Sector staat sterk, verkenningen welkome aanwinst

"Ook tijdens een crisis moeten we ons voorbereiden op de toekomst na de crisis". Dat merkte DG Hoogeveen op bij het in ontvangst nemen van twee langetermijnverkenningen. In de publicaties van het LEI en de Animal Science Group van de Wageningen Universiteit wordt verkend hoe de agrarische sector en voedingsmiddelensectoren zich kunnen gaan ontwikkelen tot 2020.

Spreekpunten van DG Hoogeveen, namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij het in ontvangst nemen van de langetermijnverkenningen van het LEI en ASG op 14 april 2009 in Den Haag.

Dames en heren, mijnheer Huirne,


Hartelijk dank voor beide rapporten. Ze zijn een welkome aanwinst in onzekere tijden. Vooral omdat ze heen kijken over de huidige financieel-economische crisis. Juist ook tijdens een crisis moeten we voor bereiden op de toekomst na de crisis.

We moeten het goede bewaren uit het verleden èn vooruitkijken met durf en vertrouwen. Wat mij betreft is er dus geen hiërarchie der registers. Het nostaligsche register, het high tech register en andere registers, ze mogen allemaal open!

1. Onzekere toekomst vraagt om verkenningen en scenario's

  • Ik zeg met nadruk onzekere tijden, want we hebben te maken met crises. Energiecrisis, voedselcrisis, klimaatcrisis, kredietcrisis en over een paar jaar wellicht een nieuwe oliecrisis. Allemaal crises die een hele grote invloed op de agrosector kunnen hebben. Het zijn bovendien complexe vraagstukken. Die ook de agrosector raken en onzekerheden met zich mee brengen.
  • Verkenningen zijn zeer nuttig om die vraagstukken en onzekerheden te analyseren. Juist daarom heeft minister Verburg het Landbouw Economisch Instituut (LEI) en de Wageningen Universiteit en Researchcentrum gevraagd in deze publicaties te verkennen hoe de agrarische sector en voedingsmiddelensectoren zich kunnen gaan ontwikkelen tot 2020.
  • Kan de Nederlandse agrosector zich staande houden bij een toenemende internationale concurrentie? Kunnen we de voedselcrisis op een duurzame manier de baas? Wat gebeurt er bij een olieprijs van 150 dollar per vat? 'Voorspellen is lastig, vooral als het om de toekomst gaat' die uitspraak kent u wellicht van Niels Bohr. Ook Wim Kan gebruikte hem vele malen. Maar u gebruikt scenario's. Dat zijn mogelijke toekomsten die het voorspellen interessanter èn makkelijker maken. De verkenningen zijn zeer bruikbaar voor de sector, de agrarische sector en de voedselsector, en voor de koers van het overheidsbeleid.
  • De verkenning van het LEI toont ons waar de agrosector in 2020 kan staan. Het laat een robuuste sector zien die op veel fronten veranderingen in beleid en economie aan kan. De verkenning toont ook het omgekeerde: de fronten waar de sector een beleidsmatig steuntje in de rug nodig heeft om zijn robuuste karakter te handhaven en te versterken.
  • De verkenning van de Animal Science Group geeft een kijkje in de toekomst van de technologie. Wellicht worden de tomaten in de toekomst geplukt door robots. Maar meer nog stelt de verkenning de dringende vraag of de nu al beschikbare technieken in de toekomst ook maatschappelijk aanvaardbaar zijn. We zullen nog veel van dit soort verkenningen nodig hebben om nationaal en internationaal uitdagingen aan te gaan. Zoals de klimaatproblematiek, de voedselproblematiek. Ik stel dat in mei, als ik de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling voorzit, ook aan de orde. Maatschappelijke acceptatie van nieuwe technologieën beschouw ik als één van mijn grootste uitdagingen.

2. De agrosector staat er goed voor

  • De agrarische sector - de sterkste sector van de Nederlandse economie- blijft gericht op export van producten. Drie van iedere vier euro inkomen in het agrocomplex wordt buiten onze grenzen verdiend. Dus ook drie van de vier arbeidsplaatsen is afhankelijk van die export. Vooral de tuinbouw zal verder groeien en zal in 2020 de grootste deelsector zijn.
  • Het aantal agrarische bedrijven zal verder afnemen: van zo'n 75.000 nu naar minder dan 50.000 in 2020. In de melkveehouderij zal het aantal bedrijven meer dan halveren. Minder bedrijven gaan meer produceren: de bedrijfsgrootte neemt dus toe. Daar ligt dus een grote uitdaging voor ons ruimtelijk ordeningsbeleid. Hoe passen we de groter groeiende bedrijven in ons landschap in? Onze karakteristieke Nederlandse landschappen kunnen prima samen met gezonde en robuuste melkveehouderijbedrijven. Sterker, ze kunnen niet zonder. We moeten ze dan wel de ruimte durven geven. Ruimte die door deze ondernemers op maatschappelijk verantwoorde wijze moet worden ingevuld. De drie P's (people, planet, profit) vormen de license to operate.
  • Het LEI zegt ook dat verdere liberalisering van het handels- en landbouwbeleid samen kan gaan met een hogere melkproductie van 16%. Zelfs zonder het milieu verder te belasten. Bedrijven die deze grotere productie realiseren komen er economisch mee uit. Mits de melkquota worden uitgefaseerd. Die uitfasering is met Health Check van de Europese Commissie ingezet. Minister Verburg vindt dit een belangrijke voorwaarde en wel hierom. Juist degenen die de sector in de toekomst moeten dragen, mogen niet opnieuw met hoge kosten voor de aankoop van quota worden geconfronteerd. Want we weten dat die quota op den duur niet te handhaven zijn. Ze zullen hun in het verleden bewezen nut verliezen. Gaat u maar na: de invoerbescherming en exportrestituties in de EU worden uitgefaseerd. Bovendien is er internationaal economisch herstel te verwachten, dus ook een hernieuwde stijging van zuivelprijzen op de wereldmarkt.
  • Tenslotte voorspelt het LEI dat de akkerbouw en intensieve veeteelt relatief stabiel blijven. Maar natuurlijk wel met heel grote uitdagingen voor de suiker en de fabriekaardappelen. En met uitdagingen op het gebied van milieu en dierenwelzijn voor de intensieve veehouderij.

3. Innovatie en technologie cruciaal om voorop te lopen

  • Geven de verkenningen aanleiding om achterover te leunen?
  • Nee, integendeel. Als we gaan wachten tot de economische crisis voorbij is, redden we het zeker niet. Ik heb gewezen op mondiale ontwikkelingen en veranderingen in het Europese landbouwbeleid. Die maken dat de concurrentie harder bevochten moet worden. Nu gaat het om handelen, zelf doen, zelf maken. Samen.
  • Kennis en innovatie zijn daarbij cruciaal. Als kennis kan groeien, en we kunnen innovatie en beleid op elkaar afstemmen, dan kan de sector kansen benutten en bedreigingen het hoofd bieden. LEI en ASG wijzen daar in deze verkenningen terecht op. Er zijn verschillende innovatieve uitdagingen die sector kan oppakken. Samen met kennisinstellingen tot stand kan brengen. Daarmee kan Nederland niet alleen een exporteur van producten worden, maar ook van innovatieve concepten. Door te innoveren versterken we concurrentiepositie van de agrosector.

4. LNV zet in op duurzame innovatie

  • Ondernemers zullen de komende jaren hun keuzes blijven maken. Een deel zal stoppen. Bij degenen die doorgaan kiest de één voor bedrijfsuitbreiding, de ander voor verbreding van activiteiten en een derde gaat in deeltijd boeren.
  • Minister Verburg zal blijven investeren in kennis en stimuleringsprogramma's. Om een duurzame en op innovatie gerichte agrarische sector te versterken. Of het nu gaat om een stal of een kas. Of om steun voor een boer die landschap en natuur beheert, werk maakt van de zorg om het milieu en het welzijn van zijn dieren.
  • Maar geld is natuurlijk niet het allerbelangrijkste. Het gaat er om dat de investeringen hun werk doen. Een goed antwoord op lange termijn trends is als een mooi stuk muziek. Of als het schilderij op uw uitnodiging. Waardoor ondernemers en burgers zeggen: 'Ja, het klopt met elkaar. Het werkt'. En deze kennis kon er niet bij worden gemist.