Ministerraad akkoord met wijziging van besluit afbreking zwangerschap
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mede namens minister Hirsch Ballin van Justitie, ingestemd met een wijziging van het Besluit Afbreking Zwangerschap. Het Besluit wordt zodanig aangepast dat klinieken en ziekenhuizen voortaan de duur van de zwangerschap moeten vaststellen.
De Wet Afbreking Zwangerschap (Waz) heeft termijnen die bepalend zijn voor de aard van de behandeling, zoals eerste en tweede trimester abortus met een minimale beraadtermijn van vijf dagen. Bij het uitblijven van de menstruatie tot en met de zestiende dag, of 44 dagen vanaf de laatste menstruatie, wordt de zogenaamde overtijdbehandeling toegepast. Deze behandeling valt thans niet onder de reikwijdte van de Waz en kent een flexibele beraadtermijn.
Wel is het zo dat de overtijdbehandeling alleen plaats mag hebben in een kliniek of ziekenhuis met een vergunning op grond van de Waz. Aangezien een kliniek of een ziekenhuis alleen een vergunning krijgt als deze voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid die gelden binnen de Waz, gelden de zorgvuldigheidseisen langs die weg materieel ook voor de overtijdbehandeling.
Met het vaststellen van de duur van de zwangerschap wordt duidelijk wanneer sprake is van een vroege zwangerschap of een latere en wanneer er geen sprake is van een zwangerschap. In de ministerraad is afgesproken dat de huidige praktijk van de flexibele bedenktermijnen bij de overtijdbehandeling wordt gecontinueerd inclusief de zorgvuldigheid binnen de hulpverleningspraktijk.
Verder heeft het kabinet een grote ambitie ten aanzien van preventie, voorlichting en medische en psychische hulpverlening bij ongewenste zwangerschap. Dit betekent dat het streven naar meer zorgvuldigheid, betere zorg, en bewuste keuzemogelijkheden in de hulpverlening de aandacht van het kabinet blijft houden.