Congres ING
Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 11 maart 2009 te Amsterdam
[INTRO]
In het programma staat mijn verhaal aangekondigd onder de titel: fiscaliteit en de kredietcrisis. Ik heb de actualiteit mee: afgelopen vrijdag berichtte de Telegraaf over het plan van drie hoogleraren om met een fiscale recessiewet de crisis te lijf te gaan.
Ik was in mijn reactie op het plan niet meteen heel enthousiast. Maar het plan laat in ieder geval wel zien, dat de fiscaliteit knoppen biedt waaraan je kunt draaien om bepaalde economische effecten te bewerkstellingen.
Ik zal niet en detail op het voorstel ingaan. Ik vond het jammer dat het plan zich alleen richt op grote ondernemingen. Dat betekent dat de rekening bij het midden- en kleinbedrijf terecht komt. Juist ook door de dekking van het voorstel: verhoging van het belastingtarief voor het MKB-bedrijf! Wat ik er ook in miste was aandacht voor innovatie. Op dat laatste punt kom ik straks graag nog even terug.
[CRISIS]
Eerst maar even een terugblik.
De onrust op de financiële markten begon eigenlijk met te risicovolle hypotheken in de Verenigde Staten. Superbelegger Warren Buffet sprak van een “economic Pearl Harbor”. Burgers konden niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Banken kwamen hierdoor in grote problemen.
Deze financiële dreiging sloeg over naar Europa (en de rest van de wereld). Ook hier bleken financiële instellingen beleggingen te hebben in risicovolle producten. Banken kwamen in de problemen. De onrust sloeg toe.
Burgers en bedrijven begonnen zich af te vragen of ze financiële instellingen nog wel konden vertrouwen. En financiële instellingen vroegen zich af of ze elkaar nog wel konden vertrouwen. Geld rolde ineens niet meer. Mensen probeerden hun geld massaal veilig te stellen.
Vertrouwen is een bijzonder begrip: het is niet tastbaar, er zit veel psychologie bij. Maar er is wel degelijk een relatie met de ‘echte wereld’. ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, zoals de Oudhollandse wijsheid luidt. Het vertrouwen moet ergens op gebaseerd zijn. Als die basis onder vuur ligt, neemt de psychologie de overhand en is het gedaan met het vertrouwen. Met alle gevolgen van dien, zoals we nu aan den lijve ondervinden.
Dan moet je als overheid ingrijpen, en dat hebben we gedaan zoals u weet.
Ook voor mij waren de laatste maanden bijzonder. Ik heb in verband met de kredietcrisis enkele bijzondere ervaringen mogen hebben in de laatste maanden, toen ik mocht waarnemen voor minister Bos, die uiteraard de portefeuillehouder op dit dossier is.
Ik herinner me goed dat ik samen met de minister-president, de minister van Financiën en de president van De Nederlandsche Bank in een vliegtuig stapte naar Brussel om die finale deal te sluiten in verband met Fortis. Het was een donderdagavond. Weinigen waren op de hoogte van deze geheime operatie.
Op de residentie van de Belgische premier Leterme werd stevig onderhandeld. In de vroege ochtenduren van de vrijdag werd de overeenkomst beklonken. Balkenende, Bos en Wellink vlogen ‘s middags terug naar Nederland.
Met een aantal adviseurs werden vervolgens nog de contracten opgesteld. En in de loop van de middag kon het koopcontract worden ondertekend.
Doordat ik nog het enige aanwezige Nederlandse kabinetslid was, mocht ik de laatste puntjes op de i zetten bij de onderhandelingen over de voorwaarden. Uiteindelijk kon ik de handtekening zetten onder een bedrag van 16,8 miljard euro. Het Nederlandse onderdeel van Fortis alsmede ABN-AMRO was daarmee in handen van de Nederlandse staat gekomen.
Een vraag die vaak gesteld wordt, is waarόm we miljarden investeren in de financiële sector? Wat hebben we hier als burgers en bedrijven aan?
Het is van het grootste belang dat het geldverkeer niet in gevaar komt. Als er geen betalingen meer gedaan kunnen worden, ontstaat er chaos. Zonder (systeem)banken valt de financiële infrastructuur weg. Bedrijven krijgen dan geen geld meer uitgekeerd. U krijgt dan geen loon meer. U kunt uw rekeningen dan niet meer betalen. U kunt dan geen boodschappen meer doen. Etc.. Dat is wat er gebeurt als alle vertrouwen wegvalt.
Dat is een situatie die perse voorkomen diende te worden. Niet-ingrijpen in de financiële sector was en is echt ondenkbaar!
In november mocht ik in Washington de G20-top bijwonen. Vertegenwoordigers die samen 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigen zaten hier aan tafel.
Onze premier had zijn best gedaan om Nederland hierbij ook aan tafel te krijgen. En terecht, Nederland is de 16e economie ter wereld en moest hier gewoon bij zijn. Helaas moest Jan Peter Balkenende wegens familieomstandigheden bij aankomst in Washington meteen huiswaarts gaan.
Vanaf dat moment werd ik ineens “regeringsleider” en toog naar het Witte Huis. De president stond mij al op te wachten. Het diner hadden we vervolgens in een prachtige zaal in de Westwing. Achter elk van de ruim twintig mensen aan tafel stond een eigen ober die op prachtig presidentieel servies de maaltijd serveerde. Ik zat naast de president van Rusland (Medvedev) en president Zapatero uit Spanje. Daarnaast zaten Bondskanselier Merkel, prime minister Brown en Commissievoorzitter Barosso.
President Bush memoreerde dat het uniek was dat de Regeringsleiders van de rijkste landen en de belangrijke opkomende economieën aan één tafel zitten. Een historisch moment dus, en erg bijzonder om daar bij te mogen zijn.
De volgende morgen startte de conferentie zelf. Namens Nederland voerde ik het woord, daarbij benadrukte ik namens Jan Peter Balkenende te spreken. Drie speerpunten heb ik gemarkeerd bij onze Nederlandse inbreng:
• de noodzaak tot een verbeterd toezicht, met daarbij een prominentere rol van de Bretton Woodsinstellingen (het IMF en de Wereldbank),
• het tegengaan van perverse prikkels (zoals die bonussen welke uitsluitend gebaseerd zijn op korte termijn winsten zonder rekening te houden met lange termijn stabiliteit),
• en tenslotte de noodzaak van vrije wereldhandel, toegeven aan de roep tot protectionisme zou de situatie alleen maar verergeren. In dat kader heb ik ook opgeroepen tot een snelle hervatting en succesvolle afronding van de besprekingen over een nieuw handelsakkoord (de zogenaamde Doha ronde die nu al zeven jaar bezig is).
In de slotverklaring zijn de elementen zoals door Nederland ingebracht goed herkenbaar als onderdeel van de leidende principes. Daartoe zijn de G20 landen een commitment aangegaan om snel actie te ondernemen en het in de slotverklaring genoemde beleid ook daadwerkelijk te implementeren. In april zal er weer een top zijn waar de voortgang daarvan wordt besproken. Al met al een goed en concreet resultaat, zeker als je ziet hoeveel landen betrokken zijn geweest.
[WAT NU]
En daar staan we nu. Wat te doen?
De crisis zal tot gevolg hebben dat de belastinginkomsten flink zullen dalen, omdat bedrijven minder winst maken, minder omzet maken en minder mensen in dienst hebben. Ook de inkomsten uit aardgas dalen flink.
Wat we in ieder geval niet zullen doen is bij gaan heffen. Daarmee bewijs je de economie bepaald geen dienst, integendeel. Dat we niet bijheffen, betekent een stimulans voor de economie. De automatische stabilisatie voor belastinginkomsten is voor 2009 en 2010 samen ca. 65 miljard.
Wat kunnen we vanuit de fiscaliteit wel doen in deze situatie? Heel eerlijk gezegd: de crisis oplossen met fiscale maatregelen, dat zal niet lukken. Maar, en dat is weer wel van belang, juist nu is het nodig om, ook op fiscaal gebied, de juiste keuzes te maken. Te draaien aan de juiste knoppen.
Dan heb ik het over de strategische overwegingen van waaruit je aan je fiscale maatregelen werkt. Je moet goed weten wat de Nederlandse economie nu nodig heeft. Dat zijn wat mij betreft twee dingen: ondernermschap, in het bijzonder innovatief ondernemerschap en transparantie.
Aan beide aspecten kun je vanuit de fiscaliteit een bijdrage leveren.
Eerst maar even het innovatief ondernemerschap.
De financiële crisis waar we door zijn getroffen doen een uiterst beroep op ons creatief vermogen.
Ondernemingen voelen de gevolgen van de crisis het hardst. Er wordt nu meer dan ooit een beroep gedaan op het innoverend vermogen van ondernemers.
Het goede nieuws is, dat innoverend vermogen en creativiteit bijna synoniem zijn met ondernemerschap. Ondernemen, dat is oplossingen bedenken, kansen zien en grijpen en aanpakken.
Eén van de speerpunten waaraan ik als staatssecretaris resultaat op wil boeken is dan ook de bevordering van innovatief ondernemerschap.
Hoe pan ik dat aan? Met name starters, innovatieve bedrijven en doorgroeiers zijn belangrijk. Daar trekt het kabinet ook geld voor uit.
Zo hebben we de WBSO vereenvoudigd. De WBSO is de wet die regelt dat er een afdrachtvermindering in de loonbelasting is voor bedrijven die aan research en development doen. De loonberekening per werknemer is vervallen. De eindafrekeningsaangifte is afgeschaft en er is nog maar één instantie bezig met de uitvoering, SenterNovem.
Een ander voorbeeld is de Octrooibox. De Octrooibox zorgt ervoor dat winsten die bedrijven maken met octrooien effectief tegen een veel lager tarief worden belast in de Vennootschapsbelasting, tegen 10% in plaats van 25,5%. Dat is echt een maatregel die bedoeld is om innovatie te bevorderen. Immateriële activa die voortvloeien uit een erkend R&D-project vallen ook onder de octrooibox, die daardoor toegankelijker voor het MKB is geworden.
Ik stel alles in het werk om het innovatief vermogen van ondernemers optimaal te doen ontwikkelen.
Dan de transparantie.
De huidige crisis laat goed zien hoe belangrijk vertrouwen is voor het functioneren van de economie. En hoe belangrijk met name transparantie is als je vertrouwen wilt realiseren.
Transparantie en vertrouwen zijn, als ik kijk naar mijn eigen portefeuille, thema’s die je in verschillende gedaanten steeds ziet terugkomen. Bijvoorbeeld ook bij het toezicht. Daar zien we al een aantal jaar een verschuiving van wantrouwen naar vertrouwen.
Het werken vanuit vertrouwen gaat daarbij hand in hand met een vergaand vereenvoudigde manier van werken.
Transparantie, vertrouwen en vereenvoudiging zijn begrippen die heel sterk met elkaar samenhangen.
Ik heb me in de tijd dat ik ondernemer was altijd geërgerd over onnodig ingewikkelde regeltjes. Over die administratieve rompslomp die je van je werk afhield.
Ik denk dan even terug aan de tijd dat ik mijn eigen bedrijf startte. Mijn studievriend en ik waren op een zolderkamertje net begonnen, en op een dag viel er een envelop van het GAK op de mat: een aanslag van 60.000 gulden voor premies werknemersverzekeringen. We konden bezwaar maken. Maar dat bezwaar kon alleen in behandeling worden genomen als we eerst zouden betalen.
Het kan en het moet allemaal eenvoudiger.
We boeken inmiddels ook resultaten. Ik noem een paar voorbeelden:
- Als zelfstandig ondernemer kun je tegenwoordig de aanvraag voor een VAR-verklaring bij de belastingdienst online invullen en versturen. Vroeger betekende dat een hoop tijdrovend papierwerk. Je hoeft ook geen VAR meer aan te vragen als zich gedurende drie jaar geen wijziging heeft voorgedaan.
- De Eerstedagsmeldingen zijn sinds 1 januari afgeschaft.
- Je hoeft een ziekmelding van een werknemer pas in de 42e week door te geven aan het UWV, dat was in de 13e week. Het herstel hoef je helemaal niet meer te melden. Dus: minder meldingen en dat scheelt tijd.
- Bezwaar tegen een belastingaanslag hoef je niet meer op papier in te dienen, dat kan voortaan online. Bezwaar tegen inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting kan nu elektronisch. Ook correcties op je aangifte Omzetbelasting dien je nu online in.
- De jaarrekening die je als kleine ondernemer deponeert bij de Kamer van Koophandel mag sinds boekjaar 2007 gebaseerd zijn op fiscale grondslagen. Het is dus dezelfde als die je naar de belastingdienst stuurt, je hoeft geen aparte meer te maken.
Die lastenvermindering, vermindering van de administratieve lasten, moet ook gestalte krijgen bij de Belastingdienst. Dat lukt ook, sterker nog: de Belastingdienst is daarin trendsetter in de wereld.
De Belastingdienst is, zoals u weet, er altijd op uit om de dingen makkelijker te maken, zoals de slogan zegt. Dat is menens. Dat proberen we zowel in onze interne procedures als in onze relatie met belastingplichtigen.
Dankzij het convenant voor de verkorte winstaangifte voor de vennootschapsbelasting kunnen ondernemers veel sneller hun aangifte indienen. Ondernemers hoeven dan nog maar 306 vragen te beantwoorden om hun aangifte af te ronden. In de gebruikelijke aangifte kan dat aantal tot vijf keer hoger liggen. Ongeveer 70% van alle ondernemers kunnen gebruik maken van een verkorte winstaangifte.
Een heel recente vereenvoudiging waar ik even bij stil wil staan is het digitaal factureren. Bedrijven sturen elkaar jaarlijks zo’n 500 miljoen facturen om de BTW te kunnen verrekenen. Het is nu mogelijk om facturen volledig elektronisch te verzenden en te bewaren; een papieren factuur is dan niet meer nodig voor de Belastingdienst.
Dat besluit heb ik genomen in afwachting van de EU-discussie over regelgeving voor e-facturen. Ik maak me daar hard voor. Het volledig digitaal facturen leveren het bedrijfsleven een besparing op van naar verwachting 600 miljoen euro per jaar. Dan ga ik ervan uit dat ongeveer 50% van de bedrijven dan binnen een paar jaar gebruik van elektronische facturen maken. Dit kost de belastingbetaler overigens geen cent. Zowel grote als kleine bedrijven profiteren; voor 3 enveloppen niet meer naar de brievenbus te hoeven lopen is ook handig!
[SLOT]
Dames en heren,
Ik heb u nog niet verteld waarheen ik dit jaar op vakantie ga! Dat collega Heemskerk naar Terschelling gaat heeft in ieder geval dit fiscale aspect, dat het goed is voor de toeristenbelasting van dit prachtige waddeneiland.
Maar zonder gekheid.
De tijd van ‘Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar’ is voorbij.
Protectionisme is een slechte raadgever in een globale economie.
Rockefeller zei ooit: “Ik heb altijd geprobeerd om iedere ramp in een kans te veranderen”. Dat heeft hem geen windeieren gelegd zoals u weet. Maar we kunnen het ter harte nemen. Dit is het moment om verstandige keuzes te maken. Ik kies daarbij voor ondernemen, innoveren en vereenvoudigen.
En wat we moeten doen is vertrouwen hebben. Vertrouwen in onze creativiteit, in onze ondernemerszin. Aan de slag!