Extra geld voor duurzame landbouw
Minister Verburg kondigt tijdens de uitreiking van de Agrarische Ondernemersprijs tevens 110 miljoen euro extra voor duurzame ontwikkeling van de land- en tuinbouw aan. Ook gaat het plafond van het borgstellingsfonds omhoog.
Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij de uitreiking van de Agrarische Ondernemersprijs op 25 maart 2009 in Zeist.
Dames en heren, mijnheer Leferink,
Een bijzondere dag. Ik kom net uit het kabinetsberaad waarin wij een pakket maatregelen hebben vastgesteld om de crisis het hoofd te bieden. Een samenhangend pakket met een goed evenwicht tussen de korte en lange termijn. We ontkomen niet aan bezuinigingen om de overheidsfinanciën gezond te houden. Maar op de korte termijn investeren we in bedrijvigheid en werkgelegenheid. Ik zal u straks graag vertellen hoe ook de agrosector daarvan profiteert en zo verder kan werken aan verduurzaming en concurrentiekracht. Dat verdient u ook. Want ik ben buitengewoon trots op u, en op deze innovatieve ondernemers in het bijzonder. Zij dragen, ieder op hun manier, bij aan de koploperspositie van onze landbouw.
Ze vormen daarmee het gemeenschappelijk fundament onze nationale economie, want de landbouw, dames en heren, is goed voor tien procent van onze nationale economie. 17 procent van onze export - en export is de kurk waar wij op drijven- is agrarische export. De landbouw draagt, met haar overschot op de agrarische handelsbalans (bijna 23 miljard euro), voor bijna zestig procent bij aan het overschot op de nationale handelsbalans (40 miljard euro)!
Agrarisch ondernemers hebben daarnaast nog heel veel sleutels voor oplossingen waar een groot maatschappelijk belang mee is gemoeid. Oplossingen die niemand anders kan bieden (zelfs een minister niet).
Een sleutel voor people. Eén voor planet. Voor profit. Een moederexemplaar voor alle drie. Eén om de kredietcrisis uit te komen. Eén voor een betere verdeling van voedsel en inkomen in de wereld …. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Als de dames en heren naast mij de essentie vormen van de vitale agrarische sector die we hebben, dan hoeven we ons helemaal nergens meer zorgen over te maken.
Maar helemáál vanzelf gaat het natuurlijk niet. Ik zal daar nu iets in het algemeen over zeggen. Kort, want ik wil u niet in spanning laten.
De landbouw is een veelzijdige sector, waar je verschillend naar kunt kijken. Kijken we geografisch, dan lijkt 'stabiliteit' onderscheidend. Als we dertig jaar geleden google-earth hadden gehad, en we hadden dat op Nederland losgelaten, dan was het beeld nagenoeg identiek geweest. Waar land voor akkerbouw wordt gebruikt en waar voor weidebouw is decennia, ja soms zelfs eeuwen ongewijzigd. Het wegenpatroon en de waterhuishouding hebben een structuur die eeuwen dezelfde is gebleven. Zelfs de locaties van de bedrijfsgebouwen zijn nagenoeg onveranderd.
Maar…. ik zoom in. En dan komt iets anders tevoorschijn. We zien razendsnelle veranderingen. Technieken voor landgebruik lijken niet op die van vroeger. Stallen en opslagruimtes worden anders ingericht, dieren anders gehuisvest. Ook de afzetstructuur verandert in hoog tempo. Geen enkele agrarische sector is van verandering uitgezonderd. En toch zien de meeste agrarische ondernemers de toekomst met vertrouwen tegemoet. Midden in deze crisis. Is dat niet gek?
Nee, dat is eigenlijk heel logisch. Gaat u maar na: in welke sector moet je zó veel kunnen en zó veel anticiperen op veranderende omstandigheden? Niet alleen consument, concurrentie en markt, maar ook klimaat, en seizoenen. En waar vind ik ruimte, hoe groot of hoe divers maak ik mijn bedrijf? Het is een sector die alles van een ondernemer vraagt. Met een standaardrepertoire ondernemerstalent kom je er niet.
Maar soms is zelfs dat nog niet genoeg. Soms moet je simpelweg overleven door de kop te kiezen. Dat betekent dat je de snelle veranderingen niet alleen moet opvangen, maar ook vóór moet zijn. De paradox is, dat we het dan over heel onvoorspelbare ontwikkelingen hebben. Dat zien we nu. Een crisis in het financiële systeem in Amerika spreidt zich als een olievlek over de wereld uit. En trekt naast de financiële sector de hele economie mee. Wat volgt is een recessie, die in niets lijkt op een andere. Waar ook de relatief sterke en stabiele Nederlandse landbouwsector een flinke dreun van mee krijgt.
Vergeleken met een jaar geleden daalden de prijzen in een aantal sectoren. Zuivel: gedaald met 30%, graan: naar beneden met 40 á 50% en bloemen: met bijna 20 %. De groenteteelt onder glas en de pluimveehouderijbedrijven realiseerden vorig jaar gemiddeld negatieve bedrijfsresultaten. En zonder prijsherstel zullen de melkveehouderij en de bloementeelt volgen.
Kant-en-klare oplossingen bestaan niet, maar, en nu komt het,….. ondernemersmentaliteit en 'denken in kansen' maken wèl een groot verschil. Of, zoals Alain de Botton er naar kijkt: ondernemerschap 'bestaat bij de gratie van de gedachte dat de huidige stand van zaken een onbetrouwbare en laffe graadmeter vormt van alles wat mogelijk is.'
Een ondernemer kan niet alles alleen op zijn schouders nemen, en dat hoeft ook niet. Hij is immers niet de enige die belang stelt in de continuïteit van de productie. De overheid, de kredietverschaffers, de vervoerders, de industrie, de supermarkten en veel andere partijen in de keten vinden dat net zo belangrijk. En ook zij gaan nu bij zichzelf te rade. Ook zij gaan na welke kansen er zijn. Ik vind dat we die kansen samen moeten pakken. Samen, en in de héle keten, het proces in de goede richting sturen. Zodat we sterker uit de crisis komen, dan we er in gingen.
Het kabinet staat voor een sterke en groene economie. Binnen die sterke, innovatieve economie past het streven naar duurzame productie. Dat wil zeggen: produceren in verbinding met people, planet en profit. Verduurzaming is het kompas voor de toekomst. Duurzaam duurt het langst.
Het spreekt vanzelf dat we ook op de korte termijn in actie komen. We willen de productie en de werkgelegenheid van nu niet zomaar weg zien zakken. Daar hebben we een passend financieel beleid bij nodig. Een oplopend overheidstekort zal immers weer ooit teruggedrongen moeten worden. We moeten in dat financiële beleid prioriteiten stellen. In deze situatie is het buitengewoon belangrijk dat kredieten worden verleend.
Tegelijkertijd moeten er handelsmogelijkheden blijven. We hebben immers een open economie; een groot deel van onze producten wordt in het buitenland afgezet. We zetten als kabinet dan ook alle zeilen bij om onze concurrentiepositie te behouden, en zo onze economie veilig over zee te loodsen. Daarbij moeten we waken tegen protectonisme. Juist nu moeten grenzen en handelslijnen open blijven.
Wat betekent dat nu voor u?
Het betekent dat we u ondersteunen en daarbij investeren in innovatie. Daartoe heeft het kabinet vandaag een reeks nieuwe maatregelen genomen. In het nieuwe pakket zit in totaal 110 miljoen extra voor duurzame ontwikkeling van de land- en tuinbouw. Dus veel extra ruimte voor innovaties.
- Bijvoorbeeld in stallen. Vorig jaar heb ik gezegd dat ik eind 2011 minimaal vijf procent van de veehouderijstallen integraal duurzaam wil hebben. Voor de investeringsregeling voor zulke stallen komt meer geld beschikbaar.
- Er komt, eveneens dit jaar, een extra impuls van voor luchtwassers voor de varkenshouderij om ammoniak en stofemissies terug te brengen. Nederland is daarmee een van de eerste landen waar bedrijven deze installaties hebben.
- En als de Europese Commissie akkoord is, gaat het plafond van het Borgstellingsfonds omhoog. U heeft daarmee meer garantiemogelijkheden. Ik schat dat er dan voor circa 60 miljoen garanties voor de duurzame glastuinbouw kunnen worden afgegeven.
- Verder investeren we extra in kennis voor chemie- en agrosectoren. Om waarde uit landbouwproducten te halen en de biobased economy te stimuleren.
Met dit pakket richt ik mij op duurzaamheid en op innovatie. Op mensen die willen pionieren. Want pioniers brengen meestal een bredere ontwikkeling op gang. Of, zoals de Amerikanen graag zeggen, succes breeds succes. Veel kleine stappen maken uiteindelijk een groot verschil.
Dames en heren,
Het agro-bedrijfsleven staat midden in de samenleving. Het is vitaal en veerkrachtig. Hier, in Europa en daarbuiten. Kijkt u maar naar de studies van het LEI naar de kostprijs van varkensvlees of van eieren; daaruit blijkt dat Nederland, vergeleken met de ons omringende landen, een redelijk sterke positie in neemt. Ondanks de economische crisis, ondanks de relatief hoge kosten van bijvoorbeeld arbeid en grond, en een overheid die hoge eisen stelt op het gebied van kwaliteit en omgeving. Ik heb dan ook groot vertrouwen in de agrarische sector; u kunt de toekomst aan!
Het brengt mij terug naar dit podium. We danken onze koppositie voor een belangrijk deel aan de mentaliteit van u als ondernemers, aan hun 'denken in kansen'. Het zijn de ménsen die het verschil maken. De dames en heren op het podium zijn koplopers met het lef en de moed en de wil om het onmogelijke mogelijk te maken. En geloof me: in onze land- en tuinbouw kan nog veel meer mogelijk worden gemaakt.
De jury heeft vijf bedrijven beoordeeld en als ik af ga op deze middag en op wat wij hier vanmiddag zagen, is dat een inspirerend en boeiend proces geweest…dat nú tot een absoluut hoogtepunt komt.
En de winnaars zijn: Karin en Sjaak van Veen met hun kaasboerderij in Zoeterwoude. Van harte gefeliciteerd!