Antwoorden op kamervragen van Langkamp over het bericht dat jeugdzorgmederwerkers geen anonieme aangifte kunnen doen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJJ/09/2913223

3 april 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over het bericht dat jeugdzorgmedewerkers geen anonieme aangifte kunnen doen (2009Z02428).

Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat jeugdzorgmedewerkers geen anonieme aangifte bij de politie kunnen doen omdat de mogelijkheid van domicilie kiezen niet altijd door de betreffende verbalisant wordt erkend?

Vraag 2

Deelt u de mening dat jeugdzorgwerkers in staat moeten zijn om aangifte te kunnen doen zonder dat hun privé-gegevens in het proces verbaal staan genoemd?

Vraag 3

Hoe komt het dat het nog niet op elk politiebureau bekend is dat bij aangifte door een jeugdzorgwerker er de mogelijkheid is dat zij niet hun privé-gegevens op hoeven te geven?

Antwoord 1, 2 en 3

Bij vrees voor represailles is domiciliekeuze een bestaande mogelijkheid, daar waar het woonadres van het slachtoffer of de getuige niet relevant is voor de bewijsvoering in het strafproces. Bij het doen van aangifte kan dan een ander adres gebruikt worden, bijvoorbeeld van het politiebureau, Slachtofferhulp Nederland, het slachtofferloket of de werkgever, in plaats van de eigen privé-gegevens.
Ik vind dat opsporingsambtenaren die aangiftes en verklaringen opnemen, op de hoogte moeten zijn van de mogelijkheden van (al dan niet beperkte) anonimiteit en in staat moeten zijn deze te vertalen naar de concrete praktijk. De vrees van slachtoffers voor represailles moet worden herkend en erkend bij het opnemen van een aangifte.
Tot op heden bestaat nog geen standaardwerkwijze binnen de verschillende politiekorpsen hoe hiermee om te gaan.

Vraag 4

Bent u bereid in overleg te treden met de politie, zodat het voor werkers in de jeugdzorg het overal in Nederland en in elk politiebureau mogelijk is om anoniem aangifte te doen?

Antwoord 4

Dit thema is al onderwerp van gesprek tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie met de politie. In de beleidsreactie van 1 oktober 2008 op de verkenning ‘Anonimiteit in het strafproces’ hebben de ministers aangegeven het gebruik van domiciliekeuze te willen verruimen (Kamerstuk 2008-2009, 28684. nr. 176). In de pilot ‘vernieuwd slachtofferloket’, waarin alle relevante ketenpartners samenwerken, wordt bekeken op welke wijze dit plaats kan vinden. Daarnaast is er aandacht voor de aansluiting van de informatiesystemen van de ketenpartners op elkaar, waarbij ook de mogelijkheid van het gebruik van een uniek identificatienummer wordt onderzocht. De politie zal vooruitlopend op deze ontwikkelingen dit jaar de mogelijkheid van domiciliekeuze binnen alle politiekorpsen nog eens ruim onder de aandacht brengen.

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg Anonimiteit in het strafproces van 17 maart 2009?

Antwoord 5

Dat is helaas niet gelukt.