DNA-verwantschapsonderzoek bij aanpak criminaliteit
Het kabinet wil het zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek gebruiken bij de aanpak van criminaliteit. Het gaat in het strafrecht om een nieuw type DNA-onderzoek dat kan uitwijzen of een bloedverwant van de persoon van wie het DNA door politie en justitie is onderzocht, de mogelijke dader is van een misdrijf. De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin ingestemd met een daartoe strekkend wetsvoorstel.
Verwantschapsonderzoek is al bekend van bijvoorbeeld de vaststelling van ouderschap en gezinshereniging in asielprocedures, maar kan ook van betekenis zijn voor de opheldering van strafbare feiten. In de praktijk bestaat er een dringende behoefte om verwantschapsonderzoek toe te passen.
Het wetsvoorstel maakt het ook mogelijk dat DNA-onderzoek naar uiterlijk waarneembare persoonskenmerken wordt uitgebreid naar het overleden slachtoffer van een misdrijf waarvan de identiteit onbekend is. Tot nu toe kon dat alleen bij een onbekende verdachte.