Vierde Nationaal Symposium CCS

Spreekpunten mw. M.J.A. van der Hoeven, bij Vierde Nationaal Symposium CCS, Driebergen - 15 april 2009

Dames en heren,

  • Later vanmiddag vindt hier een Socratisch gesprek plaats naar aanleiding van de vraag 'Heeft CCS toekomst?'.
  • Het antwoord op deze vraag is wat mij betreft een volmondig 'ja': CCS komt er. Maar een Socratisch gesprek voert natuurlijk verder dan dat. Het gaat er in de eerste plaats om te leren door vragen te stellen.
  • Wat CCS betreft zitten we inderdaad nog in een lerende fase, hoe vergevorderd we inmiddels ook al zijn. Juist daarom ben ik zo blij dat CATO II van start kan gaan.
  • CATO II staat voor onderzoek op topniveau. Wat CCS-technologie betreft is Nederland een wereldspeler. De technieken die u ontwikkelt hebben de potentie om uit te groeien tot een wereldwijde klimaattechnologie. Dankzij CATO, laat dat even duidelijk gezegd zijn. CCS in Nederland leunt zwaar op CATO.
  • Maar om CCS tot een succes te maken - op grote schaal toepasbaar én betaalbaar - is meer dan technologische kennis nodig. Om in de geest van Socrates te blijven: daar komt ook wijsheid bij kijken. In algemene zin: wijsheid om CCS een verstandige plek te geven in ons energiebeleid als transitietechnologie op weg naar een duurzame energiehuishouding. Maar ik denk ook aan wijsheid om maatschappelijk zorgen weg te nemen en het juiste tijdspad te kiezen voor de introductie van CCS.
  • Daarom is het goed dat we vandaag bij elkaar zijn. Voor reflectie en debat. Dat hebben we nodig.

  • Dames en heren, we hebben veel te winnen bij CCS.
  • We leven in de nadagen van het fossiele tijdperk. Aan energietransitie werken we volop, op weg naar een echt duurzame energiehuishouding.
  • Onze klimaatdoelstellingen zijn ambitieus. Voor 2020 wordt een CO2-reductie beoogd van 30 procent. Voor 2050 denken we veel eerder aan 80 procent.
  • Onderweg naar deze 'targets' bewandelen we twee paden. Tegelijkertijd.


  • We ontwikkelen nieuwe bronnen van energie, 'groene', hernieuwbare bronnen. Wind- en zonne-energie, maar ook getijdenenergie en biomassa. Het gaat hier om pionierswerk, dat ik zoveel als mogelijk wil steunen.
  • Echter: zolang fossiele brandstoffen nog de dienst uitmaken, zullen we te maken hebben met een veel te hoge CO2-uitstoot. Hier biedt CCS uitkomst. Fossiel zal met CCS moeten samengaan. Dat betekent opslag onder zee, maar ook onder land. Daar zullen mijn collega Cramer en ik hard aan werken.
  • CCS zie ik als een tijdelijke oplossing die tegelijkertijd absoluut noodzakelijk is, willen we onze industrie de komende decennia draaiende houden. Zonder CCS, geen grootschalig gebruik van fossiele energiebronnen. En zonder fossiel, geen voorzieningszekerheid.
  • Maar CCS is geen doel op zichzelf. Het is een middel. Dat moeten we goed in het oog blijven houden.
  • Als het over CO2 gaat ben ik een voorstander van 'reduce, use, store', in die volgorde.


  • Allereerst is het zaak fors te besparen op ons energieverbruik. En veel meer dan nu het geval is gebruik te maken van duurzame bronnen. Dat zal de CO2-uitstoot al een stuk verminderen.
  • Daarbij zie ik allerlei mogelijkheden om CO2 op een nuttige manier te gebruiken. Zo kunnen we CO2 gebruiken als groeigas in de kassen. Dat gebeurt nu al. Shell vangt CO2 af bij raffinageprocessen in het Rijnmondgebied. Dat gas wordt naar kassen gebracht in de driehoek Bleiswijk, Berkel, Bergschenhoek. Doordat CO2 fotosynthese bevordert, groeien kasplanten aanmerkelijk sneller. Dus CO2 als een soort bemestingsstof!
  • Ook wordt CO2 gebruikt als groeigas voor algen. Het Japanse bedrijf Teijin doet dat inmiddels ook in Nederland. Afhankelijk van het type alg zijn allerlei toepassingen denkbaar. Met algen kunnen we bijvoorbeeld onverzadigde vetzuren maken ter verrijking van voedselproducten. Nu halen we die vetzuren vooral uit vis. Algen zijn ook een mogelijke grondstof voor de farmaceutische industrie en voor het maken van bio-brandstof. Door algen in te zetten drukken besparen we op het gebruik van fossiele energiebronnen en kunnen we proceskosten lager houden.
  • Natuurlijk zal opslag van CO2 nodig blijven. CCS is dan als het ware het sluitstuk van al onze pogingen de CO2-uitstoot te verminderen.
  • CCS biedt een heel betaalbare oplossing. IEA en ECN, onze gerenommeerde denktanks, noemen CCS vanuit kostenoogpunt gezien, zeer interessant.

  • CCS is onvermijdelijk. Wie realistisch is moet erkennen dat we niet om CCS heen kunnen.
  • CCS plaatst ons ook voor uitdagingen:
  1. Hoe zorgen we voor de juiste wet- en regelgeving om pilotprojecten van de grond te krijgen?
  2. Lukt het ons onze technische kennis verder te verfijnen?
  3. Welk deel moet het rijk betalen en welk deel de verbruiker - de bedrijven - zelf?
  4. Zijn er alternatieven voor CCS?
  5. Hoe houden we de aandacht vast voor de groene energievoorziening in de toekomst?
  6. Hoe maken we de kosten maar vooral de baten zichtbaar, ook en met name voor de burg?
  7. Kunnen we voldoende draagvlak creëren voor CCS? Veel media aandacht gaat momenteel uit naar Barendrecht en naar de daar heersende gevoelens van onveiligheid. Laat ik heel duidelijk zijn; voor die gevoelens is veel begrip en natuurlijk kunnen we alleen overgaan tot CCS als het 'echt' veilig kan! Maar als blijkt dat het veilig kan dan moeten collega Cramer en ik een moeilijk afweging maken waarbij ook het belang van het klimaat en daarmee de leefbaarheid van Nederland voor onze kleinkinderen een belangrijke rol spelen. Want nergens doen of niks doen is geen optie!
  • Zoals ik al zei: het succes van CCS hangt af van de mate waarin CATO erin slaagt een integrale aanpak te realiseren en de kosten te verlagen. Voor 2015 is het de bedoeling twee grote demonstraties te starten , een in de regio Rijnmond, en een in Noord-Nederland. Recentelijk zijn ook bij Corus interessante plannen gepresenteerd. Vermoedelijk bent u bij al deze projecten op de een of andere wijze betrokken.
  • Al met al biedt CCS dus ook kansen voor business, laten we dat niet vergeten. CCS kent geen commercieel oogmerk, maar dat wil niet zeggen dat de business kansen niet mooi meegenomen zijn!
  • Dit gezegd hebbende lijkt mij nu het moment gekomen u en uw werk een opsteker te geven. U heeft een aanvraag bij het Fonds Economische Structuurversterking (FES) voor dit programma lopen waar wij met warme belangstelling naar zullen kijken, maar ter overbrugging stel ik u nu alvast 5 miljoen euro beschikbaar voor CATO2. Graag wil ik die met deze cheque symbolisch overhandigen. Veel succes!

  • Ik wil u voor vandaag een inspirerende bijeenkomst toewensen.
  • Dank u wel.