Vooruitstrevende sector moet eigen plek kiezen
Het gaat goed met de biologische sector, maar kan deze sector blijven pionieren? Secretaris-Generaal Van der Zande van LNV vroeg dit aan de aanwezigen tijdens aan het twaalfde bio-congres. Volgens Van der Zande staat de sector niet meer alleen in haar streven naar 'groen', 'natuurlijk' en 'duurzaam'. Tijd dus, om ambities opnieuw te bekijken.
Toespraak door SG Van der Zande, namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), bij het Bio-congres op 15 april 2009 in Rhederoord.
Dames en heren,
Toen minister Verburg uw uitnodiging kreeg, stonden daar zeven ambities in geformuleerd. Zeven nobele ambities die aansluiten bij het kabinetsbeleid. Zoals het streven naar duurzaamheid. De ambitie om te leren van elkaar. Als ik daar uw plannen voor uw ambitie- en innovatieprogramma bij op tel, duizelt het ambities. De minister vond ze mooi, ze getuigen van een scherp oog voor wat de biologische sector op dit moment nodig heeft. Ze passen bij de huidige economische ontwikkelingen en bij de samenleving. Bij het mondiale dorp, dat wij toch ook vormen.
Want als u het nog niet wist: wij wonen in een mondiaal dorp, een Global Village. We zijn gewend producten uit alle windstreken te gebruiken, snel te reizen. Hierdoor kijken we anders tegen onszelf aan dan - pak 'm beet - twintig jaar geleden. Meer dan vroeger zien we dat voedselvraagstukken met klimaat- en energievraagstukken samen hangen. Scherper dan voorheen zien we dat de ecologie zonder de economie kan, maar de economie niet zonder de ecologie. Het mondiale dorp verrijkt ons met een grensoverschrijdend verantwoordelijkheidsbesef: misschien veroorzaakt de vlinder die in Hong Kong opstijgt inderdaad die orkaan in Florida...
De Global Village was ooit een visioen van een Canadese socioloog (Marshal Mc Luhan). Maar is intussen een alledaagse metafoor. En een nuttig referentiekader. Door uit te gaan van wat ons verbindt, komen internationale politieke dilemma's, zoals behoud van biodiversiteit èn van landbouwareaal, binnen het nationale 'oplossingsbereik'. Bovendien brengt het samenhang, solidariteit en verantwoordelijkheid in het beleid.
Samenhang, solidariteit en verantwoordelijkheid. Ik zeg het met nadruk, want het zijn ook drijvende krachten achter uw ambities.
Hier mag u gerust even tevreden achterover leunen.
De sector heeft zichzelf in dit opzicht prima op de kaart gezet. Producenten, handelaren en andere organisaties zorgen gezamenlijk voor het biologische product. Kanaliseren de vraag. Biologische producten zijn inmiddels overal te koop. Ze passen ook in een maatschappelijke behoefte. En uw aanpak is een bron van inspiratie bij het maken van beleid. Dat heeft u bij elkaar weten te brengen, en dat is een compliment waard.
Voordat ik hier op door ga, zou ik graag even naar de actualiteit gaan. Dit congres is sinds jaren het moment waarop de jaarcijfers worden gepubliceerd. Ik wil u het goede nieuws niet onthouden. De markt heeft in 2008 zijn best gedaan: u mag een groei van 12% bijschrijven. Netjes verdeeld over de verschillende verkoopkanalen en netjes verdeeld over het hele jaar. Ook in het vierde kwartaal is de consument meer biologisch gaan kopen. Dat betekent dat de doelstellingen van het Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw zijn gehaald.
Dames en heren,
U heeft de afgelopen jaren iets tot stand gebracht. Maar wie pionier wil blijven, moet daar vaak iets extra's voor doen en soms iets voor laten. De biologische sector staat niet meer alleen in haar streven naar 'groen', 'natuurlijk' en 'duurzaam'. De gangbare landbouw woont ook in ons mondiale dorp, en signaleert er ook kansen om in te spelen op een veeleisender consument. Die groen wil. Of duurzaam. Een bedrijf als MacDonalds speelt er met duurzame koffie op in. In Oregon, aan de Amerikaanse Westkust, gaan mensen nog verder. Ze willen hun eten het liefste F.L.O.S.S.. Dat wil zeggen: Fresh, Local, Organic, Seasonal and Sustainable.
Hoeveel omschrijvingen kun je hebben? Ik kom ze in de landbouw in alle varianten tegen. De ene ondernemer vindt het belangrijk dat zijn product met aandacht voor de planeet is gemaakt en niet vervuilend is. De ander mikt met het etiket 'duurzaam' op seizoensvoedsel, of goede arbeidsomstandigheden tijdens het oogsten. De Hema verkoopt biologisch katoen naast 'gewoon' katoen, aannemers spreken van biologisch bouwen (dat betekent milieuvriendelijk bouwen). Bestaat ook. Is even gangbaar. 'Duurzaam' en 'biologisch' zijn onderdeel van ons waardensysteem, maar zijn voor de consument ook dynamische waarden.
En de bloemen hier zouden bijvoorbeeld best eens made-with producten kunnen zijn. Gemengde boeketten van verantwoorde bloemen, die milieuvriendelijk en biologisch zijn, deels van biologische telers. Een mooi idee!
Drie jaar geleden stond de biologische sector op een kruispunt. Toen sprak hier de voorganger van minister Verburg. Er waren afslagen te nemen: voorop blijven lopen ten opzichte van de gangbare landbouw. Een positie in het speelveld innemen. Onafhankelijk van de gangbare landbouw blijven.
Nu, drie jaar later, lijken dat achterhaalde keuzes. Nu dringt de vraag zich op of u voorop kúnt blijven lopen. Duurzaamheidinitiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Dat zijn zeker geen 'ééndagspaddestoelen': uit onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlandse bedrijven in de economische crisis geen aanleiding ziet om initiatieven en investeringen op het gebied van duurzaamheid terug te draaien. Het blijft natuurlijk lastig voorspellen, maar ik denk dat de paddenstoelen wel eens veel groter zouden kunnen worden of sneller kunnen groeien dan voorzien. Uw sector, gebonden als hij is aan extra of strengere regels, staat in dat geval voor een extreme uitdaging. Bedenk daarom waar u zich in de toekomst op kunt onderscheiden. Treedt daarmee naar buiten. Dat kan niet op veel dingen tegelijk, maar op een paar kernpunten. Zoek vervolgens vandaar uit de samenwerking met de gangbare landbouw.
LTO en Biologica zijn u daarin al voor gegaan. Zij ontwikkelen een hulpmiddel waarmee duurzame prestaties kunnen worden bijgehouden. Bedrijven kunnen zelf aangeven waar ze duurzamer in willen worden. Dat kan worden gemeten. Het onderscheid tussen biologisch of gangbaar doet dus in dat verband niet mee.
Een oud imago afschudden als dat imago je belemmert, ook dat vind minister Verburg een interessant streven. Waar het gebeurt, ontstaat meteen ruimte voor nieuwe mogelijkheden. Ik zie bijvoorbeeld dat nieuwe productlijnen worden ontwikkeld, ook door de grote bedrijven, met een hippe uitstraling. Neem Whole Earth (een merk van Wessanen), dat onder andere aan de Jumbo supermarkt levert. Dat kunnen kleine ondernemers natuurlijk ook! Mooie producten, die toevallig ook nog eens biologisch zijn.
Een eigen plek kiezen, uit gaan van uw kracht en van de verbinding, dat is mijn boodschap aan u. Maar hoe past dat bij de ambities van de minister?
Minister Verburg heeft veel ambities die alles met biologisch te maken hebben. Zij reikt de biologische sector ook de mogelijkheden aan om een internationaal concurrerende sector te worden en te blijven. Door in duurzame ontwikkeling en in verbindingen te investeren. Van agrarische en andere sectoren naar de samenleving en de burger. En weer terug. Van hoogwaardige technologie, innovaties, naar voedselkwaliteit, dierenwelzijn, natuur. Dat beleid vertaalt zich in veel initiatieven voor een betere productie en een bewustere consumptie van voedsel. En dat biedt kansen aan biologische ondernemerschap.
Minister Verburg heeft een tijdje geleden laten uitzoeken hoe stallen duurzamer kunnen. Uit het onderzoek blijkt dat óók biologische stallen nóg duurzamer kunnen dan ze al zijn. Emissies kunnen naar beneden. Eén van de sprekers van vandaag, professor Heertje, trekt zich dit zeer aan, en terecht. Hij houdt de kwaliteit van leven en onze leefomgeving hoog in het vaandel, getuige zijn pleidooi in de krant om bewust om te gaan met fosfaat. Boeren kunnen daar iets aan doen en wij reiken hen via de wetenschap daar de expertise voor aan.
Ik noem hier ook het programma Groene Veredeling. Dat programma draait om kwaliteitsrassen. Rassen met brede weerstand tegen ziekten en plagen. Rassen die kunnen groeien met relatief weinig voedingsstoffen en zonder kunstmest. Minister Verburg streeft er naar hier een aanzienlijk bedrag voor beschikbaar te stellen.
Weer een andere beleidsweg leidt langs het Europees landbouwbeleid. Minister Verburg wil Nederlandse boeren met Europees geld kunnen belonen voor het leveren van maatschappelijke diensten. Uiteindelijk wil zij bereiken dat we de hele Europese landbouw duurzamer maken. De vraag is wel of 'biologisch' in de EU een apart te belonen categorie moet zijn...
Dames en heren,
Ik rond af. De ambitie van minister Verburg stoelt op drie P's: people, planet, profit. Het helpt u duurzame kansen vergroten. Maar het vraagt ook iets van u. Dat vraagt om 'duurzaam' vanzelfsprekend te maken. Nóg vanzelfsprekender, tot aan overbodig. In de toekomst is onze cultuur van duurzaamheid doordesemd. Goed, gezond en lekker eten zijn dan al lang gevestigde noties. We zullen dan samen heel gelukkig kunnen leven van het land, geven om natuur. Dank u wel.