Minister maakt Europees advies kansspelbeleid openbaar
Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft vandaag het ‘met redenen omkleed advies’ over de Wet op de kansspelen én de reactie daarop van de Nederlandse regering openbaar gemaakt, nadat de Europese Commissie heeft aangegeven dat deze documenten niet langer vertrouwelijk behandeld hoeven te worden. De minister heeft beide brieven aan de Tweede Kamer gestuurd.
Begin 2008 heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen de Nederlandse regering het ‘met redenen omkleed advies’ gestuurd over het kansspelbeleid in Nederland. De Commissie stelt in het advies dat enkele bepalingen uit de Wet op de kansspelen - hoofdzakelijk over sportprijsvragen - niet in lijn zijn met het EG-verdrag en verzoekt de Nederlandse regering daarom de wet aan te passen. Het gaat vooral om de bepalingen uit het verdrag, die beperkingen van het grensoverschrijdende dienstenverkeer verbieden.
In september 2008 heeft de Nederlandse regering de Commissie een reactie op het ‘met redenen omkleed advies’ gestuurd. Kern van de reactie is dat de uit de Wet op de kansspelen voortvloeiende beperkingen voldoende kunnen worden gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang en passen binnen de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Indien de Commissie deze uitleg van Nederland niet accepteert, kan de Commissie een procedure aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Minister Hirsch Ballin heeft beide brieven begin 2009 vertrouwelijk aan zowel de Eerste als de Tweede Kamer gestuurd omdat de Commissie (schriftelijk) bezwaar maakte tegen openbaarmaking. Zij vreesde dat de openbaarmaking een negatief effect zou hebben op het lopende onderzoek. De Commissie had geen bezwaar tegen vertrouwelijke toezending van beide brieven aan het parlement. Nadat onder andere Denemarken en Zweden in vergelijkbare gevallen dergelijke adviezen wél openbaar hebben gemaakt, heeft de Commissie haar standpunt gewijzigd. De Commissie draagt nu het standpunt uit vooral transparantie na te streven en dat het aan lidstaten is om te beslissen of zij ‘met redenen omklede adviezen’ openbaar willen maken.