Politieke partijen moeten zichzelf opnieuw uitvinden
Politieke partijen moeten zich veel nadrukkelijker programmatisch profileren. Partijen in en rond het midden zijn de afgelopen decennia teveel op elkaar gaan lijken. Partijen moeten ook nieuwe verbindingen met de samenleving aangaan. Niet alleen leden, maar ook donateurs moeten de mogelijkheid krijgen invloed uit te oefenen op programma, kandidatenlijsten en de keuze van een partijleider. (Geregistreerde) donateurs moeten gaan meetellen voor de overheidssubsidie die partijen krijgen. Ook ‘bewegingen’ die geen leden kennen, moeten op basis van het aantal donateurs dat zij hebben in aanmerking komen voor overheidssubsidie. Partijen moeten ongelimiteerd giften kunnen ontvangen, op voorwaarde dat de giften worden geregistreerd en openbaar gemaakt.
Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het advies ‘Democratie vereist partijdigheid. Politieke partijen en formaties in beweging.’ dat de Raad voor het openbaar bestuur heeft overhandigd aan minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Functieverlies van politieke partijen
De Raad analyseert de ontwikkeling met betrekking tot de vier kernfuncties van politieke partijen: de rekruteringsfunctie, de integratie- of programmeringfunctie, de representatiefunctie en de communicatiefunctie. Bij al deze functies is sprake van verlies. Het vertrouwen in politieke partijen is laag. Het ledental bedraagt in 2009 nog maar 2,5% van de kiesgerechtigden. Het aantal actieve leden is gedaald en partijen hebben steeds meer moeite om kandidaten te vinden voor politieke en bestuurlijke functies. Partijen zijn verder inhoudelijk steeds meer op elkaar gaan lijken. De ‘ontideologisering’ maakt dat een herkenbaar en scherp profiel ontbreekt. Veel politieke partijen zijn mede door de ontzuiling en de individualisering hun verbindingen met de samenleving kwijt geraakt. En het debat over politiek, waarin vroeger de politieke partijen een belangrijke rol speelden, is verplaatst naar vooral televisie en internet.
Aanbevelingen voor politieke partijen
Volgens de Raad moeten politieke partijen niet op voorhand het politieke midden en de consensus opzoeken. Herkenbaarheid en profilering door zich vertolker te maken van belangen, opvattingen en visies op de publieke zaak zijn nodig. In de tweede plaats zullen zij op basis van zo’n programma naar nieuwe verbindingen moeten zoeken met de samenleving, met de zogenoemde ‘alledaagse democratie’. Nieuwe middelen zoals webcommunities en virtuele actiegroepen kunnen daarbij helpen, denk aan de campagne die Obama heeft gevoerd. De Raad wil verder het donateurschap mogelijk maken bij partijen, als teken van verbondenheid zonder al te veel plichten om actief te worden in de partij. Net als leden zouden donateurs bij verkiezingen van lijsttrekker en partijvoorzitter, en de samenstelling van de kandidatenlijst een stem moeten hebben.
Aanbevelingen voor de overheid
De Raad stelt voor om de subsidiëring van politieke partijen niet alleen te baseren op het aantal zetels in de Tweede Kamer en het aantal leden, maar ook op het aantal donateurs. Verder moet het mogelijk worden dat ‘bewegingen’ die geen leden kennen, maar wel donateurs, subsidie krijgen op basis van het aantal donateurs, onder de voorwaarde dat deze donateurs openbaar geregistreerd staan. Voor lokale politieke groeperingen moet er een aparte subsidieregeling komen. Wat giften betreft, wil de Raad geen maximum stellen. Partijen moeten ongelimiteerd giften kunnen ontvangen. Hierbij geldt wel de voorwaarde dat de giften worden geregistreerd en openbaar gemaakt. De Raad verwacht dat deze transparantie de zelfregulering stimuleert.