Antwoord op Kamervragen over de commissie-Davids

Minister-president Balkenende heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Kant (SP) over de beantwoording van vragen over de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak door de commissie-Davids.

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Kant (SP) d.d. 10 maart 2009, nr. 2009Z04249, inzake de beantwoording van vragen over de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak door de commissie Davids.

De minister-president,
Minister van Algemene Zaken,

mr.dr. J.P. Balkenende

1
Wat is uw mening over de uitspraken van de heer Davids dat hij zich enkel richt op de feiten en dat er geen politiek getinte vragen zullen worden beantwoord door de commissie? 1) Vindt u ook dat de door de SP gestelde vragen te politiek zijn om door de commissie te laten beantwoorden? Zo ja, waarom?

2
Vindt u dat een door de SP gestelde vraag als -"Is er na het besluit dat Nederland politieke steun zou verlenen aan de oorlog in Irak een opdracht uitgegaan naar inlichtingendiensten en ministeries die de reeds gemaakt beslissing verder moesten onderbouwen?- een feitelijke vraag is die prima door de commissie onderzocht kan worden? Zo ja, waarom gebeurt het dan niet? Zo nee, wilt u dan zelf per ommegaande deze vraag beantwoorden?

3
Hoe definieert u een "politiek getinte vraag"? Deelt u de mening dat álle vragen naar de achtergrond van de politieke steunverlening aan de inval in Irak politiek getint zijn? Zo nee, waarom niet? Is het niet zo dat alle feiten die onderzocht gaan worden voorvloeien uit politieke besluiten of handelingen? Zo ja, bent u bereid om de commissie Davids te vragen haar taakomschrijving ruimer op te vatten? Zo nee, wat is dan volgens u het verschil tussen een onderzoekbaar feit en een politiek getinte vraag?

4
Als de door de SP ingediende interpellatievragen 2) door de commissie Davids als politiek getint worden beschouwd en daarmee niet worden beantwoord, wat is dan uw verwachting over de beantwoording van alle andere vragen die in de Eerste en Tweede Kamer zijn gesteld? Hoe groot acht u de mogelijkheid dat de commissie Davids het merendeel van de gestelde vragen niet zal beantwoorden, gezien hun politieke getintheid?

5
Acht u de uitspraak van de heer Davids, dat politiek getinte antwoorden niet beantwoord worden, in tegenspraak met uw uitspraak tijdens het interpellatiedebat van 17 februari 2009 waarin u zei: 'Bij dat onderzoek zal hij naar verwachting ook de vragen betrekken die de geachte afgevaardigde, mevrouw Kant, vandaag heeft gesteld. De regering zal die in ieder geval aan de commissie doorgeleiden'? Heeft u de heer Davids van uw verwachting tot beantwoording van de vragen op de hoogte gebracht? Zo nee, waarom niet?

6
Is het in uw optiek wenselijk dat de commissie Davids zich beperkt tot feitenonderzoek of zou het goed zijn als de commissie ook een oordeel uitspreekt over de politieke gang van zaken? Acht u de vertraging die nu optreedt niet schadelijk voor de openheid van onze democratie?

7
Bent u, nu de heer Davids heeft laten weten de antwoorden niet te zullen geven, bereid om de (acht) op 17 februari gestelde interpellatievragen alsnog binnen drie weken te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?

8
Bent u, nu de heer Davids heeft laten weten geen politiek getinte vragen te beantwoorden, bereid alle vragen die politiek getint zijn alsnog binnen drie weken te beantwoorden? Zo nee, vindt u dat het parlementaire grondrecht op informatie gerespecteerd wordt wanneer vragen waarvan nu al bekend is dat de commissie Davids ze niet zal beantwoorden, voor meer dan negen maanden onbeantwoord blijven?

Antwoord vraag 1 tot en met 8

Zoals in mijn brieven d.d. 2 en 3 februari 2009 alsmede tijdens de debatten van 4 en 17 februari 2009 gesteld, is de status van de commissie Davids onafhankelijk. In het onderzoek van de commissie Davids worden betrokken alle door beide Kamers der Staten-Generaal gestelde vragen die op het onderwerp van onderzoek betrekking hebben, alsmede alle vragen die tijdens het onderzoek van de commissie over dit onderwerp worden gesteld. Gezien de onafhankelijke status van de commissie Davids moet ik mij onthouden van duiding of uitleg van eventuele uitspraken van de voorzitter van de commissie. Tijdens het debat met uw Kamer heb ik aangegeven dat wanneer de onafhankelijke commissie haar onderzoeksrapport heeft uitgebracht, de regering haar politiek oordeel over dat rapport zal uitspreken en haar verantwoordelijkheid zal nemen voor beantwoording van de door Tweede en Eerste Kamer gestelde vragen. Het zal in belangrijke mate afhangen van opzet, inhoud en mate van detaillering van dit eindrapport of op dat moment zal kunnen worden volstaan met een verwijzing naar het rapport waarin die vragen expliciet zullen zijn beantwoord, danwel dat een uitgebreidere referentie naar de antwoorden mogelijk zal zijn. Eveneens is het voorstelbaar dat aanvullende antwoorden van de regering nodig zullen zijn c.q. antwoorden op niet beantwoorde vragen. Daarover is uiteraard pas uitsluitsel mogelijk wanneer het eindrapport is uitgebracht. Eerst moet de commissie in alle onafhankelijkheid haar werkzaamheden kunnen verrichten.

1) de Volkskrant, 3 maart 2009: "Nieuwsgierig, onafhankelijk en begaan; Dinsdagprofiel Willibrord Davids"
2) Vraagnummer 2009Z02707/2080913593