Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over vrijwilligers in de thuiszorg naar aanleiding van een bericht over Emmen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
25 maart 2009
Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over vrijwilligers in de thuiszorg, naar aanleiding van een bericht over de situatie in Emmen.Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw.dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Acht u het een gewenste ontwikkeling dat een thuiszorgorganisatie vrijwilligers werft om, aanvullend op de professionele zorg, zorg te verlenen aan o.a. dementerende mensen en mensen met psychiatrische ziekte? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1
Ja, ik vind dat vrijwilligers een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven van zorgbehoevenden. Zij ondernemen meestal sociale activiteiten en doen praktische klussen die isolement voorkomen en bijdragen aan levenskwaliteit. Van belang hierbij is dat zij geen taken overnemen die deel uit maken van de (door de beroepsgroep en de opleidingen opgestelde) competentieprofielen en dat zij goed worden begeleid.
Vraag 2
Bent u van mening dat de zorg in de thuissituatie zeer solistisch is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt de veiligheid van zowel vrijwilligers als mensen die zorg krijgen gewaarborgd?
Antwoord 2
Een belangrijk uitgangspunt is dat de zorg op maat en rond de cliënt wordt georganiseerd, en dat er afstemming is tussen cliënt, mantelzorg, professionele zorg en vrijwilligers. Met name de lokale/regionale zorgorganisaties (en vrijwilligersorganisaties) dienen erop toe te zien dat de veiligheid van cliënten (en vrijwilligers) is gewaarborgd. Begeleiding van vrijwilligers moet er onder meer op gericht zijn dat vrijwilligers in staat zijn om risicovolle situaties te onderkennen en daarnaar te handelen. De instelling kan bij het invullen van deze begeleiding ondersteund worden door Mezzo (landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerzorg).
Vraag 3
Bent u van mening dat mensen (mogelijk zonder medische achtergrond of opleiding) in één dagdeel voldoende voorbereid worden op het begeleiden van (ernstig) dementerende of psychisch zieke mensen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
De noodzakelijke voorbereiding op het vrijwilligerswerk is afhankelijk van het type cliënt, de aard van de ziekte of beperking, en de aard van de activiteiten waarvoor de vrijwilliger wordt ingezet. Daar het bij het begeleiden van dementerenden en psychisch zieke mensen niet gaat om activiteiten die zijn voorbehouden aan professionals is een langdurige training niet noodzakelijk.
Vraag 4
Bent u van mening dat mensen die actief worden als vrijwilliger bij zieke mensen thuis minstens moeten kunnen beschikken over een EHBO-diploma en een verklaring van goed gedrag moeten overleggen voordat zij zelfstandig ingezet worden in de thuiszorg? Zo ja, hoe gaat u dat regelen?
Antwoord 4
Nee. Ik kan niet verplichten dat vrijwilligers beschikken over een EHBO-diploma en een VOG. Wel kan ik dit actief stimuleren. Voor het borgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit heeft Mezzo bijvoorbeeld voor haar lidorganisaties een door mij gefinancierd model kwaliteitssysteem ontwikkeld. De implementatie van dit model is op dit moment in volle gang via pilots, scholing en regionale bijeenkomsten. Daarin wordt nadrukkelijk ook aandacht gegeven aan de wenselijkheid en/of noodzaak van EHBO-diploma’s en VOG.
Vraag 5
Is deze ontwikkeling een ondersteuning van beleid, gezien de bezuinigingen op ondersteunende en activerende begeleiding? Zo ja, hoeveel thuiszorgorganisaties werven op gelijke wijze vrijwilligers? Hoe worden deze activiteiten gefinancierd?
Antwoord 5
De inzet van vrijwilligers in de zorg komt tegemoet aan een maatschappelijke behoefte, draagt bij aan de kwaliteit van leven, bevordert participatie, en kan de regie van cliënten over hun leefsituatie versterken. In de beleidsbrief “Voor elkaar” wordt aangegeven hoe vrijwilligers daarbij kunnen worden ondersteund. Hun inzet is een ondersteuning van mijn beleid.
Het is onbekend hoeveel thuiszorgorganisaties vrijwilligers werven. De financiering van activiteiten op het gebied van de vrijwilligerszorg vinden primair plaats uit de gemeentelijke WMO budgetten.
Vraag 6
Bent u van mening dat het de taak is van een professionele thuiszorgorganisatie om vrijwilligers te werven en te begeleiden voor zorg die tot voor kort via een indicatie werd afgegeven? Zo ja, kunt u dat toelichten?
Antwoord 6
Neen; dat is niet hun taak. Zij kunnen daartoe echter wel overgaan. Ik ben van mening dat formele professionele zorg nooit vervangen kan worden door vrijwilligerszorg.
Vraag 7
Kunt u toelichten wat de rol van de gemeente Emmen is met betrekking tot de Vrijwillige Thuiszorg van Icare? Bent u van mening dat de extra taken voor gemeenten (lichte begeleiding) op deze wijze bijdragen aan “participatie” van mensen? (http://www.halloemmen.nl/profile/IngezondenRedactie/article15906.ece)
Antwoord 7
De Gemeente Emmen heeft de uitvoering van de vrijwillige thuiszorg in handen gelegd van Icare. In de oproep van Icare wordt een aantal activiteiten genoemd waarvoor vrijwilligers worden gezocht. Er is hierbij geen sprake van overname door vrijwilligers van activiteiten die zijn voorbehouden aan professionele zorgverleners. Ik ga ervan uit dat deze vrijwilligers ook op adequate wijze worden begeleid.