Antwoorden op kamervragen van Dibi, Koser Kaya, Langkamp, Dezentjé Hamming-Bluemink, Agema en Verdonk over financieel wanbeleid in de jeugdzorg
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
JZ-GJ-2919963
16 april 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Dibi (GroenLinks), Koser Kaya (D66), Langkamp (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Agema (PVV) en Verdonk (Verdonk) over financieel wanbeleid in de jeugdzorg (ingezonden 12 maart 2009).
Hoogachtend,
de minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 1) waaruit blijkt dat een veroordeelde oud-bankdirecteur jarenlang toezicht heeft gehouden op de financiën van bureau jeugdzorg Noord-Brabant?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het ook onbegrijpelijk dat iemand, die wegens oplichting is veroordeeld, een baan als financieel toezichthouder in de jeugdzorg kan bekleden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit dan te verklaren?
Antwoord 2
Het huidige bureau jeugdzorg in Noord-Brabant is in 2003 ontstaan uit een fusie van vijf bureaus jeugdzorg in Noord-Brabant. Bij de fusie zijn leden van de Raad van Toezicht benoemd uit de Raden van Toezicht van de fuserende stichtingen. Dit geldt ook voor het voormalig lid van de Raad van Toezicht waartegen nu vermoedens van belangenverstrengeling zijn gerezen. Volgens informatie van de Raad van Toezicht heeft toen geen specifieke nieuwe screening plaatsgevonden. Dit is een gangbare procedure bij dergelijke fusies.
Het is de primaire taak en bevoegdheid van de Raad van Toezicht van bureau jeugdzorg om zowel leden van de Raad van Toezicht als leden van de Raad van Bestuur te benoemen. Indien de uitvoering van de aan bureau jeugdzorg opgedragen taken in gevaar komt door het handelen of nalaten van het bestuur of leden van de Raad van Toezicht kan het college van Gedeputeerde Staten leden van de Raad van Toezicht of Raad van Bestuur schorsen of ontslaan.
Vraag 3
Wat heeft u ondernomen nadat u op de hoogte was van dit bericht?
Antwoord 3
De provincie Noord-Brabant heeft mij op de hoogte gehouden van het verloop van de gebeurtenissen rondom de verdenking van belangenverstrengeling die gerezen was tegen het voormalig lid van de Raad van toezicht.
Bureau jeugdzorg laat momenteel door een bedrijfsrecherchebureau onderzoek doen naar de mogelijke belangenverstrengeling. Gezien de primaire verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur voor de dagelijkse gang van zaken en de toezichtrol van de Raad van Toezicht, is het ook primair aan hen om onderzoek te doen naar de mogelijke belangenverstrengeling. De provincie wacht de uitslag van dit onderzoek af voordat zij eventuele verdere stappen onderneemt.
Ik ondersteun de lijn die de provincie heeft ingezet.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er bij het aanstellen van personen op dergelijke posities vooraf standaard een scherp antecedentenonderzoek aan vooraf moet gaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat hoe gaat u dat bevorderen?
Antwoord 4
Het is gebruikelijk dat de ondernemingsraad en de cliëntenraad van bureau jeugdzorg advies uitbrengen over een dergelijke benoeming. Screening, in de vorm van een uitgebreid antecedentenonderzoek, behoort niet tot de reguliere sollicitatieprocedure voor leden van een Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Wel dient een opgave van nevenfuncties door betrokkenen te worden overlegd.
Ik zie geen reden op dit punt tot extra regelgeving over te gaan.
Vraag 5
Bent u bereid de Algemene Rekenkamer op te dragen een grondig onderzoek te laten doen naar het financiële beleid in de jeugdzorg? Zo ja, wanneer gaat u de Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik zie op grond van deze casus geen aanleiding voor een dergelijk onderzoek. Bij deze afweging speelt mee dat de provincie Noord-Brabant van bureau jeugdzorg tot op heden altijd een goedkeurende accountantsverklaring heeft ontvangen.
1) de Volkskrant, 6 maart 2009: “Onderzoek naar fraude bij Jeugdzorg Noord-Brabant”