Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij Congres Burgerzaken
Dames en heren,
Voor menigeen in dit land bent ú de overheid.
Zeker, u houdt zich niet bezig met het bouwen van bruggen, kopen van jachtvliegtuigen, geven van subsidies en het aan pakken van boeven. Maar de meeste mensen komen vooral met u in contact.
Ze geven ú een hand; zitten aan úw bureau; u bent niet “ze” in Den Haag of “ze“ in het gemeentehuis.
U bent die of die mevrouw of die of die meneer.
U bent: burgerzaken.
En dat schept dus een bijzondere verplichting.
Dat u hier met zo velen bijeen bent gekomen, bewijst overigens dat u zich dat realiseert.
Juist omdat u als het ware, vaak de front- linie van de overheid bent, ligt er ook voor u een belangrijke rol in het offensief dat we voeren om de dienstverlening aan de burgers te verbeteren.
We willen dat de overheid - dat is natuurlijk een tussendoel - minimaal een 7 scoort voor dienstverlening.
Voor individuele organisaties zitten we overigens ook op een 7. Maar er is veel meer te doen.
Basisadministraties; daarover eerst:
De Ombudsman heeft net gezegd dat de dienstverlening in ketens moet verbeteren.
Dat klopt, alle inwoners van ons land hebben recht op eenduidige en goede dienstverlening van de overheid, ongeacht – en daar gaat het om - bij welk loket de burger aanklopt.
Net als bij de Dienstenrichtlijn voor bedrijven moet er ook voor burgers worden geregeld dat de overheid eenduidige diensten levert.
Ik zou dan ook graag zien dat bestaande instrumenten als Overheid.nl, mijnoverheid.nl, en Antwoord© worden gebundeld in één loket dat door de gehele overheid wordt gebruikt.
Het delen: het meervoudige gebruik van de gegevens die binnen de overheid al beschikbaar zijn, maakt het mogelijk dat de overheid gegevens nog maar één keer uitvraagt. Dit bespaart burgers en bedrijven tijd en moeite. En het draagt bij aan effectievere fraudebestrijding, wetshandhaving en kostenbesparing.
En voila: het káder voor het delen van gegevens, ís het stelsel van basisregistraties binnen het breder geheel van de elektronische overheid.
In het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid zijn daarom prioriteiten gesteld ten aanzien van de te ontwikkelen basisvoorzieningen en voorbeeldprojecten.
Daarmee wordt ook de kern van het stelsel van basisregistraties, waar de GBA deel van uitmaakt, neergezet.
Samen met een aantal belangrijke gemeenschappelijke voorzieningen zoals een terugmeldfaciliteit voor basisregistraties, een standaard voor gegevensuitwisseling - de Overheids Service Bus - en MijnOverheid.nl.
2009 is daarbij het jaar van realisatie, minder praten maar vooral doen en leren van andere gemeenten. Volg de goede voorbeelden die er al zijn!
Voor wat betreft de GBA, de basisregistratie die specifiek onder mijn verantwoordelijkheid valt, wil ik u aansporen. De datum van 1 januari 2010 waarop u binnen uw gemeente de basisregistratie ingevoerd moet hebben komt ras dichterbij.
Een betrouwbare GBA betekent een goed werkende basisregistratie met betrouwbare gegevens van hoge kwaliteit. En hoge kwaliteit betekent dat de gegevens juist, actueel, volledig en beschikbaar dienen te zijn.
Dit is feitelijk de kern van de basisregistratie personen. Het betekent dat overheidsinstanties van de burger niet meer die gegevens mogen en hoeven te vragen die al bekend zijn.
Verleden jaar juni heb ik een actieplan gepresenteerd dat richting geeft aan die inspanningen van al diegenen die betrokken zijn bij de kwaliteit van de basisregistratie personen.
U kunt daar morgen over praten met de heer Heijnen, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA en de heer Van Kalmthout, directeur Openbaar Bestuur en Democratie van mijn Ministerie.
Ook in de Kamer werd onlangs weer over de kwaliteit van de GBA gesproken naar aanleiding van de Marokkaanse en Turkse nationaliteit in de GBA.
U als ambtenaren burgerzaken werd door sommige kamerleden verweten alsof u besliste over de nationaliteit van kinderen. Dat is merkwaardig omdat ons streven juist is precies op te nemen wat de feitelijke situatie is. Betrouwbare gegevens! Juiste gegevens. Niet wat mensen willen dat de situatie is maar wat die is.
De Kamer vroeg mij een handreiking te doen richting ouders die zeggen dat hun kind gewoon een Nederlander is; die niet willen dat hun kind geregistreerd wordt met een tweede nationaliteit, waarvan zij vinden dat hun kind daar niets mee van doen heeft.
Ik ga dat uitzoeken; er zit heel veel aan vast, ook internationale verdragen, maar ik houd de kamer en ook u op de hoogte.
Wat ook weer in de Kamer ter sprake kwam waren de Marokkaanse namenlijsten. Ik vind dat die lijsten niet mogen worden gebruikt. Ik neem dit ook nog op met de minister van Justitie die over de burgerlijke stand gaat. Maar u ontvangt daar binnenkort een brief over.
Dames en heren, de GBA als basisregistratie personen wordt pas echt compleet als we de GBA moderniseren. Ik ben blij te kunnen zeggen dat ik een nieuwe start heb gemaakt met het programma.
5 maart jl heb ik met de VNG een bestuurlijk akkoord gesloten.
Het is een complexe operatie om - met alle partners - alle onderdelen helder te krijgen en daarop stevig te sturen.
Daarom is dit bestuurlijke akkoord zo belangrijk. En natuurlijk dat er nu voldoende financiële middelen zijn om het geheel ook daadwerkelijk tot een goed einde te brengen.
Gezamenlijk maken we 67,3 miljoen euro vrij, waarvan ik 42,8 miljoen voor mijn rekening neem.
We hebben ook opnieuw bevestigd dat de modernisering van de GBA bestaat uit een verstrekkingenvoorziening en een burgerzakensysteem dat op zijn beurt bestaat uit een standaard Kern die gelijk is voor iedere gemeente, en uit de aanvullende modules. Ook het nieuwe gegevensmodel zal worden gerealiseerd. We gaan dus door op de ingeslagen weg.
De gemoderniseerde GBA heeft ook een aantal nieuwe doelen en dat gaat dan over samenwerking.
De GBA zal vormen van samenwerking tussen gemeenten moeten faciliteren. Plaatsonafhankelijke dienstverlening door gemeenten moet mogelijk zijn.
Nieuwe start van het programma modernisering GBA : een nieuwe programmamanager. Hij is hier ook aanwezig – Jan Moelker, misschien wil je even opstaan – en u kunt hem deze twee dagen alles vragen over de nieuwe start. Verder vindt u het bestuurlijke akkoord en alle achtergrondstukken op de website van mijn ministerie als u bij de zoekfunctie “ modernisering GBA” invult en we hebben een stand op dit congres.
Dat voor wat betreft de basisregistratie.
Een ander punt waar ik uw aandacht voor wil vragen is de identiteitsfraude.
De aanpak van identiteitsfraude staat terecht hoog op de agenda. Ik hoef u niet uit te leggen dat een identiteit de sleutel is tot onze samenleving. De tijd dat iedereen iedereen bij gezicht kende of op hun goede gezicht vertrouwde is definitief voorbij. Dat houdt overigens niet in dat de overheid iedereen moet wantrouwen. Integendeel. Juist wanneer je uitgaat van vertrouwen, is er meer ruimte oplichters te pakken te nemen. En niet alleen oplichters. Identiteitsfraude is ook een aspect bij zware criminaliteit zoals mensenhandel en drugs.
Voor het bestrijden van identiteitsfraude is samenwerking van de alle ketenpartners noodzakelijk, zoals de gemeentelijke diensten, de politie, de IND, de Koninklijke Marechaussee en de RDW.
Ik heb de laatste tijd veel voorbeelden van dat soort samenwerking gezien en het is me opgevallen dat vaak de afdeling burgerzaken de spil was van zulke initiatieven. Dat verdient navolging en dat gebeurt ook op landelijk niveau.
Samen met de minister van Justitie heb ik een programma opgezet dat u misschien nog kent onder de naam ‘identiteitsmanagement’.
We hebben nu een nieuwe vlag, die de lading beter dekt: Versterking Identiteitsketen Publieke Sector, kortweg VIPS.
Kernwoord hierbij is opnieuw samenwerking. Identiteitsfraude is een zaak van ons allemaal, niet van één of twee ministeries en ook niet alleen van de landelijke overheid. We hebben daarom de NVVB gevraagd namens de gemeenten in de stuurgroep van dit programma deel te nemen.
Het programma VIPS is concreet en praktisch. Ik licht er twee punten uit.
Allereerst de aanpak van misbruik van identiteitsdocumenten.
Om misbruik van identiteitsdocumenten beter aan te kunnen pakken heb ik de afgelopen jaren een beroep op u gedaan om zo alert mogelijk te zijn en streng waar nodig. En dat heeft gewerkt.
Het aantal personen dat vanwege vermoedens van misbruik is gesignaleerd, is toegenomen.
Bovendien daalde het aantal gestolen en vermiste documenten de afgelopen jaren.
Dat is dus goed.
Toch gaat het nog steeds om een groot aantal vermiste documenten. In 2008 om 180.000 paspoorten en identiteitskaarten. Daarbij nog de rijbewijzen, vreemdelingendocumenten en buitenlandse identiteitsdocumenten die worden gestolen of verloren en er is nog steeds een groot potentieel voor de criminele wereld.
Belangrijk voor de aanpak van misbruik van identiteitsdocumenten is ook slimmer samenwerken, in het bijzonder door ambtenaren burgerzaken en de politie. Een voorbeeld: een paar maanden geleden heb in Amsterdam ik samen met hoofdcommissaris Welten en directeur Rienk Hoff het startsein gegeven voor de proef “Vermissing Document”. Het is een goed voorbeeld van hoe je met burgers moet omgaan.
We moeten niet meteen met wantrouwen beginnen, ook niet als iemand zijn identiteitsdocument kwijt is. Dat kan namelijk.
De filosofie bij het maken van beleid en regels moet zijn dat de meeste burgers te vertrouwen zijn. Zolang er niets aan de hand lijkt, is het niet nodig mensen die hun paspoort, identiteitskaart of rijbewijs verliezen, een extra gang naar het politiebureau laten maken én om de politie te belasten met het opmaken van een proces-verbaal.
Ambtenaren burgerzaken zijn namelijk heel goed in staat om te controleren of er vermoedens bestaan dat er misbruik in het spel is. Is dat niet het geval, dan neemt de gemeente de verklaring van vermissing op en kan de aanvraag voor een nieuw document gewoon worden doorgezet. Pas als aan de hand van fraudecriteria het er op lijkt dat er wat mis is, wordt van de burger verlangd dat hij of zij zichzelf verantwoordt. En dán komt ook de politie in beeld om gedegen onderzoek te doen. Fraudebestrijding wordt dus niet verhapsnapt en toevallig, maar structureel efficiënter.
Op die manier maken we het mensen niet moeilijker dan nodig is. Dat is betere dienstverlening en we doen geen onnodig beroep op politiecapaciteit.
De eerste resultaten van de proef bewijzen mijn stelling dat de meeste burgers te vertrouwen zijn. In de maanden januari en februari werden ruim 3000 reisdocumenten en rijbewijzen in Amsterdam als gestolen of vermist opgegeven. Daarbij werden minder dan honderd mensen nader onderzocht door de politie. In ongeveer twintig gevallen was er uiteindelijk voldoende aanleiding voor het starten van een diepgaander onderzoek of strafrechtelijk traject.
In 97% van de vermissingen hoeft de burger dus niet meer langs 2 loketten!
Zonder op de zaken vooruit te willen lopen, zal ik nog met de politie en de gemeente en met u overleggen om te bekijken in hoeverre en op welke wijze we de aanpak in de proef landelijk mogelijk zullen maken.
Een ander belangrijk onderdeel van het landelijk programma VIPS is de opzet van een Centraal Meldpunt Identiteitsfraude.
Op 1 december zijn we begonnen met een proef.
Burgers, bedrijven en overheden kunnen hier fraude melden of fouten in de registratie van persoonsgegevens. De proef loopt tot 1 juni dit jaar, daarna bekijken we of en hoe het meldpunt vaste vorm moet krijgen.
We willen hiermee beter zicht krijgen in aard en omvang van fraude, en daadwerkelijke afhandeling bevorderen door bijvoorbeeld de politie, de Koninklijke Marechaussee of Openbaar Ministerie.
Ik geef u enkele cijfers uit de eerste maanden van de proefperiode. Tot nu 70 meldingen waarvan er 44 te maken hebben met identiteitsfraude. De meeste meldingen komen van burgers.
Is dit veel?
Lastig te bepalen. Betrouwbare cijfers over de reële omvang van identiteitsfraude heb ik niet. Daarom hebben we die proef ook.
Ik vind 44 meldingen van vermoedelijke identiteitsfraude in een periode van vier maanden tamelijk veel, zeker gelet op het low-profile karakter van de proef.
Ik wil nog even terug komen op mijn beleid om administratieve lasten terug te dringen.
Het verminderen van uitvraag van GBA uittreksels is daarbij een prioriteit. Burgers hoeven – dat hebben we uitgezocht - inmiddels 40% minder uittreksels uit de GBA op te vragen.
In 2006 moesten er nog 2,3 miljoen GBA uittreksels worden aangeleverd.
Ik heb hard geduwd en getrokken dit aantal fors terug te dringen. Door slimmer te werken en beter gebruik te maken van bestaande gegevens zijn ruim 1 miljoen minder uittreksels nodig. Minder regeldruk, minder lasten.
Zo hoeven veel studenten geen GBA-uittreksels meer aan te leveren bij de inschrijving aan een hogeschool of universiteit.
Ook hoeven burgers tegenwoordig niet meer een GBA-uittreksel aan te leveren bij het aanvragen van een rijbewijs. Dit scheelt op jaarbasis zo’n 700.000 uittreksels.
Verder zijn er steeds meer gemeenten die aan de eigen inwoners geen uittreksel van de GBA en ook geen geboorteakte meer vragen bij het sluiten van een huwelijk. Dat is immers informatie die de gemeente al in bezit heeft of kan verkrijgen van een andere gemeente. Dat hoeft geen twee keer.
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Enschede, Bronckhorst, en Borsele en nog vele anderen hebben inmiddels besloten geen GBA-uittreksels meer te vragen bij een huwelijk. Verschillende gemeenten, waaronder Den Haag hebben te kennen gegeven zich hier later dit jaar bij aan te sluiten. Ik wil u, net als de NVVB al eerder deed, oproepen om met uw gemeente dit goede voorbeeld te volgen!
Wanneer alle gemeenten dat zo doen, scheelt dat zo’n 200.000 uitreksels en 200.000 geboorteakten.
Voor een GBA-uittreksel betaalt de burger gemiddeld 8,75 euro. Een miljoen minder uittreksels scheelt de burger dus in totaal 8,75 miljoen euro.
Ik wil maar zeggen: als u de boel vereenvoudigd zodat veel minder of geen uittreksels nodig zijn scheelt dat enorme bedragen. En uw burgers hoeven niet lang in de rij te staan.
Ik beloof u meer van deze goede voorbeelden te stimuleren en te komen tot een merkbare verbetering voor burgers.
Dames en heren, in mei starten we met een versnellingsaanpak om regeldruk fors terug te dringen.
Deze versnellingsagenda slaat op de lijst van10 belangrijkste knelpunten die burgers ervaren.
Op de gehele top10 zijn de eerste effecten merkbaar, zoals meer begrijpelijke taal, minder wachttijden, meer en betere elektronische dienstverlening en minder bezwaarschriften. Het wegnemen van de 10 belangrijkste knelpunten levert de burger een besparing op van 40 miljoen euro en bijna 10 miljoen uur.
Tot besluit nog twee punten:
De verkiezingen en het paspoort.
Op 4 juni vinden weer Europese verkiezingen plaats. En die zijn bijzonder omdat in alle gemeenten weer met potlood en papier wordt gestemd. Dit betekent ook dat de stemmen met de hand worden geteld.
We kennen allemaal de voorgeschiedenis die hiertoe heeft geleid. Ik vertrouw er volledig op dat de gemeenten al het mogelijke zullen doen om de verkiezing goed en controleerbaar te laten verlopen.
Ook nu hebben heel veel gemeenten zich aangemeld voor het experiment met het stemmen in een willekeurig stemlokaal.
Het is mooi dat zo nog meer kiezers de kans krijgen te stemmen waar zij willen.
Er geldt deze keer wel een identificatieplicht bij het stemmen. In de landelijke voorlichtingscampagne wordt daar uitdrukkelijk op gewezen. Immers zonder een geldig identiteitsbewijs kan er niet worden gestemd.
Samen met de NVVB is een werkmap gemaakt die gemeenten kunnen gebruiken bij de instructie van stembureauleden.
De werkmap bevat oefeningen die stembureauleden kunnen doen om na te gaan hoe de verschillende taken van het stembureau het beste uitgevoerd kunnen worden. In de parallelsessie over verkiezingen kunt u hier meer over horen.
Over het paspoort dan nog:
De gemeenten krijgen de volgende weken de nieuwe apparatuur om vingerafdrukken op te nemen voor de Nederlandse reisdocumenten.
Dat gebeurt in een periode waar de gemeenten het extra druk hebben vanwege de piekperiode en dat is lastig, ik weet het. Maar er wordt goed meegewerkt. Daar wil ik hier mijn waardering voor uitspreken.
Vanaf afgelopen 2 maart konden medewerkers van de gemeenten de digitale opleiding reisdocumenten volgen.
Meer dan 4300 medewerkers hebben dat ook met succes gedaan.
De praktijkopleidingen om te leren werken met de nieuwe apparatuur zijn onlangs van start gegaan. Over de praktijkopleiding zijn afspraken met de NVVB gemaakt. In mei en juni kunnen gemeenten vrij inschrijven voor deelname en in augustus en september worden nieuwe data voor opleidingen gepland.
Ik heb ook nog een aanvulling op de digitale opleiding laten ontwikkelen. Dat is een als het ware een “digitale docent” die de medewerker helpt om oefenopdrachten uit te voeren. Feitelijk kan daarmee dezelfde stof op de werkplek worden behandeld als in de praktijkopleiding. Ik verwacht dat deze digitale docent in de eerste week van mei aan de gemeenten ter beschikking kan worden gesteld.
Dames en heren,
U gaat twee dagen aan de slag. Ik hoop dat u nog weet dat ik twintig minuten geleden begon met u er op te wijzen dat u DE overheid bent.
Ik hoop dat die zware last u er niet van weerhoudt om deze twee dagen ook met plezier door te brengen. Want – laten we eerlijk zijn – het is ook ontzettend leuk om in het openbaar bestuur te mogen werken.