Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat regels een doolhof vormen voor de mantelzorger

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2911222

11 maart 2009

Geachte voorzitter,

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat regels een doolhof vormen voor de mantelzorger (2009Z01686/2080911800).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht “Regels vormen een doolhof voor de mantelzorger”?

Vraag 2

Is het waar dat mantelzorgers steeds vaker in een wirwar van regeltjes de weg kwijt raken in het zorgaanbod voor ouderen en chronisch zieken? Wat gaat u hiertegen ondernemen?

Antwoord 1 en 2

Veel mantelzorgers verlenen langdurig en intensief zorg aan een naaste. Volgens het SCP verlenen 2,6 miljoen mensen meer dan 8 uur per week en langer dan 3 maanden zorg aan een naaste. Het spreekt vanzelf dat ik het signaal in het artikel in de Volkskrant van 2 februari jl. erg serieus neem. Het vraagstuk van de regeldruk krijgt op dit moment veel aandacht. Ik verwijs u onder meer naar de brief hierover die ik op 18 november 2008 aan de Kamer heb gestuurd. Daarin wordt een aantal maatregelen genoemd die ertoe moeten leiden dat de regeldruk afneemt. Een goed voorbeeld hiervan is de website “regelhulp.nl”. Via deze site kunnen mensen hulp krijgen bij het vinden van de best bij hun situatie passende oplossing, wordt informatie verstrekt over de bestaande voorzieningen en regelingen en worden mensen geholpen bij de indicatiestelling. Een groot aantal gemeenten werkt hieraan mee. Verder leveren patiënten- gehandicapten- en ouderenorganisaties een bijdrage aan het verminderen van onduidelijkheid voor mantelzorgers. Zij ontvangen een instellingssubsidie die onder meer is bedoeld voor taken als lotgenotencontacten, voorlichting en belangenbehartiging. Tenslotte wijs ik erop dat in het kader van de Wmo informatieverstrekking aan de burger en de ondersteuning van cliënten een belangrijke functies zijn voor de gemeenten.

In de beleidsbrief “Voor elkaar” wordt aangegeven dat ik ten behoeve van de gemeenten basisfuncties ga formuleren voor de ondersteuning van mantelzorgers. Deze basisfuncties hebben tot doel gemeenten de helpende hand te bieden bij het ontwikkelen van beleid ten aanzien van de ondersteuning van mantelzorgers en de implementatie daarvan. Informatievoorziening is één van deze basisfuncties. Deze basisfunctie moet er aan bijdragen dat mantelzorgers beter de weg weten te vinden in de zorg. Binnenkort zullen de gemeenten (en de Kamer) hierover worden geïnformeerd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het oneerlijk is dat het Andreas Lucas Ziekenhuis een adviseur heeft aangetrokken voor het aanvragen van voorzieningen voor alleen allochtonen, terwijl veel autochtone mantelzorgers net zo goed de weg niet kunnen vinden in het woud van regeltjes, en dat dit dus een oneerlijke achterstelling van autochtonen is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, die mening deel ik niet. De zorgadviseur uit het artikel is betrokken bij een gezamenlijk project van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en Academisch Medisch Centrum, waarin honderd gezinnen met mantelzorgers begeleiding krijgen. Dit zijn gezinnen waarvan gebleken is dat zij vaak niet op de hoogte zijn van de toegang tot zorg en voorzieningen waarvoor zij in aanmerking komen. Het gaat hierbij niet specifiek om allochtone gezinnen, zoals u in uw vraag doet voorkomen. Deze gezinnen worden op de hoogte gebracht van de mogelijkheden voor rechtmatige zorg en worden geholpen bij de aanvraag van voorzieningen. Ik vind dit een goed initiatief van deze ziekenhuizen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de huisarts in deze casus een grotere rol kan spelen als het gaat om regelvoorlichting aan de patiënt?

Antwoord 4

Binnen de eerstelijnszorg speelt de huisarts een belangrijke rol. Ik nodig binnenkort voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging uit voor een overleg over de mogelijke rol van de huisarts ten aanzien van mantelzorgers.

Vraag 5

Wat is uw reactie op het voorbeeld van de mantelzorger die na veel gedoe een tegemoetkoming kreeg van 276,77 euro en tegelijkertijd een eigen bijdrage moest betalen van 276,67 euro en in werkelijkheid dus een dubbeltje kreeg? Hoeveel bureaucratie zit er achter 1 zo een casus?

Antwoord 5

Ik niet kan overzien wat er in deze concrete casus precies aan de hand is. Bij het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK spelen factoren als de aard en omvang van de benodigde zorg en het inkomen spelen een belangrijke rol.