Antwoorden op kamervragen over niet op kunnen voeren van bijdrage AWBZ als aftrekpost door te laat ontvangen van CAK-jaarnota 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
19 maart 2009
MEVA-K-U-2911501
Geachte voorzitter,
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker, mede namens de staatssecretaris van Financiën, op de vragen van het kamerlid Van Miltenburg (VVD) over het feit dat mensen die in een AWBZ-instelling wonen niet op tijd hun correcte Jaarnota 2008 van het CAK binnen hebben en hierdoor niet een kwart van de eigen bijdrage AWBZ kunnen opvoeren als aftrekpost (ingezonden 4 februari 2009).
(2009Z01825 / 2080911960)
Vraag 1
Is het waar dat mensen die wonen in een AWBZ-instelling een kwart van de door hen betaalde eigen bijdrage AWBZ over het jaar 2008 nog kunnen opvoeren als aftrekpost?
Vraag 5
Is het waar dat deze mensen, doordat de definitieve eigen bijdrage nog niet is vastgesteld, dit jaar geen recht hebben op de bedoelde aftrekpost? Zo nee, wat adviseert u deze mensen of hun vertegenwoordigers te doen om te voorkomen dat zij deze aftrekpost mislopen?
Vraag 6
Bent u bereid iedereen die op dit moment nog geen definitieve beschikking heeft over de hoogte van de eigen bijdrage AWBZ te informeren over de procedure die zij moeten volgen om ervoor te zorgen dat zij de bedoelde aftrekpost volledig kunnen benutten?
Antwoord op de vragen 1, 5 en 6
Ja, op grond van artikel 6.18, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals die luidde op 31 december 2008, kunnen de verschuldigde eigen bijdragen AWBZ die verband houden met het verblijf in een AWBZ-instelling in aftrek worden gebracht tot een bedrag van 25% van die eigen bijdragen. Met ingang van 1 januari 2009 is deze aftrekmogelijkheid vervallen. Zonder nadere maatregelen zou dit met zich meebrengen dat de eigen bijdragen die betrekking hebben op de jaren tot en met 2008 maar die pas worden betaald in 2009, niet voor aftrek in aanmerking zouden komen. Deze problematiek is echter ook aan de orde gesteld tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) . Naar aanleiding van de discussie in de Tweede Kamer is bij vierde nota van wijziging een overgangsbepaling in de Wtcg opgenomen. Met deze overgangsbepaling is bewerkstelligd dat eigen bijdragen die betrekking hebben op de jaren tot en met 2008, maar die na 30 november 2008 aan de belastingplichtige in rekening zijn gebracht en door hem in 2009 zijn betaald of verrekend, tot een bedrag van 25% van die eigen bijdragen in de aangifte inkomstenbelasting over 2009 als uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek kunnen worden gebracht. Voorts is geregeld dat het deel van de eigen bijdragen over de jaren tot en met 2008 dat in de aangifte inkomstenbelasting over 2009 voor aftrek in aanmerking komt, mede in aanmerking wordt genomen bij het vaststellen van de zogenoemde vermenigvuldigingsfactor van artikel 6.19 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Hiermee worden eigen bijdragen over de jaren tot en met 2008, ongeacht of deze bijdragen in de jaren tot en met 2008 of pas in 2009 door het CAK in rekening zijn gebracht, fiscaal zoveel mogelijk op eenzelfde wijze behandeld. Het is dus niet juist dat mensen waarvoor pas in 2009 de eigen bijdrage AWBZ over de jaren tot en met 2008 wordt vastgesteld geen recht meer zouden hebben op de aftrekpost voor die eigen bijdragen.
Om te bewerkstelligen dat mensen op tijd de rekening voor de eigen bijdrage krijgen, is tevens in de genoemde nota van wijziging bepaald dat het CAK eigen bijdragen die betrekking hebben op de jaren tot en met 2008 uiterlijk 30 november 2009 in rekening brengt.
In het kader van de introductie van de Wtcg is een grootscheepse voorlichtingscampagne gestart. In deze campagne wordt eveneens aandacht geschonken aan de hiervoor beschreven problematiek inzake de aftrekbaarheid van de in 2009 in rekening gebrachte eigen bijdragen.
Antwoord 2
Hoeveel mensen maken er gemiddeld per jaar gebruik van deze mogelijkheid?
Antwoord 2
Er zijn geen exacte cijfers beschikbaar van het aantal mensen dat gemiddeld per jaar gebruik maakt van de aftrek van de eigen bijdrage die verband houdt met het verblijf in een AWBZ-instelling. Eerder is dat aantal op basis van cijfers van het CAK (die betrekking hebben op 2006) geschat op 55% van de mensen die in een AWBZ-instelling verblijven. In 2006 bedroeg het aantal mensen dat in een AWBZ-instelling verbleef, ongeveer 220 000. Daarvan zullen dus ongeveer 120 000 mensen de eigen bijdrage in aftrek hebben gebracht.
Antwoord 3
Bent u zich bewust van het feit dat er door achterstanden bij het CAK mensen zijn die op dit moment nog niet weten wat zij daadwerkelijk over 2008 betaald zouden moeten hebben?
Antwoord 3
Ik ben me ervan bewust dat er mensen zijn, waarvan de definitieve bijdrage nog niet is vastgesteld en die dus nog niet weten wat ze daadwerkelijk over het jaar 2008 betaald zouden moeten hebben.
Antwoord 4
Bij hoeveel mensen die een AWBZ-bijdrage betalen is de definitieve eigen bijdrage door het CAK op dit moment nog niet vastgesteld? Waarom is dit nog niet gebeurd?
Antwoord 4
Voor zorg met verblijf is in 4,6 % van de gevallen nog geen definitieve eigen bijdrage vastgesteld omdat de inkomensgegevens nog niet definitief zijn vastgesteld, en in 0,6% van de gevallen ontbreken de inkomensgegevens om de definitieve eigen bijdrage vast te kunnen stellen.
1 Kamerstukken II 2008/09, 31 706
2 Kamerstukken II 2008/09, 31 706, nr. 24
3Zie de brief van 7 oktober 2008 van de minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid en de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over de inkomenseffecten van de overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Kamerstukken II 31 706, nr. 10, bijlage, paragraaf B2.2.2).