Minister bezoekt Irak
Minister van Defensie Eimert van Middelkoop heeft gisteren een bezoek gebracht aan de Nederlandse militairen in Irak. Ook voerde hij overleg met zijn Irakese ambtgenoot Abdul Qadir Mohammed Jasim en de Iraakse Nationale Veiligheidsadviseur, dr. Mowaffak Baqer Al Rubaie.
Onderwerp van gesprek was de verbeterde veiligheidssituatie in Irak en de rol van de NATO Training Mission - Iraq (NTM-I) daarin. Sinds februari 2005 leveren Nederlandse militairen een bijdrage aan deze NAVO-trainingsmissie. "In maart 2005 verliet ons SFIR-bataljon de provincie Al-Muthanna in Irak," aldus minister Van Middelkoop, "maar dat wij ons nog steeds inzetten met de NTM-I-missie laat zien dat Nederland Irak sindsdien is blijven steunen. De Nederlandse bijdrage aan NTM-I is klein, maar doet er toe! Onze mensen leveren goed werk."
Nederlandse militairen
Momenteel zijn er 7 Nederlandse militairen actief in Irak die allen zijn gestationeerd in de International Zone van Bagdad. Zij bieden bijstand en advies aan de trainingsinstellingen en leveren administratieve ondersteuning.
Wederopbouw Irakese veiligheidsdiensten
NTM-I bestaat uit ongeveer 160 militairen die afkomstig zijn uit 14 verschillende landen. De landen die bijdragen zijn: Bulgarije, Denemarken, Estland, Hongarije, Italië, Litouwen, Nederland, Oekraïne, Polen, Roemenië, Slovenië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De missie werd in 2004 gestart op verzoek van de Irakese regering. Belangrijkste doelstelling is om door middel van training, advisering en begeleiding de wederopbouw van Irakese veiligheidsdiensten te ondersteunen. Een effectief en goed geleid leger is cruciaal voor de veiligheid, stabiliteit en ontwikkeling van Irak.
Onpartijdig en objectief optreden
Momenteel is de wederopbouw van de veiligheidsdiensten aangekomen in het stadium waarbij de verantwoordelijkheid voor training en opleiding van Irakese veiligheidstroepen steeds meer wordt overgedragen aan het land zelf. De NAVO-militairen begeleiden dit proces. Daarbij wordt sterk de nadruk gelegd op een onpartijdig en objectief optreden ter bescherming van de gehele Irakese bevolking, inclusief kwetsbare groepen als vrouwen en etnische en religieuze minderheden.