Dierenwelzijn in goede handen bij papegaaienopvang Veldhoven
Het Nederlands Opvangcentrum Papegaaien (NOP) in Veldhoven heeft het diermanagement en het dierenwelzijn op orde. Er is dan ook geen reden voor een vervolgonderzoek naar de vogelopvang. Dat schrijft minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid aan de Tweede Kamer. Verburg volgt daarmee de conclusie van oud-directeur Dorresteijn van Diergaarde Blijdorp, die onlangs een onafhankelijk onderzoek afrondde over de hoge vogelsterfte bij het NOP. Het NOP dient ondermeer als opvangtehuis voor door de AID in beslag genomen vogels.
Het TROS-televisieprogramma Radar bracht in januari een reportage over de Veldhovense vogelopvang, waarin het beeld werd gecreëerd dat er massaal vogels stierven als gevolg van slechte leefomstandigheden en ondermaatse verzorging van de dieren.
Het bestuur van het NOP verzocht daarop oud-directeur Ton Dorresteijn van diergaarde Blijdorp een onafhankelijk onderzoek te verrichten naar de vogelsterfte in relatie met het dierenwelzijn in de opvang. Zijn rapport verscheen twee weken geleden.
Minister Verburg brengt nu de Tweede Kamer op de hoogte van de bevindingen van het rapport, dat antwoord geeft op een aantal vragen van Kamerleden. De minister heeft vandaag tevens de Kamervragen beantwoord die in het rapport niet aan de orde komen.
Verburg heeft waardering voor de onafhankelijke inzet van Ton Dorresteijn: "Hij heeft zijn onderzoek kosteloos uitgevoerd en is als bioloog en vanuit zijn functie als voormalig dierentuindirecteur deskundig waar het gaat om het welzijn en een goed beheer van bijzondere dieren zoals papegaaien. De adviezen zijn deskundig en gezaghebbend en het rapport bevat bruikbare handvatten voor het NOP om verbeteringen te realiseren."
In zijn rapport onderschrijft Dorresteijn eerdere onderzoeken van de AID, VWA en Dienst Regelingen en hij beoordeelt het diermanagement van ruim voldoende tot uitstekende kwaliteit.
De aanzienlijke sterfte onder papegaaien bij het NOP beperkt zich vooral tot de papegaaien die door particulieren worden aangeboden en is volgens Dorresteijn te verklaren door verschillende oorzaken, waaronder de voorgeschiedenis van de vogels, de gezondheidssituatie van de papegaaien bij de opvang, de leeftijd van de dieren, het huisvestingssysteem bij het NOP en voortdurend wisselende groepssamenstellingen.
Kritiekpunten in het rapport vormen de registratie en de communicatie. Hoewel de registratie van de in het park aanwezige papegaaien op zich op orde is, vindt Dorresteijn dat deze zou kunnen worden gemoderniseerd. Hiermee is met ingang van dit jaar een start gemaakt. De communicatie met de buitenwereld en met particulieren die vogels willen onderbrengen is ook voor verbetering vatbaar.
Dorresteijn heeft bij zijn onderzoek niet gekeken naar de registratie van in beslag genomen vogels door het Ministerie van LNV. Het op orde brengen van deze registratie waarmee in 2008 is gestart, is inmiddels bijna voltooid. Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV onderhoudt hierover contact met het NOP. Ook in het kader van het Dierentuinenbesluit wordt door het NOP gewerkt aan het volledig op orde brengen van de registratie.
Alles overziend, ziet minister Verburg geen aanleiding om over te gaan tot nader onderzoek.
Documenten
-
Onderzoek NOP en antwoorden op vragen
Kamerbrief over het Opvangcentrum Papegaaien. De heer Dorresteijn, oud- directeur van Diergaarde Blijdorp, heeft het welzijn...
-
De Stichting Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien anno 2009, een rapportage
Rapport van het onderzoek naar het functioneren van het Nederlands Opvangcentrum Papegaaien(NOP). Volgens het rapport is het...