Afspraken met gemeenten n.a.v. definitief SCP-advies 2009 en voorlopig SCP-advies 2010
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-2924787
8 april 2009
Geachte voorzitter,
Op uw verzoek (bij brief van 2 april 2009, met kenmerk 29538-100/2009D16195) alsmede naar aanleiding van het plenair debat in uw Kamer over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wmo (van 1 april 2009) informeer ik u hierbij over de uitkomsten van het overleg met de VNG over het definitieve SCP-advies 2009 en het voorlopige SCP-advies 2010 over het Wmo-budget huishoudelijke hulp 2010. Als bijlage treft u het SCP-advies 2010 aan.Vooraf; het kader
Het behoort tot mijn (systeem)verantwoordelijkheid dat gemeenten over voldoende budget voor het uitvoeren van de Wmo beschikken, zodat gemeenten hun burgers de ondersteuning kunnen bieden die zij nodig hebben.
Daarom is met de VNG een financieel arrangement afgesproken over onder meer het ijkjaar, het objectieve verdeelmodel, de uitvoeringskosten, de indexering en de taak van de onafhankelijke derde. Voor een integrale beschrijving van dat financieel arrangement, verwijs ik graag naar de brief van mijn ambtsvoorgangster, d.d. 11 januari 2007 (brief met kenmerk DMO-CB-U-2740486). In onderstaande box vindt u de taakopdracht van de onafhankelijke derde, het SCP.
Het SCP geeft als onafhankelijke derde:
1) bindend advies over de vaststelling (berekening) van macrobudget hulp bij het huishouden t+1 o.b.v. indexering realisatie t-1;
2) niet-bindend advies over de passendheid van het macrobudget hulp bij het huishouden t+1 in verband met beleidsontwikkelingen en maatschappelijke ontwikkelingen;
3) niet-bindend advies over de macro-omvang van het totale budget Wmo en de effecten van het compensatiebeginsel en de pgb-verplichting;
4) niet-bindend advies over de toereikendheid van het verdeelmodel voor de nieuwe Wmo-middelen (hulp bij het huishouden en subsidieregelingen).
Het SCP heeft recentelijk twee rapporten afgerond; het definitieve advies over het budget huishoudelijke hulp 2009 en het voorlopige advies over het budget huishoudelijke hulp 2010. Op 1 april jl. zijn over beide rapporten goede afspraken gemaakt.
Belangrijkste afspraken n.a.v. definitief SCP-advies over 2009
Het Wmo-budget 2009 blijft ongewijzigd . Het SCP concludeert in het definitieve advies 2009 dat de onderuitputting 2007 in het budget voor huishoudelijk hulp
euro 149 miljoen bedraagt. In het eerdere (voorlopige) advies 2009 werd die onderuitputting nog op euro 228 miljoen geraamd. Het SCP acht de eerdere uitname van euro 30 miljoen die in het Wmo-budget huishoudelijke hulp 2009 is verwerkt in haar definitief advies 2009 terecht. Er is dus euro 119 miljoen bij gemeenten “achtergebleven”.
In het overleg is tevens afgesproken dat het SCP-advies over het objectieve verdeelmodel wordt ingebracht in het POR (Periodiek Onderhoudsrapport). Het POR wordt jaarlijks als onderdeel van de gemeentefondsbegroting opgesteld en verschijnt in september. Het POR heeft tot doel inzicht te geven in de werking van het verdeelstelsel van het gemeentefonds in vergelijking met de ontwikkeling van de kostenstructuur bij de gemeenten.
In het kader van het POR 2010 zal specifiek onderzoek worden gedaan naar het verdeelmodel Wmo. De rapporten van het SCP en APE zullen daarbij betrokken worden. Als de bevindingen daartoe aanleiding geven, wordt alsdan besloten om tot aanpassing van het verdeelmodel over te gaan.
Mevrouw Willemse-Van der Ploeg en mevrouw Sap vroegen tijdens het plenaire debat over de wijziging van de Wmo waarom aanpassing van het verdeelmodel op zijn vroegst kan plaatsvinden per 2011.
De fondsbeheerders, de VNG en ik willen bij het verdeelmodel zorgvuldigheid betrachten. Aanpassingen van verdeelmodellen moeten verantwoord gebeuren. Dat betekent onder meer dat er een nieuwe verdeling moet komen met deugdelijke maatstaven die moeten voldoen aan de kwaliteitseisen van het gemeentefonds. Die maatstaven moeten nog ontwikkeld worden. Het SCP doet hier in haar advies weliswaar suggesties voor, maar dat zijn nog geen uitgewerkte maatstaven.
Tevens moet er zorgvuldigheid worden betracht richting gemeenten, als het gaat om de invoering. Een wijziging van het verdeelmodel heeft ingrijpende gevolgen. Het leidt namelijk tot een per saldo neutrale herverdeling, waarbij sprake is van gemeenten die er op vooruit en er op achteruit gaan. Een dergelijke wijziging betekent dat van alle gemeenten het budget wijzigt. Een aantal gemeenten zal er op achteruit gaan.
De regelgeving verplicht om dit tijdig aan de gemeenten te melden in de meicirculaire voorafgaand aan het jaar van wijziging, zodat gemeenten dat in hun begroting kunnen verwerken.
Als men een en ander in 2010 in zou willen laten gaan, moeten wijzigingen in mei 2009 bekend zijn. Ook indien besloten zou zijn het SCP-advies buiten het POR nader te beschouwen, zou de meicirculaire 2009 niet haalbaar zijn geweest.
Belangrijkste afspraken n.a.v. voorlopige SCP-advies over 2010
Naar aanleiding van het voorlopige advies van het SCP, waarin ze een onderuitputting in 2008 constateert van euro 257,5 miljoen, zijn in het overleg met de VNG de volgende afspraken gemaakt.
Het niet bindend SCP-advies wordt volledig gevolgd. Het Wmo-budget voor huishoudelijke hulp 2010 wordt daarmee bepaald op euro 1.310 miljoen. Daarin is
euro 130,4 miljoen extra opgenomen die het SCP adviseert ter dekking van de financiële gevolgen van voorziene prijsstijgingen en de wetswijziging Wmo.
Alle betrokken partijen zijn van mening, dat gemeenten hiermee over een adequaat Wmo-budget beschikken voor huishoudelijke hulp, waarmee tevens is voorzien in de mogelijke financiële gevolgen van de wetswijziging Wmo alsmede van prijseffecten als gevolg van nieuwe aanbestedingen. Met beide ontwikkelingen zal naar de verwachting van het SCP in 2010 een bedrag van circa euro 210 miljoen zijn gemoeid. Daarbij zij bedacht dat het SCP voorziet dat gemeenten vanaf 2010 een extra besparing hebben van euro 59 miljoen, vanwege een verdere verschuiving van hh2 naar hh1. Bij de realisatiecijfers over 2010 (beschikbaar in 2011) wordt duidelijk of deze verwachte besparing zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. De realisatie 2010 is vervolgens de basis voor het SCP-advies over het Wmo-budget huishoudelijke hulp voor 2012.
Voorts is afgesproken dat het restant van de totale geconstateerde onderuitputting - ad euro 127 miljoen - behouden blijft voor gemeenten. Dit bedrag is het verschil tussen de geconstateerde onderuitputting 2008 ad euro 257,5 miljoen en de euro 130,4 miljoen die het SCP in het niet-bindende advies heeft verwerkt in het Wmo-budget huishoudelijke hulp 2010 (zie hierboven). Het bedrag van euro 127 miljoen moet bezien worden in het licht van onderzoek naar de gevolgen van de pakketmaatregel voor gemeenten door Bureau HHM. Bureau HHM heeft de financiële gevolgen van de weglek als gevolg van de pakketmaatregel Awbz naar gemeenten vanaf 2010 geraamd op een bedrag tussen euro 66 miljoen en euro 226 miljoen.
De extra beschikbare euro 127 miljoen dient in ieder geval ter dekking van de gevolgen van de pakketmaatregel Awbz. Gemeenten doen geen beroep meer op de zogenoemde weglekpot voor de AWBZ-pakketmaatregel. Voor de positionering en de verdeling van de euro 127 miljoen over gemeenten doet de VNG een voorstel, waarbij zij in het bijzonder wil kijken naar de positie van nadeelgemeenten (in het kader van de Wmo). Als de VNG dat voorstel indient, volgt nader overleg tussen VWS, VNG en de fondsbeheerders.
Deze afspraken zijn “for better and for worse”. Als het SCP in het nog te verschijnen definitieve rapport over 2008 een lagere of hogere onderuitputting constateert dan de huidige euro 257,5 miljoen, blijven de nu gemaakte afspraken over de omvang en de inzet van de onderuitputting 2008 gehandhaafd.
Dat geldt ook voor nadere inzichten omtrent de omvang van de effecten van de AWBZ-pakketmaatregelen op het gemeentelijk domein.
Ook als deze lager of hoger uitvallen dan de thans afgesproken euro 127 miljoen, blijven bovenstaande afspraken gehandhaafd. Er volgt geen nacalculatie c.q. er vinden geen nadere onderzoeken plaats naar weglekeffecten bij gemeenten.
Dit heeft als groot voordeel dat iedereen weet waar hij aan toe is.
Mevrouw Van Miltenburg vroeg in het debat over de wetswijziging wat de rol is van de onafhankelijke derde en sprak haar zorg uit over vervuiling van het macro-budget. Het SCP heeft de rol als onafhankelijke derde. Zij blijft die rol uitvoeren. Dat betekent dat zij volgend jaar wederom een advies opstelt over het Wmo-budget huishoudelijke hulp 2011 op basis van de realisatie 2009. Dat advies bespreken we in het Bofv, waarna het budget 2011 wordt vastgesteld.
Er is geen sprake van vervuiling. Ik kom de gemaakte afspraken na. Het SCP heeft een advies opgesteld voor het Wmo-budget huishoudelijke hulp in 2010.
Dat volgen we; het budget 2010 is vastgesteld conform het SCP-advies. Daarnaast komt er, conform afspraken over de gevolgen van de pakketmaatregel Awbz, extra geld beschikbaar voor de financiële gevolgen bij gemeenten.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker