Minder langdurige separaties in ggz
Het aantal patiënten dat de afgelopen jaren langdurig in een separeercel verbleef is afgenomen. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De separaties van langer dan een jaar zijn afgenomen van 44 in 2004 naar 24 in 2007.
Minster Klink stuurde hierover vandaag een brief naar de Tweede Kamer. Daarin gaf hij een toelichting op de cijfers, die dinsdag in een item van het televisieprogramma Nova aan bod kwamen. In de brief geeft hij aan dat er belangrijke kanttekeningen geplaatst moeten worden bij de cijfers. Bijvoorbeeld omdat beëindiging van afzondering vaak pas gemeld wordt als de hele behandeling afgerond is.
Uiterst redmiddel
Vervolgens benadrukte Klink vanmiddag tijdens het algemeen overleg ‘Dwang en drang’ in de Tweede Kamer dat langdurig separeren een ernstige maatregel is en een uiterst redmiddel moet zijn: ‘Dwang en drang moet slechts in uiterste gevallen worden toegepast, en wanneer het wordt toegepast, moet dit zo zorgvuldig mogelijk gebeuren’. Hoewel het beleid om separatie in de ggz terug te dringen effectief lijkt, moet daar onverminderd aandacht voor zijn. Zo worden 42 projecten ‘dwang en drang’ om separeren in ggz-instellingen terug te dringen, verlengd tot 2010.
Separeercel
Bij separatie verblijft de cliënt in een speciaal daarvoor bestemde kale ruimte met een matras en een deken. Separeercellen moeten door Klink en Hirsch Ballin (Justitie) goedgekeurd worden, en worden door de IGZ getoetst. Onder bepaalde voorwaarden mogen cliënten gedwongen worden opgenomen in een separatieruimte. Dit is geregeld in de Wet bopz. De IGZ houdt daarnaast intensief toezicht op langdurige separatie.