Antwoorden op kamervragen van Langkamp over wachtlijsten in de jeugd-ggz

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-CB-U-2913522

3 april 2009

Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Langkamp (SP) aan minister Rouvoet over de wachtlijsten in de jeugd-ggz (2080913400)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de wachtlijsten in de jeugd-ggz veel korter kunnen? 1)

Ik ben positief over het nieuws dat wachttijden sterk teruggedrongen kunnen worden doordat zorgaanbieders slimmer werken.

Vraag 2

Is het waar dat momenteel 29% van de jeugdige cliënten langer wacht dan volgens de norm toelaatbaar is? Hoeveel langer wachten deze jongeren gemiddeld?

Volgens het bericht op www.psy.nl en de laatste wachttijdenrapportage van GGZ Nederland wachtte op peildatum 1-1-2008 39% van de jeugdigen langer dan de Treeknorm. Jeugdigen wachtten gemiddeld zes weken voor de start van iedere wachtfase in een zorgepisode (aanmelding, beoordeling en behandeling). De Treeknormen voor deze fases zijn respectievelijk vier, vier en zes weken. Gemiddelde wacht men in de jeugd-ggz dus vier weken te lang wanneer men alle drie de wachtfasen doorloopt. Het betreffende wachttijdenrapport van GGZ Nederland heb ik u vorig jaar doen toekomen met Kamerstuk 2007–2008, 29 815, nr. 145.

Vraag 3

Wanneer zijn de wachtlijstcijfers van de jeugd-ggz van het jaar 2008 beschikbaar?

GGZ Nederland verwacht deze cijfers in mei 2009 uit te brengen.

Vraag 4

Kunt u stellen dat het project “versnelling in de jeugd-ggz” een succes is?

Ja, het project is een succes geweest. gegaan De verschillende doorlooptijden werden afgelopen jaar door alle teams flink teruggebracht. Positieve neveneffecten van het project waren dat er eens goed werd stilgestaan bij de aanpassing van het primaire proces, dat er een verhoogde logistieke en economische bewustzijn ontstond bij behandelaars en dat men ontdekte dat sneller werken ook kan zonder verlies aan kwaliteit. Het project is voor de helft gefinancierd met geld uit het ZorgInnovatiePlatform van het ministerie van VWS. Zorgaanbieders hebben zelf de andere helft bijgedragen.

Vraag 5

Bent u bereid het project “versnelling in de jeugd-ggz” in alle jeugd-ggz instellingen toe te passen? Zo ja, wanneer gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

De implementatie en uitrol van de resultaten van de doorbraakprojecten is nu een verantwoordelijkheid van de sector zelf, het betreft immers hun interne bedrijfsvoering. Met name de zorginkoop van zorgverzekeraars moet een aanjagende rol gaan spelen.

Vraag 6

Bent u bereid naar voorbeeld van de jeugd-ggz in Drenthe in geheel Nederland te bewerkstelligen dat binnen een week het onderzoek en de diagnostiek rond zijn?

Het inrichten van de interne bedrijfsvoering en de keuze van het type behandelaanbod is een verantwoordelijkheid van de instellingen zelf. Zorgverzekeraars spelen hierin ook een grote rol. Het zou wenselijk zijn als de zorgverzekeraars de instellingen voor hun inspanningen gaan belonen door bijvoorbeeld extra zorg in te kopen of een hoger tarief te bieden voor instellingen met lage wacht- en doorlooptijden. Op deze manier worden ook andere instellingen geprikkeld om soortgelijke projecten als het opzetten van een ADHD-poli op te starten.
In april 2009 verschijnt het Handboek Versnelling in de jeugd-ggz. Het handboek bevat kennis en praktijkvoorbeelden waarmee instellingen zelf verder kunnen werken aan versnelling en kwaliteitsverbetering volgens de doorbraakmethode. Het handboek wordt binnen de sector verspreid en komt ook digitaal beschikbaar.

Vraag 7

Bent u bereid aparte ADHD-poli’s in geheel Nederland te openen waar in één dag de diagnose wordt gesteld?

Zie het antwoord van vraag 6.

Vraag 8

Wat gaat u nog meer ondernemen ten aanzien van het behandelaanbod om de wachtlijsten in de jeugd-ggz te verkorten?

Zoals ik eerder bij brief (Kamerstuk 2008-2009, 31700 XVII) aan u berichtte, zal ik dit voorjaar komen met een plan van aanpak van de wachtlijsten in de jeugd-ggz.

1) www.psy.nl, 12 februari 2009, “Wachttijden jeugd-ggz kunnen veel korter”