Kabinet kiest voor buitendijks natuurherstel Westerschelde
Het kabinet geeft de voorkeur aan buitendijks natuurherstel langs de Westerschelde. Uit respect voor de gevoelens in Zeeland en gezien het politieke speelveld in de Tweede en Eerste Kamer heeft het kabinet besloten het natuurherstel buitendijks te realiseren.
Op voorstel van minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de ministerraad vandaag besloten uitvoering te geven aan het alternatief 'aanleg buitendijkse schor' van de Zeeuwse Waterschappen en zo nodig door het aanvullend (gedeeltelijk) overnemen van het alternatief 'Land van Saeftinghe' van de Stichting Levende Delta. Het kabinet zal de Europese Commissie informeren over het Nederlandse besluit om het natuurherstel langs de Westerschelde zonder ontpoldering te realiseren.
Het kabinet heeft jarenlang en zeer zorgvuldig gezocht naar alternatieven voor ontpoldering van de Hedwigepolder. Het feit dat ontpolderen van landbouwgrond voor het herstel van de natuur een vergaande maatregel is, zeker wanneer die plaatsvindt in een regio die verbonden is door de eeuwenlange strijd tegen het water, heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Met het advies van de Commissie Natuurherstel Westerschelde (commissie Nijpels) rondt het kabinet de jarenlange zoektocht af. Voor de realisatie van het noodzakelijke natuurherstel is nu duidelijkheid nodig, aldus minister Verburg.
Het advies van de commissie Nijpels is volgens minister Verburg gedegen en helder. De commissie heeft zich zeer ingespannen om een geschikt alternatief voor ontpoldering te vinden. Het kabinet onderschrijft de opvatting van de commissie dat snelheid nu geboden is.
Het kabinet heeft geconstateerd dat ook na verschijning van het advies van de commissie Nijpels de maatschappelijke weerstand tegen ontpoldering onverminderd groot is. Met het oog op het geringe draagvlak voor ontpoldering is er voor gekozen in te zetten op buitendijks natuurherstel.
Nederland kan op basis van eigen afwegingen en keuzes een pakket van maatregelen samenstellen dat passend is om de staat van instandhouding van de natuur langs de Westerschelde te verbeteren. De Europese Commissie kijkt of een lidstaat de natuurdoelen realiseert. Het is aan Nederland om aan te geven hoe het natuurherstel wordt gerealiseerd. Daarbij kan rekening worden gehouden met overwegingen van economische, sociale en culturele aard. Vandaar dat het Kabinet er vast van overtuigd is dat de thans gekozen optie in overeenstemming is met de regels die wij in Europa zijn overeengekomen.
Voor het kabinet staat voorop dat het natuurherstel van de Westerschelde plaatsvindt. De natuur in het gebied gaat al jaren achteruit en verkeert in een slechte staat. Het kabinet zal dan ook zeker stellen dat tijdig aan de opgave voor het natuurherstel, die vastligt in het Europese recht en in de Verdragen met Vlaanderen, wordt voldaan. Om die zekerheid te creëren is besloten om, wanneer onverhoopt blijkt dat de buitendijkse alternatieven op onoverkomelijke juridische bezwaren stuiten op basis van de Europese regelgeving, het oorspronkelijke voorstel voor ontpoldering van de Hedwigepolder uit te voeren. In het uiterste geval zal daarvoor dan een onteigeningsprocedure worden gestart.