Antwoorden op kamervragen van Langkamp en Leijten over de structurele inbedding van de BOP-academie van Stichting Bedrijven

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

3 april 2009

DR&P/J&G/2917170

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Langkamp en Leijten aan minister Rouvoet over de structurele inbedding van de BOP-academie van Stichting Bedrijven OntwikkelPunt onder de sticting Rentray.
(2009Z03700)

Vraag 1

Is het waar dat de BOP-academie per 1 januari 2010 wordt ondergebracht bij de stichting Rentray en er daarmee sprake is van een structurele inbedding van deze campus?

Antwoord 1

Er is per 1 januari 2010 nog geen sprake van een structurele inbedding van de BOP academie in Deventer. Er is wel een intentieverklaring tussen Stichting BOP en Stichting Rentray om de verantwoordelijkheid over de uitvoering van de BOP academie in te voegen in het reguliere onderwijs van Rentray per 1 januari 2010.

Vraag 2

Is de effectiviteit van deze campus al onderzocht? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst?

Antwoord 2

De BOP academie is een van de negen campuspilots die door Bureau Intraval op effectiviteit worden onderzocht. De uitkomsten zullen medio 2010 bekend zijn.

Vraag 3

Maken jongeren die wegens strafmaatregel zijn geplaatst in de Rentray of als natraject gebruik van deze campus? Zo ja, vindt u dit een gewenste ontwikkeling? Kunt u aangeven sinds wanneer de doelgroep voor campussen is verbreed naar strafrecht?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat jongeren met een strafrechtelijk verleden gemengd worden in de groepen van BOP en Rentray? Zo ja, hoe gaat u dat voorkomen, gezien de samenwerking? Zo nee, is dit niet een taak van justitie?

Antwoord 3 en 4

Ik ben het met u eens dat het onwenselijk zou zijn wanneer een campus overwegend bevolkt wordt door (ernstig) criminele jongeren. Een campus is geen justitiële jeugdinrichting. Zoals ik u per brief heb meegedeeld (TK 2007-2008, 31 001, nr 54) gaat het bij de campussen om jongeren zonder werk of scholing die dreigen af te glijden naar crimineel of maatschappelijk onwenselijk gedrag. Dit kunnen wel jongeren zijn met een licht crimineel verleden, waarvan voorkomen moet worden dat zij verder zullen afglijden of terug de criminaliteit in gaan. De eerste tussenrapportage geeft informatie over het aantal jongeren in de pilots met een crimineel verleden. Deze is als bijlage bij voornoemde brief aan de Tweede Kamer toegezonden.

In de intentieverklaring wordt beoogd dat Rentray Onderwijs en meer in het bijzonder de locatie van Rentray Onderwijs in Deventer, het onderwijs bij de BOP-academie gaat verzorgen en dat de jongeren ook bij Rentray Onderwijs worden ingeschreven.

Vraag 5

Is het waar dat de campussen nog draaien als pilots en dat eerst gekeken zal moeten worden naar de effectiviteit van de campussen voordat besloten wordt tot structurele inbedding van deze pilots?

Antwoord 5

Ja.

Vraag 6

Is het waar dat er daarom ook nog geen beslissing genomen kan zijn omtrent de BOP-academie en dat de Kamer hierover eerst een besluit zal moeten nemen?

Antwoord 6

De intentieverklaring beoogt dat Rentray Onderwijs het onderwijs en de projectuitvoering van de BOP-academie gaat verzorgen. Dat staat los van de besluitvorming over de eventuele structurele inbedding van pilots.

Vraag 7

Wanneer kan de Kamer de rapportage omtrent de effectiviteit van de pilots van de campussen verwachten?

Antwoord 7

Medio 2009 ontvangt u de tweede tussenrapportage waarin in u wordt geïnformeerd over de toeleiding van jongeren naar de campus-pilots, de uitstroom en voortijdige uitval, het nazorg traject en de voortgang van de pilots.