Diner Turkse ondernemers
Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 30 maart 2009 te Zeist.
Dames en heren,
Ik vind het geweldig dat u mij heeft uitgenodigd om hier te zijn. Zoals u weet, van huis uit ben ik ondernemer. Ik weet wat het is om je eigen bedrijf te runnen. Het is prachtig om eigen baas te zijn. Je werkuren te bepalen. Alhoewel dát er meestal niet van komt. U weet vast nog wel andere voordelen te bedenken.
Naast de vele voordelen is eigen baas zijn niet altijd leuk. Vooral voor ondernemers vallen deze tijden niet mee. De kredietcrisis heeft wereldwijd de markten doen schudden. Ook de Nederlandse economie is getroffen.
Juist in deze tijden heeft Nederland mensen nodig met durf en ambitie. Mensen die hun nek durven uitsteken. Ondernemende mensen, zoals u.
Deze tijd vraagt ook om een overheid die in actie komt en ondernemers de ruimte geeft aan de slag te gaan.
Wij doen er alles aan de gevolgen van de kredietcrisis tegen te gaan. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Een terugblik. De onrust op de financiële markten begon eigenlijk met te risicovolle hypotheken in de Verenigde Staten.
Burgers konden niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Banken kwamen hierdoor in grote problemen. De angst brak uit dat de nog wél betalende huizenbezitters hun hypotheeklasten ook niet meer zouden kunnen opbrengen.
Deze financiële dreiging sloeg over naar Europa (en de rest van de wereld). Ook hier bleken financiële instellingen beleggingen te hebben in risicovolle producten. Banken kwamen in de problemen. De onrust sloeg toe.
Burgers en bedrijven begonnen zich af te vragen of ze financiële instellingen nog wel konden vertrouwen. En financiële instellingen vroegen zich af of ze elkaar nog wel konden vertrouwen. Geld rolde ineens niet meer. Mensen probeerden hun geld massaal veilig te stellen.
Vertrouwen is een bijzonder begrip: het is niet tastbaar, er zit veel psychologie bij. Maar er is wel degelijk een relatie met de ‘echte wereld’. ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, zoals de Oudhollandse wijsheid luidt. Het vertrouwen moet ergens op gebaseerd zijn. Als die basis onder vuur ligt, neemt de psychologie de overhand en is het gedaan met het vertrouwen. Met alle gevolgen van dien, zoals we nu aan den lijve ondervinden.
Dan moet je als overheid ingrijpen, en dat hebben we gedaan zoals u weet.
Ook voor mij waren de laatste maanden bijzonder. Ik heb in verband met de kredietcrisis enkele bijzondere ervaringen mogen hebben in de laatste maanden, toen ik mocht waarnemen voor minister Bos.
Ik herinner me goed dat ik samen met de minister-president, de minister van Financiën en de president van De Nederlandsche Bank in een vliegtuig stapte naar Brussel om die finale deal te sluiten in verband met Fortis. Het was een donderdagavond. Weinigen waren op de hoogte van deze geheime operatie.
Op de residentie van de Belgische premier Leterme werd stevig onderhandeld. In de vroege ochtenduren van de vrijdag werd de overeenkomst beklonken. Balkenende, Bos en Wellink vlogen ‘s middags terug naar Nederland.
Met een aantal adviseurs werden vervolgens nog de contracten opgesteld. En in de loop van de middag kon het koopcontract worden ondertekend.
Doordat ik nog het enige aanwezige Nederlandse kabinetslid was, mocht ik de laatste puntjes op de i zetten bij de onderhandelingen over de voorwaarden. Uiteindelijk kon ik de handtekening zetten onder een bedrag van 16,8 miljard euro. Het Nederlandse onderdeel van Fortis alsmede ABN-AMRO was daarmee in handen van de Nederlandse staat gekomen.
Een vraag die vaak gesteld wordt, is waarόm we miljarden investeren in de financiële sector? Wat hebben we hier als burgers en bedrijven aan?
Het is van het grootste belang dat het geldverkeer niet in gevaar komt. Als er geen betalingen meer gedaan kunnen worden, ontstaat er chaos. Zonder (systeem)banken valt de financiële infrastructuur weg. Bedrijven krijgen dan geen geld meer uitgekeerd. U krijgt dan geen loon meer. U kunt uw rekeningen dan niet meer betalen. U kunt dan geen boodschappen meer doen. Etc.. Dat is wat er gebeurt als alle vertrouwen wegvalt.
Dat is een situatie die per se voorkomen diende te worden. Niet-ingrijpen in de financiële sector was en is echt ondenkbaar!
In november mocht ik in Washington de G20-top bijwonen. Vertegenwoordigers die samen 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigen zaten hier aan tafel. Drie speerpunten heb ik gemarkeerd bij onze Nederlandse inbreng:
- de noodzaak tot een verbeterd toezicht, met daarbij een prominentere rol van de Bretton Woodsinstellingen (het IMF en de Wereldbank),
- het tegengaan van perverse prikkels (zoals die bonussen welke uitsluitend gebaseerd zijn op korte termijn winsten zonder rekening te houden met lange termijn stabiliteit),
- en tenslotte de noodzaak van vrije wereldhandel, toegeven aan de roep tot protectionisme zou de situatie alleen maar verergeren. In dat kader heb ik ook opgeroepen tot een snelle hervatting en succesvolle afronding van de besprekingen over een nieuw handelsakkoord (de zogenaamde Doha ronde die nu al zeven jaar bezig is).
In de slotverklaring zijn de elementen zoals door Nederland ingebracht goed herkenbaar als onderdeel van de leidende principes. Daartoe zijn de G20 landen een commitment aangegaan om snel actie te ondernemen en het in de slotverklaring genoemde beleid ook daadwerkelijk te implementeren.
Op 13 en 14 maart vond in Londen een bijeenkomst plaats van de Ministers van Financiën en centrale bank presidenten van de G20. Ook daar mocht ik Nederland vertegenwoordigen.
Ik heb mij daar hard voor de volgende punten:
- Crisismanagement als prioriteit.
- Doorzetten van hervorming van de financiële sector. De financiële sector moet weer een dienstbare rol gaan spelen in de economie.
- Op het gebied van beloningsbeleid in de financiële sector en internationaal toezicht wil Nederland versterkte afspraken maken.
- Nederland wil de middelen van het IMF verdubbelen. Opkomende landen en ontwikkelingslanden mogen niet het kind van de rekening worden.
We hebben een groot aantal afspraken gemaakt. Ik noem er drie:
- We moeten protectionisme bestrijden. De internationale gemeenschap moet niet de fouten uit het verleden maken, waarbij landen hun toevlucht nemen in nationalisme en zich afkeren van internationale handel en samenwerking.
- Alle landen zijn bereid om alles te doen opdat de financiële sector kan blijven functioneren. Dit gebeurt via liquiditeitssteun, kapitaalinjecties en het aanpakken van de besmette assets.
- Alle landen leveren een belangrijke bijdrage aan het economisch herstel door budgettaire stimulering.
Al met al ben ik tevreden met de uitkomsten. Voor de buitenwereld verloopt het internationale proces misschien traag. Maar ik zie gelukkig duidelijk voortgang sinds de G20 vergadering van november in Washington. We moeten niet vergeten dat dit een complexe crisis is, die wereldwijd de economie raakt. Het gevoel van urgentie wordt door alle landen gezamenlijk ervaren. We hebben goede afspraken gemaakt om het financiële systeem te versterken zodat in de toekomst dit soort crises niet meer zullen voorkomen.
Dit is echt een tijd dat historische gebeurtenissen zich opstapelen. Ook in minder vrolijke zin: de belastingopbrengsten zijn volgend jaar 25 miljard euro lager dan we een aantal maanden geleden nog dachten. En dan heb ik het nog niet gehad over de lagere aardgasopbrengsten en de hogere uitgaven.
Per saldo een verslechtering van de overheidsfinanciën met iets minder dan 40 miljard euro.
Ons wacht een uitdaging om het slechte financiële beeld binnen een concreet tijdpad te verbeteren zonder daarbij de economie extra pijn te doen. Een moeilijke, maar naar mijn idee zeer zeker geen onmogelijke discussie. Problemen zijn er genoeg. Het is de kunst te zoeken naar oplossingen.
Zoals u weet hebben we een akkoord kunnen sluiten over het pakket crisismaatregelen.
Het pakket aan maatregelen is bedoeld om de economie draaiende te houden.
Het kabinet stimuleert de economie door investeringen in de arbeidsmarkt, onderwijs en kennis, duurzaamheid en innovatie, energie, infrastructuur en woningbouw en liquiditeitsverruiming voor het bedrijfsleven. We stimuleren de economie in de jaren dat dit noodzakelijk is. In 2011 zal, als de economie dat toelaat, een begin gemaakt worden met het herstel van de overheidsfinanciën. Daarnaast zijn er in het akkoord ook afspraken gemaakt over maatregelen die goed zijn voor de lange-termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën.
Eén van de maatregelen voor bedrijven om sterker uit de crisis te komen is een extra regeldrukvermindering van 1 miljard euro.
We hebben gekozen voor maatregelen waarmee we snel aan de slag kunnen.
We vereenvoudigen de wet- en regelgeving voor het aannemen en in dienst hebben van personeel en verminderen de administratieve rompslomp rond 'kleine baantjes'. Het doen van loonaangifte wordt eenvoudiger gemaakt. Dit bespaart zowel de ondernemers als de Belastingdienst veel rompslomp. De loonsomheffing is hiermee weer een stap dichterbij. Het mooie aan dit pakket is dat het het bedrijfsleven 1 miljard euro oplevert, terwijl het de belastingbetaler niets extra's kost.
Ook verdwijnt de verplichting voor MKB-bedrijven met minder dan 10 werknemers en een omzet van minder dan 1 miljoen euro om een jaarrekening op te stellen.
Wat we in de rijksbelastingen in ieder geval niet zullen doen is bij gaan heffen. Daarmee bewijs je een economie die in een diepe recessie zit bepaald geen dienst, integendeel. Door nu niet bij te gaan heffen, ondersteunen we de economie. Met de automatische stabilisatie van de belastinginkomsten is in 2009 en 2010 een bedrag gemoeid van ca. 65 miljard.
Dames en heren,
Degenen die de gevolgen van de crisis het eerst en hardst voelen zijn ondernemers. Zij zijn degenen die het merken als men de hand op de knip houdt.
Paradoxaal genoeg is naar mijn overtuiging die groep die nu het hardst getroffen wordt ook de groep die ons uit de crisis kan trekken. De financiële crisis doet een uiterst beroep op ons creatief vermogen. Het vermogen tot innovatie is bij uitstek iets dat je tegenkomt bij ondernemers. Innoverend vermogen en creativiteit zijn bijna synoniem met ondernemerschap. Ondernemen, dat is oplossingen bedenken, kansen zien en grijpen en aanpakken.
Bevordering van ondernemerschap is juist nu heel belangrijk. Ik ben daar al een paar jaar mee bezig. Pakt u het laatste Belastingplan er nog maar eens bij: daar zitten veel maatregelen in die ondernemerschap bevorderen.
Ik vind dat je als overheid niet in de weg moet staan van ondernemers. Integendeel, we moeten er alles aan doen om het ondernemerschap aan te moedigen. Dit kan door vereenvoudiging van regels. En door het financieel aantrekkelijk te maken. Zo heb ik ervoor gezorgd dat in het Belastingplan van dit jaar een verlaging zit van de belastingdruk voor mkb-ers met een vennootschap. Dat is gunstig voor mkb-ers met personeel.
Nederland zou Nederland niet zijn zonder ondernemers. We hebben creatieve, ondernemende geesten nodig. Daarom zet ik mij in voor de bevordering van innovatie en ondernemerschap.
Ik heb me in de tijd dat ik ondernemer was altijd geërgerd over onnodig ingewikkelde regeltjes en de administratieve rompslomp die je alleen maar van je werk afhoudt.
Ik denk dan even terug aan de tijd dat ik mijn eigen bedrijf startte. Mijn studievriend en ik waren op een zolderkamertje net begonnen. Op een dag viel er een envelop van het GAK op de mat: een aanslag van 60.000 gulden voor premies werknemersverzekeringen. We konden bezwaar maken. Maar wel eerst even betalen!
Waar het om gaat is eenvoudig: regels moeten ondernemen mogelijk maken, niet belemmeren. Waarom doen we elkaar dat aan, dat teveel aan knellende en belemmerende regels?
Als je over die vraag nadenkt, kom je vooral tot de conclusie dat het probleem is ontstaan uit wantrouwen en angst. Hoe meer wantrouwen, hoe meer en hoe gedetailleerdere regels. Hoe meer angst, des te meer indekgedrag door regels op te stellen. Er bestaat ook een neiging om alle problemen op te lossen met nog meer regels. Ieder risico willen we uitsluiten. Het gevolg is een steeds ondoordringbaarder woud van regelgeving.
Hoe gaan we ermee aan de slag? Hoe gaan we die vermindering van administratieve lasten bereiken? Daarover kan ik kort zijn: dat kan de overheid niet alleen. Als je resultaten wilt boeken die echt merkbaar zijn, dan moeten alle partijen met elkaar samenwerken.
Overheden onderling en ook de overheid met ondernemers en brancheorganisaties.
Het kan en het moet allemaal eenvoudiger.
We boeken inmiddels ook resultaten. Ik noem een paar voorbeelden:
- De Eerstedagsmeldingen zijn sinds 1 januari afgeschaft.
- Je hoeft een ziekmelding van een werknemer pas in de 42e week door te geven aan het UWV, dat was in de 13e week. Het herstel hoef je helemaal niet meer te melden. Dus: minder meldingen en dat scheelt tijd.
- Bezwaar tegen een belastingaanslag hoef je niet meer op papier in te dienen, dat kan voortaan online. Bezwaar tegen inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting kan nu elektronisch. Ook correcties op je aangifte Omzetbelasting dien je nu online in.
- De jaarrekening die je als kleine ondernemer deponeert bij de Kamer van Koophandel mag sinds boekjaar 2007 gebaseerd zijn op fiscale grondslagen. Het is dus dezelfde als die je naar de belastingdienst stuurt, je hoeft geen aparte meer te maken.
Die lastenvermindering, vermindering van de administratieve lasten, moet ook gestalte krijgen bij de Belastingdienst. Dat lukt ook, sterker nog: de Belastingdienst is daarin trendsetter in de wereld.
De Belastingdienst is, zoals u weet, er altijd op uit om de dingen makkelijker te maken, zoals de slogan zegt.
Dat is menens. Dat proberen we zowel in onze interne procedures als in onze relatie met belastingplichtigen.
Een heel recente vereenvoudiging waar ik even bij stil wil staan is het digitaal factureren. Bedrijven sturen elkaar jaarlijks zo’n 500 miljoen facturen om de BTW te kunnen verrekenen. Het is nu mogelijk om facturen volledig elektronisch te verzenden en te bewaren; een papieren factuur is dan niet meer nodig voor de Belastingdienst.
Dat besluit heb ik genomen in afwachting van de EU-discussie over regelgeving voor e-facturen. Ik maak me daar hard voor. Het volledig digitaal facturen leveren het bedrijfsleven een besparing op van naar verwachting 600 miljoen euro per jaar. Dan ga ik ervan uit dat ongeveer 50% van de bedrijven dan binnen een paar jaar gebruik van elektronische facturen maken. Dit kost de belastingbetaler overigens geen cent.
Zowel grote als kleine bedrijven profiteren; voor drie enveloppen niet meer naar de brievenbus te hoeven lopen is ook handig!
Dames en heren, ik rond af.
Zoal ik al zei: ik ben trots op u en op wat u doet. U toont lef en ambitie. Blijft u dat vooral doen. Ondernemen, ook in deze tijd. Wat zeg ik, juist in deze tijd. U heeft precies in huis wat nodig is om de huidige economische situatie het hoofd te bieden.
Ik heb heel veel vertrouwen in het ondernemend vermogen van de Nederlandse samenleving. Mijn inzet is u niet in de weg te staan als overheid en waar mogelijk ondernemerschap te bevorderen. Dat is geen beleid dat we nu pas bedacht hebben door de kredietcrisis. Het kabinet heeft hierop vanaf het begin ingezet. Het zijn ook mijn persoonlijke speerpunten.
Ondernemen in moeilijke tijden, dat is waar we voor staan. Ik doe niet aan pessimisme. Ik weet zeker dat dat ook voor u geldt. Ook realisten hebben geen excuus om niet positief te denken. Daar is niks mis mee: als je goed nadenkt over oplossingen heb je reden om positief te zijn.
Vandaag vieren we de eerste Top 100-bijeenkomst. Dat er nog veel mogen volgen!