Europa en landbouw zijn onafscheidelijk
Zonder Europese Unie zou Nederland er heel anders uit zien. Onze land- en tuinbouwproducten gaan naar heel Europa, en ver daarbuiten. Sicco Mansholt had dat al heel vroeg door. Dit zei minister Verburg bij de opening van een tentoonstelling over Mansholt.
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij de tentoonstelling Mansholt - van boer tot eurocommissaris - op 7 april 2009.
Dames en heren,
Allereerst een woord van dank aan de initiatiefnemers van deze tentoonstelling. Het was de bedoeling dat ik de tentoonstelling vorig jaar in Veendam zou zien, maar dat is er helaas niet van gekomen. Ik ben dan ook blij dat al het materiaal uit Veendam naar Den Haag kon worden verhuisd, zodat ook hier iedereen meer te weten kan komen over het werk en het leven van Sicco Mansholt.
Mijn speciale dank gaat dan ook uit naar Petra Maters en haar mensen. Naar Bé Buining die het initiatief nam voor de tentoonstelling. En naar Bert Nellestijn van LNV die de organisatie op zich heeft genomen.
Waarom wil ik graag de tentoonstelling over het leven en werk van Mansholt binnen deze muren hebben? Om een aantal redenen.
Allereerst: Tentoonstelling geeft een goed beeld over de persoon Sicco Mansholt. Laat zijn sterke maar ook zwakke kanten zien. Gaat in op zijn ambities, en wat er van die ambities terecht is gekomen.
De tentoonstelling gaat dus niet alleen over een meneer, en wat hij heeft gedaan. Deze tentoonstelling gaat óók over hoe je in het leven kan staan, als persoon én als politicus. Waarbij Mansholt de visie én de moed had om kritisch terug te kijken op het beleid waarvan hij één van de architecten was.
U hebt daar al veel over kunnen lezen in het boek 'De Crises', uit 1974. In dat boek blikt hij terug op zijn leven en zijn rol in politiek en samenleving. Hij was toen zes en zestig. In die tijd mocht je toen nog met pensioen - en dat was hij dus ook - , maar hij was nog actief en hard aan het werk.
In het boek laat hij zien waar hij mee worstelt, hoe hij de belangen en machtsverhoudingen in Europa beoordeelt, en hoe hij visie en strategie in alledaagse praktische actie omzet. Een mooi voorbeeld daarvan: 'Daar zaten we dan achter onze formica tafels als nieuwe Commissie met onze Europese idealen. Maar we hadden geen pen en papier'.
Het zijn deze ervaringen, de anekdotes, de bespiegelingen, die het boek zeer leesbaar maken. Een echte aanrader. Je zou willen dat politici wat vaker de pen pakten om hun ervaringen en motieven aan jongere generaties dóór te geven.
En een tweede reden om de tentoonstelling hier in Den Haag een podium te geven is: Europa. Want Mansholt is niet alleen de mens Mansholt, maar ook een exponent en vormgever van onze Europese geschiedenis.
Om dat te kunnen begrijpen, is een stap terug in onze geschiedenis nodig. Het Europa van de vijftiger jaren ging om vrede en veiligheid. Ging om het scheppen van een gemeenschappelijke markt voor consumptiegoederen en voor investeringsgoederen.
Zo'n markt, wist Mansholt, kon nooit geschapen worden zonder gemeenschappelijk landbouwbeleid. In die zin is het gemeenschappelijk landbouwbeleid eerder een bijproduct van de Europese ambities, dan de kern ervan. Mansholt heeft dat overigens ook meerdere malen betoogd: zonder gemeenschappelijk landbouwbeleid géén gemeenschappelijke markt voor consumptiegoederen en de industrie.
Maar ondanks het feit dat het landbouwbeleid eigenlijk een bijproduct was, heeft het in de jaren daarna toch veel aandacht getrokken én gekregen. En dat kwam met name omdat het een beleidsveld was dat echt Communautair georganiseerd moest worden. Met veel bemoeienis van de overheid. Dat gold veel minder voor de staalindustrie, of voor de olie en chemie.
Europa en landbouw zijn dan ook onafscheidelijk aan elkaar verbonden. En vandaar misschien ook dat we hier op LNV zo hameren op het belang van Europa. Vooral ook nu, zo vlak voor de Europese verkiezingen. Zonder Europese Unie zou het er hier in Nederland heel anders uitzien.
Kijk naar Schiphol, Pernis, Rotterdam, de Zuidas, Corus en Shell: zonder Europa was al deze bedrijvigheid nooit mogelijk geweest op deze schaal. Kijk naar onze land- en tuinbouwproducten. De sector zit nu in een dip, maar de producten gaan naar heel Europa (en ver daarbuiten).
Mansholt had dat al heel vroeg door. Had al heel vroeg die vooruitziende blik. Hij zag echter ook - meer aan het einde van zijn carrière - de schaduwzijde van het succesvolle Europese landbouwbeleid. En daarmee maak ik weer een sprong naar het hier en nu.
Hij zag dat er door de focus op de productie, onvoldoende oog was voor hoe wij omgingen met onze grond, het milieu en onze dieren. En daarmee blijkt eens te meer zijn vooruitziende blik. Want inmiddels zet de Europese Commissie, en wij hier in Nederland, steeds meer in op duurzaam ondernemen. En gaan we agrarische ondernemers - zichtbaar voor iedereen - belonen voor het beheer van het landschap en de natuur, en de zorg die zij besteden aan milieu en dierenwelzijn. Eind deze maand stuur ik een voorstel naar de Tweede Kamer waarin ik meer mogelijkheden voor ga stellen voor een dergelijke beloning.
Dames en heren,
Wie was het die zei: 'in het verleden, ligt het heden. In het nu, wat komen zal' (Bilderdijk). Hier op deze tentoonstelling liggen heden en verleden heel duidelijk in elkaars verlengde. Want de idealen van Mansholt - een sterke productieve én duurzame landbouw - liggen echt onder handbereik.
Nu is onze generatie aan zet om de toekomst vorm te geven. We werken aan een sterke, innovatieve en duurzame landbouw, die koploper is binnen de Europese Unie maar ook daarbuiten. En die open ogen heeft voor kansen en ontwikkelingen. Ik denk daarbij nadrukkelijk aan de rol die agrarisch onderwijs kan spelen. Een duurzame landbouw met respect voor biodiversiteit en milieu, en rekening houdend met schaarste aan water en energie.
Ik open met heel veel plezier deze tentoonstelling.