Antwoord op Kamervragen over crisiscommunicatie kabinet
Vice-minister-president Bos heeft vragen beantwoord van Tweede-Kamerlid Halsema (GL) over de communicatie van het kabinet tijdens de aanpak van de financiële en economische crisis.
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die het lid Halsema (GL) de minister-president heeft voorgelegd inzake de communicatie van het kabinet tijdens de aanpak van de financiële en economische crisis (uw kenmerknummer: 2009Z03497).
DE VICE-MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Financiën,
Wouter Bos
1.
Heeft u als premier en minister van Algemene Zaken (verantwoordelijk voor de RVD) een coördinerende rol in de communicatie van het kabinet over de aanpak van de crisis? Zo nee, waarom niet?
2.
Kunt u aangeven of het kabinet communicatiebeleid over de aanpak van de crisis is overeengekomen en hoe dat beleid luidt. Zo nee, is het iedere vakminister voor zich?
Antwoorden op vragen 1. en 2.
De minister-president is voorzitter van de ministerraad die beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en de eenheid daarvan bevordert (artikel 45 Grondwet). De minister-president, minister van Algemene Zaken, is voorts belast met de coördinatie van de communicatie over het algemeen regeringsbeleid. De aanpak van de kredietcrisis en de gevolgen ervan behoort tot het algemeen regeringsbeleid. Dit omvat tevens de communicatie. Deze verloopt volgens de reguliere afspraken die gelden voor communicatie over kabinetsbesluiten. Tot de uitgangspunten bij communicatie behoort een aanduiding van de fase van besluitvorming waarin een onderwerp zich bevindt voor zover dit niet reeds duidelijk is of algemeen bekend mag worden verondersteld. Binnen deze kaders vinden communicatie en woordvoering door bewindspersonen plaats over de onderwerpen waarvoor zij individueel verantwoordelijk zijn.
3.
Welke communicatieles heeft u getrokken uit de commotie die ontstond over de hypotheekrenteaftrek, nadat u en de minister van Financiën eerst gecommuniceerd hadden dat het tijd was voor ' onorthodoxe' maatregelen en alle opties bespreekbaar waren?
Antwoord
Hierop ben ik reeds ingegaan tijdens het kamerdebat van 18 februari jongsleden.
4.
Kunt u verklaren waarom u in het Kamerdebat op 18 februari geen enkele mededeling over mogelijke maatregelen wilde doen (en stelde daartoe pas medio maart in staat te zijn), maar in de dagen daarna vrijwel iedere dag door het kabinet nieuws wordt gemaakt met al dan niet definitieve maatregelen?
Antwoord
Maatregelen worden pas bekend gemaakt nadat het kabinet hierover heeft besloten.
5.
Zijn de maatregelen die nu bekend worden al definitief of wordt daarover nog onderhandeld binnen het kabinet of met bijvoorbeeld sociale partners?
Antwoord
Maatregelen worden bekend gemaakt nadat het kabinet hierover heeft besloten. Het kabinet hecht aan nauw overleg met sociale partners, vooraf en achteraf.
6.
Neem de berichten over beleidsvoornemens rond de problemen bij de pensioenfondsen. Ligt hier al een besluit om de fondsen geen drie, maar 5 jaar de tijd te geven? Of is dat slechts een voornemen? Wordt hierover nog met fondsen en sociale partners onderhandeld? Is het nog mogelijk om in plaats voor een generieke maatregel te kiezen voor maatwerk, zoals bij de banken is gebeurd?
Antwoord
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft u hierover na besluitvorming door het kabinet op 20 februari 2009 per brief geïnformeerd.
7.
Neem de berichten over de tweede verlenging van de WTV-regeling. Waarom is dat niet in het Kamerdebat gemeld? U wist vorige week toch al dat u voor maart geen nieuw akkoord met sociale partners rond kreeg? En is een derde verlenging van de WTV-regeling ook nog een optie?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 4.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft u op 26 februari per brief geïnformeerd over het besluit tot verlenging van de wtv-regeling.
Over de verdere toekomst van de wtv-regeling heeft het kabinet nog geen besluiten genomen.
8.
Neem de berichten over het voornemen om iedereen op de nullijn te zetten. Is dit nu een besluit, voornemen of onderhandelingsinzet? Waarom wordt dit publiek gemaakt? Waarom gebeurt dat op de dag dat bekend wordt dat de nieuwe Defensie-CAO een salarisverhoging van 1% kent?
Antwoord
Het kabinet zit niet aan tafel bij de CAO-onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Wel heeft het kabinet een nadrukkelijke verantwoordelijkheid om vanuit het brede perspectief van welvaart en welzijn op de langere termijn mogelijke problemen te signaleren en zijn visie te geven op loonontwikkeling. Bij meerdere gelegenheden heeft het kabinet duidelijk gemaakt verantwoorde loonontwikkeling in de huidige situatie van cruciaal belang te achten.
In dit licht heeft de minister van SZW tijdens de opening van het mobiliteitscentrum Haarlem een toespraak gehouden waarin hij zijn toehoorders voorhield dat voor de houdbaarheid van de sociale zekerheid op de langere termijn meer nodig is dan loonontwikkeling op het niveau van de inflatie. Vragenderwijs voegde hij hier aan toe: "Zijn we bereid om vanaf nu voor zo lang als het duurt met z'n allen, lonen, uitkeringen, pensioenen op een nullijn te gaan zitten? De koopkracht niet te laten stijgen en een aantal doorbraken te realiseren als het gaat om het functioneren van de arbeidsmarkt en de sociaal-economie?"
Deze vragen laten zich niet karakteriseren als besluit of voornemen.
Met zijn vragen heeft de minister van SZW zijn toehoorders duidelijk willen maken dat de aanpak van de crisis niet alleen bij het kabinet berust, maar iedereen aangaat.
De opening van het mobiliteitscentrum Haarlem was op 24 februari. Dat is de reden waarom de toespraak van de minister van SZW op deze dag gehouden is.
9.
Neem de berichten over het besluit of voornemen om het betalingsverkeer van de Nederlandse staat te verplaatsen van de Rabobank naar de Royal Bank of Scotland. Waarom wordt dit (voornemen of) besluit genomen en waarom wordt dat bekendgemaakt in een week waarin het vertrouwen in Nederlandse financials (ING, Aegon) al enorm onder druk staat?
Antwoord
Voor het werven van een partij die het betalingsverkeer van de Rijksoverheid op zich neemt, is een Europese aanbesteding noodzakelijk. Royal Bank of Scotland is als beste naar voren gekomen tijdens de openbare-aanbestedingsprocedure. RBS neemt daarom met ingang van 1 mei 2009 het betalingsverkeer van de Rijksoverheid over (met uitzondering van het betalingsverkeer van de Belastingdienst en het buitenlandse betalingsverkeer van het ministerie van Buitenlandse Zaken).
Slotstuk van de (openbare) Europese aanbestedingsprocedure is de ondertekening van het contract. Deze vond plaats op 20 februari. Daarna is dit bekend gemaakt.
10.
Erkent u dat de berichten over deze vier besluiten, voornemens of proefballonnen tot veel speculatie en onrust hebben geleid?
Antwoord
Nee. In zijn algemeenheid kan en moet gesteld worden dat de huidige financiële en economische situatie sowieso tot gevoelens van onzekerheid en onrust leiden. Dat is zeer begrijpelijk. Mede om speculatie zoveel mogelijk te voorkomen hecht het kabinet er aan besluiten ook volgens de reguliere afspraken en gebruiken te communiceren. De recente kabinetsbesluiten over verlenging van de hersteltermijnen van pensioenfondsen en verlenging van de WTV-regeling zijn hiervan een voorbeeld. Naar mijn waarneming dragen deze besluiten juist bij aan herstel van zekerheid en rust.
11.
Erkent u dat dit het consumentenvertrouwen nog verder kan ondergraven? Erkent u dat dit het wantrouwen van sociale partners kan voeden en de bereidheid van Kamerfracties om zich constructief op te stellen kan ondergraven?
Antwoord
Nee, zie ook mijn antwoord op vraag 10.
Voorts hecht ik eraan hier op te merken dat het kabinet er veel aan gelegen is de samenwerking met sociale partners en het parlement constructief voort te zetten. Zoals ik al eerder naar voren heb gebracht, kan het kabinet de huidige crisis niet alleen bezweren. Dat vergt inzet en betrokkenheid van iedereen. Het kabinet zal daarom bij voortduren overleg en samenwerking zoeken en stimuleren. Ik heb er groot vertrouwen in dat de partners voorstellen van het kabinet op hun inhoudelijke merites zullen beoordelen.
12.
Wat gaat u ondernemen om de communicatie over de crisis te coördineren?
13.
Wie wordt, wanneer over welk onderwerp aangewezen als bewindspersoon die het woord voert?
Antwoord op de vragen 12. en 13.
Zie mijn antwoorden bij de vragen 1. en 2.
14.
Wat gaat er bij u voor? Wilt u eerst een nieuw akkoord sluiten met sociale partners over de aanpak van de recessie en dan als kabinet een nieuw beleidskader (in de ministerraad van 13 maart) vast stellen? Of stelt u eerst een kader vast en hoopt u daarna met de sociale partners tot een vergelijk te komen?
Antwoord
De inhoud van goede besluitvorming staat voorop. Hierbij zal het kabinet bij voortduren het gesprek met de sociale partners zoeken.
15.
Kortom, wat gaat u doen aan communicatiebeleid en coördinatie om te voorkomen dat het blijft bij iedere vakminister voor zich en chaotische beeldvorming voor ons allen?
Antwoord
Zie mijn antwoorden bij de vragen 1. en 2.
16.
Bent u bereid deze vragen uiterlijk voor dinsdag 3 maart om 12.00 uur te beantwoorden?
Antwoord
Ja.