Gids door het doolhof van oorlog websites
Auschwitz intikken op Google, leidt tot meer dan 7 miljoen hits. Sommige sites geven goede, feitelijke informatie, andere zijn onvolledig en weer andere verdraaien de feiten. Hoe weet je als bezoeker van een site of deze betrouwbare informatie bevat? Sinds 16 maart biedt WO2online uitkomst. Staatssecretaris Bussemaker opende de site en sprak onderstaande toespraak uit.
Dames en heren,
Geen twee mensen hebben precies dezelfde mening. Ook – of wellicht moet ik zeggen ‘zeker’ - over zo’n belangrijke historische gebeurtenis als de Tweede Wereldoorlog lopen de meningen uiteen.
Vanzelfsprekend kijken Duitsers anders naar de oorlog dan Nederlanders of Amerikanen. En natuurlijk leeft de oorlog onder Italianen anders dan onder Engelsen.
Maar los van de achtergronden van iemand - waar je woont, wat de rol van jouw land en jouw ouders was tijdens de oorlog, hoe oud je bent - dan nog bestaat er geen communis opinio; iedereen heeft zijn eigen waarheid.
Bij het vormen van je mening spelen immers tientallen factoren een rol.
Wij beperken ons vandaag tot één van die factoren, maar wel een heel belangrijke: de informatiebron.
Welke informatie gebruik je om je een mening te vormen? Welke boeken en internetsites lees je, welke museale collecties en films bekijk je? Enzovoort.
Eén van de belangrijkste informatiebronnen van dit moment, zo niet dé belangrijkste, zeker voor jongeren, is het internet.
Wie een zoon of dochter heeft die wel eens een spreekbeurt moet houden of een scriptie moet schrijven, snapt waarom.
Binnen enkele uren hebben ze tientallen sites bekeken, teksten geknipt en weer geplakt en mooie afbeeldingen of wellicht een filmpje gevonden.
Dit geldt overigens niet alleen voor jongeren, ook ouderen schijnen steeds vaker surfend hun informatie bij elkaar te sprokkelen.
Snelheid en toegankelijkheid zijn de zegeningen van het internet.Maar het internet is tegelijkertijd een oerwoud aan informatie, een doolhof waarin je heel makkelijk kunt verdwalen.
Wie op Google bijvoorbeeld Auschwitz intikt, krijgt maar liefst 7.050.000 hits.
En de site die de zoekmachine bovenaan plaatst, is Wikipedia.
Hiermee is meteen het probleem van het internet als informatiebron geschetst: hoe weet ik als internetgebruiker welke site ik van de zeven miljoen moet hebben en hoe weet ik of die betrouwbaar is?
We weten allemaal dat Wikipedia een prachtig middel is om snel informatie te vinden, maar we weten ook dat iedereen deze informatie kan aanleveren. En dat die informatie niet altijd de juiste is, is u ongetwijfeld uit aansprekende voorbeelden ook bekend.
Het verheugt me daarom dat we vanaf vandaag over een Nederlandse website kunnen beschikken die ons begeleidt door het doolhof aan informatie over de Tweede Wereldoorlog.
De links die op WO2online staan, zijn betrouwbaar en verstrekken deugdelijke informatie. Informatie op basis waarvan iemand een weloverwogen beeld kan schetsen van de oorlog.
Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. En u weet dat dat een van de pijlers van mijn beleid is: het bestendigen van de oorlogsgeschiedenis.
Ik ben erg blij dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei deze enorme klus heeft geklaard. Want ga er maar aan staan: je een weg banen door de miljoenen sites en ze beoordelen op juistheid. De redactiecommissie die zich hier mee bezighoudt, verdient alle lof.
Bovendien is WO2online meer dan een verzameling van door de redactieraad goedgekeurde links over de Tweede Wereldoorlog. Wie de website als een portal omschrijft doet haar te kort.
De site bevat ook wisselende tentoonstellingen.
Het spits wordt afgebeten door een tentoonstelling die de eerste vijf dagen van Nederland in oorlog behandelt.
Niet alleen zijn indrukwekkende foto’s te zien en is er veel te lezen, er zijn ook originele films te bekijken en authentieke geluidsfragmenten te horen.
Het is alsof je een museum in huis haalt. Ook jongere generaties kunnen zo op indringende wijze kennis maken met de oorlog.
En er is nog meer. Ook grote delen van het nationaal erfgoed van de oorlog zijn te bekijken en te raadplegen. Je kunt doordringen in de fotobeeldbank, oude kranten en dagboeken lezen, bonnenkaarten zien, enzovoort.
De digitale verzameling van de oorlog, die we de laatste jaren hebben opgezet is hierdoor voor iedereen grotendeels toegankelijk geworden. Helaas is nog niet alles op het internet geplaatst, maar er is een zeer aansprekend begin gemaakt. De rest zal binnen afzienbare tijd volgen.
Door de verschillende functies die WO2online vervult, is het een aantrekkelijk platform geworden waar mensen - jong en oud - terecht kunnen voor verschillende vormen van informatie over de oorlog. Ik ben er van overtuigd dat de site veelvuldig gebruikt gaat worden en daardoor een belangrijke bijdragen zal leveren aan de kennis over de Tweede Wereldoorlog.
En daarmee past het bij de andere initiatieven van het Erfgoed van de Oorlog, zoals de beeldbank en de tv-serie die in de maak is. En ik denk ook aan projecten als De Bunker, waar mensen geconfronteerd worden met wezenlijk oorlogsvragen. Bijvoorbeeld: Wat had jij gedaan als de vader van je vriendin lid was van de NSB.
Betekent dit nu dat de overheid bepaalt hoe je met de oorlog moet omgaan?
Nee, zeker niet.
Ik hoop ook dat WO2online niet alleen informatie biedt, maar ook leidt tot discussies. Tenslotte heeft iedereen een andere mening.