het toezicht. Het komt erop neer dat de onderneming de Belastingdienst vooraf informeert over alle voorziene fiscale risico’s. De Belastingdienst geeft dan direct zekerheid over de fiscale gevolgen daarvan. Zo weet iedereen meteen waar hij aan toe is. Die zekerheid is voor beide partijen erg prettig. Doordat je werkt aan onderling vertrouwen kan het toezicht achteraf minder frequent en intensief. Dat geeft minder administratieve lasten. De pilot was dan ook een groot succes. En had een positieve invloed op ons vestigingsklimaat. Daarom heb ik het vorig jaar ook sterk uitgebreid.

Bij de middelgrote ondernemingen is ook een rol weggelegd voor de intermediairen zoals accountants en belastingadviseurs. Zowel wat betreft de externe controle bij individuele bedrijven als de ontwikkeling van mogelijke standaardonderdelen van de interne beheersing.
Bij het MKB zijn de brancheorganisaties onze gesprekspartners. We werken daar aan convenanten waarin we knelpunten per branche oplossen.

Horizontaal toezicht bespaart een onderneming veel tijd, geld en onnodig risico. Het geeft rechtszekerheid en stabiliteit. En die komen voort uit vertrouwen dat je in elkaar durft te stellen. En, dankzij goede en heldere afspraken met elkaar, kun je dat vertrouwen ook in elkaar stellen.

De Belastingdienst is met deze vorm van toezicht trendsettend in de wereld. Zo hoorde ik laatst dat ook Zuid-Korea het concept van horizontaal toezicht van ons gaat overnemen.

Horizontaal toezicht is ook een voorbeeld van hoe de Belastingdienst erin slaagt om het makkelijker te maken voor belastingplichtigen, in dit geval voor bedrijven en andere organisaties.

De Belastingdienst is, zoals u weet, er altijd op uit om de dingen makkelijker te maken, zoals de slogan zegt. Dat is menens. Dat proberen we zowel in onze interne procedures als in onze relatie met belastingplichtigen.

Een recente vereenvoudiging waar ik even bij stil wil staan is het digitaal factureren. Bedrijven sturen elkaar jaarlijks zo’n 500 miljoen facturen om de BTW te kunnen verrekenen. Het is nu mogelijk om facturen volledig elektronisch te verzenden en te bewaren; een papieren factuur is dan niet meer nodig voor de Belastingdienst.
Dat besluit heb ik genomen in afwachting van de EU-discussie over regelgeving voor e-facturen. Ik maak me daar hard voor. Het volledig digitaal facturen leveren het bedrijfsleven een besparing op van naar verwachting 600 miljoen euro per jaar. Dan ga ik ervan uit dat ongeveer 50% van de bedrijven dan binnen een paar jaar gebruik van elektronische facturen maken. Dit kost de belastingbetaler overigens geen cent. Zowel grote als kleine bedrijven profiteren; voor 3 enveloppen niet meer naar de brievenbus te hoeven lopen is ook handig!

Voor burgers maken we het ook makkelijke, met de Vooringevulde Aangifte bijvoorbeeld waarmee we dit jaar succesvol zijn gestart.

Dames en heren,

Vorige week las ik een berichtje dat ik u niet wil onthouden. Iemand heeft het platform I E D P, oftewel Iedereen Elke Dag Plezier, opgericht op het zakelijk netwerk LinkedIn. Iedereen Elke Dag Plezier roept op de ‘krachten te bundelen en uit de huidige crisis te klimmen’. In anderhalve week groeide het ledenbestand explosief van 100 naar bijna 2000 leden. Volgens de initiator is het IEDP-platform een verzamelplaats voor mensen die inzien dat de kansen in de toekomst liggen, niet in het verleden.

Omdat een economische crisis met veel psychologie gepaard gaat is positief denken heel belangrijk en ook zinvol. Ook realisten hebben geen excuus om niet positief te denken. Daar is niks mis mee: als je goed nadenkt over oplossingen heb je reden om positief te zijn.