Presentatie maatregelen tegen economische crisis
Minister-president Balkenende en de vice-ministers-presidenten Bos en Rouvoet hebben op 25 maart 2009 maatregelen gepresenteerd tegen de economische crisis. Het gaat om een stimuleringspakket, herstel van overheidsfinanciën en hervormingen.
Minister-president Balkenende:
Dames en heren, goedemiddag. Ik heb zojuist een verklaring afgelegd namens het kabinet. Een verklaring die de neerslag vormt van het werk dat de afgelopen paar weken heeft plaatsgevonden. We zitten in een zware economische tijd en dat betekent dat je opnieuw een coalitieakkoord tegen het licht moet houden van wat waren de afspraken toen en hoe is de situatie nu. En die situatie is dramatisch veranderd en verslechterd.
Wie had vorig jaar nog rekening gehouden met een financieringstekort volgend jaar van -5,5 procent? Wie had vorig jaar nog rekening gehouden met een oploop van de staatschuld die behoorlijk is? Wie houdt rekening met het feit dat zoveel mensen zich onzeker voelen? En het gaat om die onzekerheid van mensen in dit land die ons zo bezig houdt. En wat kunnen wij dan vanuit onze verantwoordelijkheid doen om te werken aan versterking van bedrijvigheid, zorgen dat er perspectieven worden geboden?
We hebben te maken met ontwikkeling op de korte termijn. Dit en volgend jaar nemen we genoegen met hoge financieringstekorten, maar tegelijkertijd willen we heel actief zijn om zaken te stimuleren. Omdat het gaat om bedrijvigheid, activiteit en mensen.
Op de langere termijn zal uiteraard een weg terug moeten worden gevonden naar de soliditeit naar saldoherstel. En daartoe hebben we ook afspraken met elkaar gemaakt, het is nodig om ook een pad uit te zetten van hoe gaan we die zaken aanpakken. En op de wat langere termijn hebben we dan weer te maken met de houdbaarheidsopgave.
We hebben gezegd binnen de coalitie: het is van belang om de korte, de middellange en de lange termijn in onderlinge samenhang te bezien. En dan hebben we het over stimuleringsmaatregelen. We hebben het over financiële maatregelen, we hebben het over houdbaarheid. Maar tegelijkertijd hebben we het ook over morele zaken die aan de orde zijn. Hebben we lessen getrokken uit de financiële crisis? Hoe gaan we daar mee om? Hoe gaan we om met een ander type denken over economie en samenleving? Wat is dan de verduurzaming van de economie? Wat doen we met kennis en innovatie? Wat zijn de perspectieven op de wat langere termijn?
We hebben geprobeerd om in het document, dat we zojuist hebben gepresenteerd aan de Kamer, een verbinding te leggen tussen die uitdagingen die voor ons liggen, de lange termijnagenda en de maatregelen op korte termijn. Als u het stimuleringspakket ziet voor komend jaar en het jaar daarop dan zult u zien dat daar de trefwoorden zijn: bedrijvigheid, onderwijs, kennis, duurzaamheid. En het is niet onbelangrijk dat juist daar ook de stimulering wordt gezocht. We proberen hiermee een visie te bieden op de toekomst, een perspectief aan te reiken.
We zijn ervan bewust dat we dat niet alleen kunnen. En vorig jaar al in het debat is naar voren gekomen dat het noodzakelijk is dat wij ook contact zoeken met sociale partners. En dat is de afgelopen weken gebeurd. Ik ben er zeer mee ingenomen dat het uiteindelijk ook gelukt is om met elkaar te verkennen van wat nodig is in deze tijd. Hoe kun je zorgen dat mensen niet buiten de werkkring komen te staan? Hoe kun je zorgen dat mensen weer scholing weer kansen zullen krijgen? Hoe ga je om met de jeugdwerkloosheid? Al die zaken die zo van belang zijn. Wat doen we om onze concurrentiepositie veilig te stellen? Dat zijn essentiële vragen waar we nu voor staan.
En dat heeft ook geleid tot de brief, die minister Donner vandaag naar de Kamer zal sturen, en die hij straks zal toelichten. Samen kunnen we deze crisis aan, samen is er de opgave om ook sterker uit deze crisis te komen. Dat staat ons voor ogen en vanuit die intentie hebben we gewerkt aan een pakket dat we vandaag aan de Kamer hebben voorgelegd en waar we graag morgen met de Kamer over gaan debatteren. Dat was wat ik in algemene zin wilde zeggen na de gesprekken van de afgelopen weken. Het was een pittig proces, het waren lange besprekingen, het kon soms lang duren, maar uiteindelijk gaat het om de zorgvuldigheid en dan telt het resultaat.
Vice-minister-president Bos:
Een zeer goedemiddag. Deze economische crisis confronteert ons tegelijkertijd met twee grote problemen. Enerzijds economisch teruggang en oplopende werkloosheid. En anderzijds stijgende tekorten en een oplopende schuld. En als minister van Financiën voel ik me ervoor verantwoordelijk om voor beide problemen een oplossing te vinden.
Voorop staat dan de noodzaak om met Nederland zo snel mogelijk uit deze recessie te komen. Niet alleen vanwege de sociale gevolgen van een langdurige recessie, maar ook omdat het voor het op orde brengen van de schatkist belangrijk is dat de motor van de Nederlandse economie weer zo snel mogelijk gaat lopen. Dat er weer geld verdiend wordt, er arbeidsplaatsen komen, geïnvesteerd wordt en er uiteindelijk belasting betaald wordt.
Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat gezien het mondiale karakter van de recessie, het een illusie is dat je met een pakket aan binnenlandse maatregelen jezelf uit die recessie weg kunt stimuleren. Je kunt de gevolgen voor mensen verzachten, je kunt zorgen dat die aspecten van de Nederlandse economie die heel belangrijk zijn om op het moment dat de wereldhandel weer aantrekt, daar ook profijt van te hebben Dat die niet beschadigd raken tijdens de recessie maar nog volop in al hun kracht aanwezig zijn als ze nodig zijn.
Je kunt sociale gevolgen opvangen, je kunt investeren op precies die gebieden waar je denkt dat je over een paar jaar de kansen kunt pakken die zich dan aan zullen doen, aan zullen dienen.
Dat heeft ertoe geleid dat we met een stimuleringspakket zijn gekomen wat voor ongeveer zes miljard bestaat uit stimuleringen en investeringen door de rijksoverheid, ongeveer 1,5 miljard aanvullend daarop door provincies en gemeenten, en dan nog een kleine tien miljard extra middelen die worden toegevoegd aan de WW, zodat we bij stijgende werkloosheid tijdens de recessie niet genoodzaakt zijn om om te buigen.
In totaal is dat dus bovenop het feit dat we eigenlijk tientallen miljarden kwijt zijn, omdat we van een situatie van overschot naar een situatie van tekort gaan, nog eens een kleine 17 miljard extra middelen aan de uitgavenkant.
Met deze stimuleringen - deze zijn in feite belegd voor de jaren 2009 en 2010 - we hebben vanuit precieze afspraken gemaakt over de mogelijkheid om sommige van deze investeringen ook nog door te trekken naar 2011 als de economische situatie in 2011 daar aanleiding toe zou geven. We hebben inhoudelijke keuzes gemaakt om het geld daar weg te zetten waar we denken dat het ook precies in de crisisjaren het meeste rendement biedt. Dus bij infrastructuur en bouw, dus bij duurzame energie, dus bij arbeidsmarkt en kennis en dus bij de liquiditeitspositie van het bedrijfsleven.
Vervolgens beginnen we ook deze kabinetsperiode al met het op orde brengen van de schatkist. Dat doen we allereerst door normale tegenvallers zoals elk jaar gewoon aan de normale begrotingsdiscipline te onderwerpen. Uitgaven die uit de hand lopen, zullen op orde gebracht moeten worden door om te buigen.
Ten tweede doen we dat door een sociaal akkoord af te sluiten met de sociale partners, dat op een gegeven moment zal moeten leiden tot een verantwoorde loonontwikkeling. En dat betekent dat je op termijn ook in de collectieve sector minder geld kwijt bent aan lonen en uitkeringen.
Ten derde doen we dat door in 2011 sowieso te beginnen met bezuinigingen en afhankelijk van de economische situatie eventueel ook weer geld terug te sluizen zodat het de economie niet schaadt als dat bij een te geringe groei of zelfs krimp het geval zou zijn.
En ten vierde doen we dat met een afgewogen pakket aan maatregelen om de stijgende schuld over een periode die wat langer mag duren, aan te pakken.
Ten slotte hebben wij steeds aandacht gevraagd voor de combinatie van economische kracht en duurzaamheid. En hebben we dat eigenlijk ook als opdracht meegekregen vanuit de Tweede Kamer om bij het pakket dat we in elkaar zouden zetten niet alleen maar aan economie in de meest smalle zin van het woord te denken, maar ook te kijken of we kansen konden benutten richting de verduurzaming van de economie.
Dat doen we bijvoorbeeld door bij het stimuleringspakket zwaar in te zetten op energiezuinigheid, bijvoorbeeld isolatieprogramma's in de woningbouw. Maar dat doen we ook door de stimuleringsregeling duurzame energie, die met name van belang is voor grootscheepse investeringen in windenergie, om te bouwen. We doorbreken daarmee de belangrijkste barrière voor de voortvarende ontwikkeling van duurzame energie. Namelijk onzekerheid bij investeerders of er wel voldoende middelen zijn vrijgemaakt voor deze regeling de komende jaren.
Dat is nu opgelost en dat betekent dat zeer grote installaties voor windenergie op zee hierdoor mogelijk worden. Dat betekent miljarden investeringen in de economie, en dat betekent dat op termijn mogelijk wordt om schone energie voor 1 miljoen huishoudens in Nederland te leveren. En dat is dan de eerste stap op weg naar de ontwikkeling van Nederland als centrum voor offshore energieopwekking op de Noordzee, met gouden kansen voor onze staalbouwers, scheepsbouw, offshore, industrie en havens.
Samenvattend: met dit pakket doen we wat realistisch mogelijk is om Nederland op een verantwoorde manier door de crisis te helpen. We verdelen de pijn op een eerlijke manier. We gaan onze verantwoordelijkheid voor solide overheidsfinanciën niet uit de weg. En we pakken de kansen voor een duurzame toekomst.
Vice-minister-president Rouvoet:
Dames en heren, met het pakket dat we zojuist bij de Tweede Kamer hebben neergelegd neemt het kabinet zijn verantwoordelijkheid. We doen dat overigens in het volle besef dat met dit pakket of enig ander pakket, we de crisis niet oplossen. En dat komt omdat de crisis breder is dan alleen economisch, hij is ook financieel, maar vooral ook omdat hij breder is dan Nederland. Het is een mondiale crisis. De opgave waar we onszelf wel voor gesteld hebben gezien, is dat wij adequate antwoorden hebben te geven op de uitdagingen waar deze crisis, deze mondiale crisis, ons land, Nederland, voor stelt. Dat valt om samen te vatten met 'door de crisis heen loodsen' en 'sterker uit de crisis komen'.
En waar het gaat om door de crisis heen loodsen van ons land, gaat het vooral om dat we zoveel mogelijk de directe gevolgen van de crisis proberen te dempen. Langs de lijnen die zijn ook uiteengezet, waar het gaat om werkgelegenheid, bouw en versnelling en wat dies meer zij, de duurzaamheid stimuleringen.
Ik licht daar één element in het bijzonder uit, waar ook het kabinet zich buitengewoon zorgen over maakt, dat is rondom de oplopende jeugdwerkloosheid. Ik zet daar een dikke streep onder omdat wij ons heel goed realiseren dat het in een tijd zoals deze met name de jongeren zijn die ofwel omdat ze van school komen en geen baan vinden, ofwel als eerste weer de klappen opvangen als er ontslagen moeten vallen, de eerste klappen dreigen te krijgen. En we willen er niet in berusten dat we het risico lopen of reëel risico lopen op verloren generaties. Vandaar dat we binnen het werkgelegenheidspakket dat breder is dan jeugd, daarbinnen een extra accent leggen op het voorkomen, zoveel mogelijk voorkomen, van oplopende jeugdwerkloosheid. Met een apart budget, een apart bakje voor de jeugdwerkloosheid waar we ook gerichte maatregelen op die groep met name zullen treffen, om juist die doelstelling te bereiken dat we verloren generaties met elkaar voorkomen.
Als u dan kijkt naar wat dat betekent, wat dat pakket nu zoals dat voor ligt, dan zou ik dat willen samenvatten in mijn woorden van doen wat nu nodig is, de gevolgen van de crisis bestrijden, stevig en verantwoord maar ook een eerlijk pakket neerleggen en ook kansen benutten. En daar zou ik ook iets over willen zeggen. Omdat dat samenhangt met die tweede notie die ik aangaf: sterker uit de crisis komen. Dat is niet alleen financieel-economisch. Dat heeft ook te maken met het feit dat we goed zien dat nu het moment is om kansen te grijpen, om er sterker uit te komen in meer dan alleen financieel-economisch opzicht. Dat heeft te maken met die inzet die in het pakket zeer bewust is gekozen. Voor een stevige inzet op duurzaamheid. Kijk naar de structurele investeringsagenda, niet alleen nu, maar ook verder weg kijkend, werken aan investeringen in de sfeer van onderwijs, kennis en innovatie. Waterveiligheid, denk aan het Deltafonds. Sociale houdbaarheid. Ook een keuze waardoor we sterker uit de crisis komen dan we er in gegaan zijn.
En tenslotte ook belangrijk in dat pakket - en dan heb ik het over de morele agenda die de Kamer binnen het totale pakket buitengewoon belangrijk vindt - dat we ook aangrijpen bij waar de kiemen van de crisis lagen. En dan hebben we het over het versterken van het financieel toezicht, ook in Europees verband, en de beloningsstructuur zoals zo-even al genoemd is. Niet voor niets is de titel van het stuk ook Werken aan toekomst. En dat hangt samen met het feit dat we er sterker uit willen komen.
Tenslotte, het lijkt vandaag en deze dagen misschien vooral te gaan om miljarden, tabellen, formules, formuleringen. Maar wij beseffen heel goed dat deze crisis raakt, heel direct raakt aan de levens van heel veel mensen die zich zorgen maken. Over hun baan, over hun onderneming, over hun inkomen, over hun pensioen. En we beseffen ook heel goed dat onze oplossingen daar dus ook aan raken. Ook aan diezelfde gewone mensen. Het kabinet doet, wat van het kabinet verwacht mag worden, we nemen onze verantwoordelijkheid voor een stevig pakket maatregelen die noodzakelijk zijn om door de crisis heen te komen en die ons op de langere termijn verder helpen. Dat is investering in de samenleving en dus ook in het vertrouwen. En daarmee is dit pakket ook een boodschap van hoop en perspectief.