Toespraak minister Ter Horst bij uitreiken Politie Innovatie Prijs

Ik denk dat u nu allemaal maar één ding van mij wil weten en dat is de winnaar. Ik wil nog heel even de spanning vasthouden met een paar opmerkingen over de rol van innovatie bij de politie en over de toekomst van de Politie Innovatieprijs die we nu voor de vijftiende keer uitreiken.

Innoveren is een voorwaarde voor overleven. In het bedrijfsleven wordt dit gezien als een wetmatigheid. Dit jaar is het jaar van Darwin, en als het om innoveren gaat wordt zijn theorie er tegenwoordig vaak bij gehaald: The survival of the fittest, oftewel: het bedrijf dat zich het beste kan aanpassen aan de nieuwe omstandigheden komt straks het beste uit de crisis.

Hoe staat het met Darwin bij de politie? De politie is geen bedrijf. De prikkel voor prestaties komt niet door de markt. Wel door de publieke taak: de politie is van ons allemaal. We werken in een glazen huis en de verwachtingen zijn vaak groot.

Innovatie heeft bij de politie twee drijfveren:

  • De politie moet zorgen voor een veilige samenleving en daarbij slim gebruik maken van alle middelen die geoorloofd zijn.
  • De politie moet dit zo efficiënt mogelijk doen. Het gaat om publiek geld, dus innovatie staat ook in het teken van efficiëntie.

Om innovatie te bevorderen is vijftien jaar geleden de Politie Innovatie Prijs in het leven geroepen.

Afgemeten aan het aantal inzendingen gaat het goed met innovatie binnen de politie. Gemiddeld zijn er veertig inzendingen. Ook dit jaar is de oogst groot: 23 korpsen en de Politieacademie hebben 53 projecten ingediend voor de PIP. Het gaat om prille ideeën en om uitgewerkte concepten.

Het is goed vast te stellen dat er binnen de gehele politie aandacht is voor innovatie. Ieder korps werkt hard om zich te professionaliseren en om oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen.

Als we iets dieper kijken, en ook wat langer terug in de geschiedenis van de PIP, vallen een paar dingen op.

Het eerste is de kwaliteit van de inzendingen. Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen dat het bij een aantal projecten gaat om verbeteringen van de huidige praktijk in plaats van echte innovaties. Ook dit jaar speelt dit mee. Een mooi voorbeeld van een verbeterde samenwerking is het Politie Parnassia Programma van de politie Haaglanden. Het is een initiatief om de samenwerking tussen de politie en de psychiatrisch verpleegkundigen te verbeteren. Het valt niet direct onder de noemer innovatie, maar het levert wel een verbetering op van de politiepraktijk.

Het tweede punt dat opvalt is het rendement van innovatie. Hierbij moest ik denken aan een anekdote over de geschiedenis van de scheikunde. Die geschiedenis gaat ver terug. Maar pas ver in de tweede helft van de 19e eeuw werd voor het eerst een internationaal congres georganiseerd. Iedereen die tot dan los van elkaar met scheikunde bezig was kwam nu bij elkaar. Een totale spraakverwarring. Er was een enorme hoeveelheid symbolen en aanduidingen ontstaan doordat scheikundigen zo lang in afzondering van elkaar hadden gewerkt. Pas toen ze afspraken gingen maken over ordening en schrijfwijze ontstond er echte vooruitgang en kon de industriële revolutie beginnen.

De politie innoveert veel, maar ook nog veel los van elkaar. Ook in oude juryrapporten wordt dit geconstateerd. Ik citeer een rapport van 2002: “Zelfs na acht jaren Politie Innovatieprijs lijkt het nog zo te zijn dat korpsen niet willen leren van ervaringen die elders met vergelijkbare projecten zijn opgedaan.”

Ik vind dat we na vijftien jaar Politie Innovatieprijs ons de vraag moeten stellen: is dit het juiste middel om innovatie te bevorderen en tot stand te brengen? Is dit de juiste prikkel om de geest van Darwin in de fles te houden? De prijs is vijf jaar geleden al eens geëvalueerd en toen was de conclusie dat het vergroten van het innoverend vermogen beperkt wordt gerealiseerd. Eigenlijk verdienen uw ideeën een beter lot.

Dit alles overziend heb ik besloten dat het na vijftien jaar tijd is om ons te beraden en innovatie bij de politie voortaan op een andere manier te stimuleren. In het nieuwe politiebestel is veel aandacht voor een efficiëntere bedrijfsvoering. Innovatie krijgt hierin een prominente rol.

Dit alles doet niets af aan de genomineerden voor de PIP van dit jaar. Het innoverend vermogen is in ruime mate aanwezig en er is alle aanleiding om de PIP van dit jaar met enthousiasme bekend te maken en uit te reiken.

Ik ga nu over op het officiële gedeelte: ik geef nu kort de opmerkingen van de jury over de genomineerden.

Om te beginnen het project Omgekeerde bewijslast van de Regiopolitie Kennemerland. De jury vindt het project maatschappelijk zeer relevant. Het pornografisch uitbaten van meisjes en jongens is een hardnekkig probleem dat door dit initiatief kan worden aangepakt. De jury noemt dit een uitgelezen voorbeeld van innovatief denken. De bedenker durft tegen de stroom in te gaan en door te zetten.

Opsporing via nieuwe media: Gesnapt! www.isditvanjou.nl van de Regiopolitie Hollands Midden. De jury is erg over dit project te spreken, met name over het inzetten van ‘Gesnapt’. Het maakt het mogelijk om een beroep te doen op de jeugd voor de opsporing. De eerste resultaten zijn veelbelovend en de jury is erg benieuwd naar het verloop van het project. Hoewel het project wel doet denken aan bestaande projecten is de gerichte en laagdrempelige aanpak via beeldend materiaal vernieuwend. Het sluit aan bij de hedendaagse samenleving waarin het gebruik van internet toeneemt.

De derde genomineerde. Het voorspellen van Daderkenmerken van de Regiopolitie Utrecht. Verkrachtingszaken hebben een hoge emotionele impact. Het opsporen van de dader is voor de slachtoffers van groot belang. De jury is erg gecharmeerd van het model en enthousiast over de resultaten. Het koppelen van wetenschappelijk onderzoek aan de praktijk kan volgens de jury een grote meerwaarde hebben voor de opsporing. Voorspellingen zijn wetenschappelijk onderbouwd en niet slechts ingegeven door een ‘buikgevoel’.

De jury is enthousiast over alle drie de genomineerde projecten. Toch valt één project in het bijzonder op. Het is een manier van anders tegen een probleem aankijken dan vanuit het gebruikelijke kader. Het is in de kern eenvoudig. De jury is van mening dat deze manier van denken een voorbeeld moet zijn voor anderen.

Dames en heren, ik ga de winnaar bekend maken. De winnaar van de Politie Innovatie Prijs is: Omgekeerde bewijslast - Regiopolitie Kennemerland.