Kabinet blijft bij standpunt in procedure NEN-normen
De overheid kan in wettelijke voorschriften naar NEN-normen verwijzen zonder de norm zelf te publiceren in het Staatsblad of de Staatscourant. Anders dan de rechter eind 2008 oordeelde is deze werkwijze deugdelijk, zo stellen de ministers Hirsch Ballin (Justitie), Van der Hoeven (Economische Zaken) en Van der Laan (Wonen) namens het kabinet in een brief aan zowel de Eerste als Tweede Kamer.
NEN-normen zijn door het bedrijfsleven opgestelde en beheerde technische standaarden die wegens het auteursrecht alleen tegen betaling verkrijgbaar zijn. Het gaat bijvoorbeeld om standaardnormen voor stopcontacten, de brandveilige constructie van bouwwerken en allerlei procedures bij testen die ervoor moeten zorgen dat producten veilig en duurzaam zijn.
Met de brief beantwoordt het kabinet de vragen die rezen na een uitspraak van de Haagse rechtbank op 31 december 2008. Die stelde dat NEN-normen waarnaar in de bouwregelgeving wordt verwezen, gelden als algemeen verbindend voorschrift. Volgens de Bekendmakingswet zou de inhoud van de normen dan in Staatsblad of Staatscourant moeten staan. Bepalingen waarin naar niet openbaar gemaakte NEN-normen wordt verwezen zijn volgens de rechtbank niet verbindend. De Staat is van het vonnis in beroep gegaan. Tenzij de rechter in laatste instantie anders beslist blijven de huidige regels geldig en toepasbaar.
Het kabinet bestrijdt dat met de verwijzing naar een NEN-norm de plicht ontstaat om de inhoud van de norm te publiceren of ervoor te zorgen dat de norm gratis ter beschikking komt. Wel erkent het kabinet dat iedereen gemakkelijk kennis moet kunnen nemen van een norm en dat de kosten geen onnodige drempel mogen zijn. Een inventarisatie door een werkgroep van verschillende ministeries wijst uit dat aan deze voorwaarden wordt voldaan. Het kabinet wijst er verder op dat in Europa op dezelfde manier wordt gewerkt als het gaat om normen in Europese richtlijnen.