Antwoorden op kamervragen van Dezentjé Hamming-Bluemink over probleemterreur bij consultatiebureaus
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2922350
27 april 2009
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Dezentjé Hamming-Bluemink aan minister Rouvoet over probleemterreur bij consultatiebureaus. (2009Z05396)
Vraag 1
Bent u bekend met de Vereniging Stevig Ouderschap?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat medewerkers van Stevig Ouderschap op huisbezoek gaan en dat ouders dan afzonderlijk van elkaar een vragenlijst moeten invullen om te zien of zij in aanmerking komen voor het programma?
Antwoord 2
Volgens mijn informatie bespreekt de jgz-professional tijdens het eerste standaard huisbezoek de methode Stevig Ouderschap met de ouders, verstrekt hierover een folder met meer informatie en verzoekt beide ouders de vragenlijst in te vullen. Als ouders bereid zijn de vragenlijst in te vullen, kan deze op een later tijdstip worden ingeleverd. Op basis van de antwoorden wordt bepaald of ouders in aanmerking komen voor deelname aan de methode Stevig Ouderschap. Dit betekent dat ouders gedurende 18 maanden zes extra huisbezoeken kunnen krijgen om hen te ondersteunen bij de opvoeding van hun kind.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat ouders hun hele hebben en houden bij een verpleegkundige uit de doeken moeten doen?
Antwoord 3
Ouders zijn niet verplicht de vragenlijst in te vullen. Het is hun eigen keuze. In de folder over Stevig Ouderschap die ouders ontvangen, staat dat deelname hieraan vrijwillig is. Ook moet de jgz-professional dit in het gesprek met de ouders aangeven.
Vraag 4
Wat is de legitimatie van de huisbezoeken? Hoe wordt dit gecommuniceerd met de ouders?
Antwoord 4
Ouders beslissen zelf of zij deel willen nemen. Zij krijgen vooraf informatie (gesprek, folder en website) en kunnen vragen stellen. Uit onderzoek (randomized controlled trial) tussen 2001 en 2005 is gebleken dat met Stevig Ouderschap kinderen zich zowel op lichamelijk als op sociaal-emotioneel vlak beter ontwikkelen. Ouders rapporteren zelf dat zij de ontwikkeling van hun kind beter begrijpen door de huisbezoeken en dat de verhoudingen binnen het gezin harmonieuzer zijn. Ook blijkt dat als gevolg van de huisbezoeken de kans op het ontstaan van problemen kleiner is geworden.
Vraag 5
Bent u bekend met de vragen? Zo ja, wat is uw inhoudelijk oordeel hierover?
Vraag 7
Kent u nummer 10 van de vragenlijst waarin de volgende stelling wordt geponeerd: In een goede opvoeding moet je een kind geregeld een pak slaag geven? Deelt u mijn mening dat deze vraag buiten alle proporties is? Deelt u de mening dat er geen ouder zal zijn die deze vraag met ‘ja’ zal beantwoorden? Wat is dan het nut van die vraag?
Antwoord 5 en 7
Ja, ik ben bekend met de vragen, maar ik heb hier als minister geen inhoudelijk oordeel over. Ik ondersteun het gebruik van effectieve methoden van hulp. Stevig Ouderschap is aangemerkt als een effectieve methode en is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut. De vragenlijst is op basis van wetenschappelijk onderzoek samengesteld.
Antwoord 6
Worden deze vragen opgenomen in het Elektronisch Kinddossier? Zo ja, zijn ouders hiervan op de hoogte?
Antwoord 6
De vragen en bijbehorende antwoorden zelf worden niet opgenomen in het Elektronisch Kinddossier (EKD). In het EKD wordt wel aangegeven wanneer ouders deel nemen aan deze methode.
Vraag 8
Deelt u de mening dat twee ouders prima in staat zijn een kind op te voeden zonder hulp van buren, tantes, ooms, kennissen, vrienden en andere mensen uit de omgeving?
Antwoord 8
Uit onderzoek is gebleken dat vooral voor kwetsbare gezinnen met een hoge draaglast en/of een beperkte draagkracht steun vanuit de omgeving onontbeerlijk is.
Vraag 9
Wat vindt u van het feit dat een jeugdverpleegkundige ouders uit Zoetermeer heeft opgedragen om deze vragenlijst in te vullen, met het argument dat het consultatiebureau anders overheidsfinanciering zou mislopen?
Antwoord 9
Ik ken dit specifieke incident niet. Een dergelijke handelswijze acht ik overigens niet juist.
Vraag 10
Deelt u de mening dat ouders op geen enkele wijze gedwongen mogen worden om een dergelijke lijst met vragen in te vullen, sterker nog, duidelijk gemaakt moet worden dat dit op vrijwillige basis is?
Antwoord 10
Ik deel de mening dat ouders op geen enkele wijze gedwongen mogen worden om een vragenlijst in te vullen. Deelname aan de methode Stevig Ouderschap gebeurt op vrijwillige basis. Zie ook mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 11
Wie heeft er precies inzage in deze dossiers? Waar en hoelang worden deze gegevens bewaard?
Antwoord 11
Bij de beantwoording van deze vraag ga ik er vanuit dat u hier met ‘dossiers’ de vragenlijsten en de verslaglegging van de huisbezoeken in het kader van de methode Stevig Ouderschap bedoelt.
Alleen de rechtstreeks betrokken hulpverleners hebben hier inzage in. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is hierop van toepassing. Ouders hebben altijd het recht op inzage. De gegevens worden bewaard zolang dit noodzakelijk is voor een goede hulpverlening in het kader de methode Stevig Ouderschap.
Vraag 12
Welke conclusies meent u te kunnen trekken uit de beantwoording van deze vragen? Wat wordt er gedaan met de uitkomst van de gegevens? Wie oordeelt over de gegevens?
Antwoord 12
De methode Stevig Ouderschap is aangemerkt als een effectieve en landelijk erkende interventie om ouders te ondersteunen bij het opvoeden. Ik trek als minister geen conclusie uit de beantwoording van de vragen. De professional die bij het individuele gezin is betrokken beoordeelt of ouders in aanmerking komen voor deelname aan de methode. Desgewenst krijgen ze dan extra ondersteuning bij de opvoeding van hun kind.
Vraag 13
Hoe is de financiering van genoemde vereniging precies geregeld?
Antwoord 13
De leden van de Vereniging Stevig Ouderschap betalen hun lidmaatschap. De jgz-organisaties die Stevig Ouderschap in hun zorgaanbod hebben opgenomen zijn de leden.
Vraag 14
Hoe beoordeelt u de activiteiten van deze vereniging?
Antwoord 14
De vereniging is opgericht om garant te stellen dat de methode uitgevoerd wordt zoals zij is bedoeld en de kwaliteit te borgen. In algemene zin vind ik het borgen van de kwaliteit van interventies belangrijk.