Toespraak van staatssecretaris Jetta Klijnsma op de conferentie Werkende gezinnen op 9 maart 2009 in Rotterdam
Dames en heren,
Op uw programma stond aanvankelijk dat minister Donner hier vandaag zou spreken. Uit praktische overwegingen hebben we echter besloten onze roosters om te gooien en mag ik u nu iets vertellen over het belang van flexibilisering in arbeidspatronen. Ziet u meteen wat het voordeel is van flexibele roosters…
Dames en heren,
Het is goed om hier samen te praten over slimme manieren om werk en taken thuis te combineren. Ook nu het economisch tegenzit. In de crisis van de jaren dertig was dat wel anders. Zeventig jaar geleden hoorde u de minister van Sociale Zaken niet spreken over slimme manieren om het ouders mogelijk te maken mákkelijker en méér te werken. Integendeel. De minister van toen, Carl Romme, wilde de werkloosheid bestrijden door getrouwde vrouwen van de arbeidsmarkt te weren. “In voorbereiding zijn wettelijke regelingen tot beperking van den arbeid der gehuwde vrouw”, werd er aangekondigd in de Troonrede van 1937. Maar het kwam niet tot een arbeidsverbod voor getrouwde vrouwen in bedrijven; het vierde kabinet-Colijn viel voortijdig.
Het is misschien wel aardig om hier nog even te memoreren waarover het kabinet precies zeventig jaar geleden struikelde: de minister van Sociale Zaken wilde meer geld uittrekken voor het bestrijden van de werkloosheid dan de minister van Financiën (De Wilde) en de minister-president (Colijn) financieel verantwoord vonden. Zij vonden het beteugelen van het begrotingstekort belangrijker…
Het is goed om af en toe terug te blikken. Niet alleen om lessen uit het verleden te trekken, maar ook om te zien hoe we vooruit zijn gegaan. Tot ver in de jaren vijftig – van de vorige eeuw - werden vrouwen bij de overheid en in het onderwijs ontslagen op het moment dat ze trouwden. Het was gebruikelijk dat vrouwen tot hun huwelijk of de geboorte van hun eerste kind werkten en daarna voorgoed van de arbeidsmarkt verdwenen. Nu is het voor de meeste vrouwen broodgewoon om beroepsarbeid en moederschap te combineren. De keus is niet meer beperkt tot kinderen óf carrière; én-én kan ook.
Vrouwen hebben een enorme inhaalslag gemaakt op de arbeidsmarkt, maar we zijn er nog lang niet. We moeten ook voorkómen dat vrouwen weer op achterstand worden gezet nu het economisch ernstig tegenzit.
Het is logisch dat de aandacht zich nu vooral richt op de schrikbarende stijging van de werkloosheid die dit jaar en volgend jaar wordt verwacht, maar we moeten niet uit het oog verliezen dat we op langere termijn toch aan zullen lopen tegen een stijgende en structurele schaarste aan arbeidskrachten. Gewoon, omdat het aantal ouderen dat met pensioen gaat veel groter zal zijn dan het aantal jongeren dat klaarstaat om de vrijkomende plaatsen in te nemen. Dat betekent dat we uiteindelijk toch iedereen nodig zullen hebben. En niet alleen in het onderwijs en de zorg. Dat is ook reden voor het kabinet om te kiezen voor een beleid dat arbeidsparticipatie optimaal combineert met de zorg voor kinderen.
De overheid hééft al veel gedaan om gezinnen te ondersteunen bij het vinden van een goede balans tussen beroepsarbeid en gezinsleven. Daarbij hebben we het over tal van maatregelen op tal van terreinen. Van een betere en betaalbare kinderopvang tot een wettelijk recht op deeltijdwerk en het verdubbelen van het ouderschapsverlof naar 26 weken. Al deze maatregelen zijn van grote betekenis, maar het is de vraag of het allemaal voldoende is toegesneden op de toenemende vraag naar maatwerk.
Vandaag wordt hier onderzoek gepresenteerd waaruit blijkt wat werknemers graag willen om werk en privé beter te kunnen combineren. Ik mag de resultaten nog niet verklappen, maar kan u al wel vertellen dat flexibele arbeidstijden en meer mogelijkheden om thuis te werken torenhoog in de top-10 staan.
Er is niet één standaardwens. De één heeft behoefte aan arbeidstijden die aansluiten bij de schooltijden van de kinderen; een ánder wil een halve dag in de week thuis kunnen werken en wéér een ander wil een chef die niet zeurt dat het zo lastig is om met deeltijdwerkers te werken…
Al die praktische persoonlijke problemen kunnen we niet oplossen met één wet of één standaardregeling voor alle gezinnen. Optimale oplossingen moeten nou juist worden gevonden met maatwerk. Gericht op dat ene gezin, die ene werknemer, die ene werkgever. Het maken van afspraken om werk en zorg slimmer en soepeler te combineren, is in de allereerste plaats de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. Zij zijn primair verantwoordelijk voor meer flexibiliteit in de arbeidspatronen. Zij zijn het best in staat om afspraken te maken die het aansluiten bij hun situatie.
Met de beleidsverkenning over de modernisering van de regelingen voor verlof en arbeidstijden zijn we de dialoog gestart met de sociale partners en alle andere betrokkenen: Wat moeten we nog meer doen? Wat kunnen we verder verbeteren door aanpassing van arbeidstijden en arbeidsplaats én het stelsel van verlofregelingen?
Méér verlof is geen structurele oplossing. Structurele oplossingen worden geboden door kinderopvang in relatie met schooltijden, aanpassing van arbeidstijden en deeltijdarbeid.
Deeltijdarbeid is een belangrijk instrument om zorgtaken te combineren met werk. De brede beschikbaarheid en acceptatie van deeltijdarbeid is een beslissende factor voor de hoge arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland. Uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige week publiceerde, blijkt dat bijna zeven op de tien vrouwen met minderjarige kinderen een baan hebben; zes op de tien een deeltijdbaan. Veel van die vrouwen met een kleine deeltijdbaan zouden méér willen werken, en kunnen werken, als hun arbeidstijden beter zouden aansluiten bij hun zorgtaken en bij de schooltijden en schoolvakanties van hun kinderen.
De Taskforce Deeltijd Plus moet een aanzet geven voor een cultuurverandering binnen bedrijven, door werkgevers en werknemers meer bewust te maken van de mogelijkheden om een baan en taken thuis te combineren. Dat kan uiteindelijk leiden tot een verhoging van de arbeidsparticipatie, een doorstroming van vrouwen naar hogere functies en een vergroting van de mogelijkheden van gezinnen om zelf te kiezen hoe ze betaalde arbeid en taken thuis combineren.
Maar pas op, gezinsvriendelijk beleid levert niet alleen winst op voor werkende vrouwen en hun gezinnen. Het is méér dan een win-win-situatie, het is het kwadraat daarvan. Een win-win-win-win-situatie dus.
Het is in de eerste plaats in het belang van de werknemers die meer ruimte krijgen om werk en gezin te combineren. Door minder knellende arbeidstijden, en dus ook minder stress, zullen ze beter in hun vel zitten: thuis en op hun werk. Dat lijkt mij alleen maar gezond. Werkende ouders krijgen zo meer ruimte zich te ontplooien en economisch zelfstandig te zijn. Vrouwen met een kleine deeltijdbaan kunnen ook makkelijker méér uren gaan werken.
Het is in de tweede plaats in het belang van werkgevers. Die hebben baat bij werknemers die werk en privé-leven naar tevredenheid kunnen combineren. Dat lijkt mij positief voor de productiviteit. Het is ook in het belang van werkgevers om het arbeidspotentieel te vergroten.
Dan is het natuurlijk ook in het belang van de betrokken gezinnen als ouders de gewenste balans vinden tussen betaalde baan en taken thuis. In de praktijk zal het leven altijd wel druk en dynamisch blijven voor ouders met jonge kinderen, maar een slimmere aansluiting van arbeidsleven en gezinsleven kan meer rust en ruimte in gezinnen geven. Minister André Rouvoet sprak daar al warme woorden over.
En in de vierde plaats is het in het belang van de hele samenleving om het mensen makkelijker te maken naast hun zorgtaken te werken en te blijven werken. Om de basis van onze verzorgingsstaat te verbreden en te verstevigen is het noodzakelijk dat meer mensen meer werken. Het is sociaal en economisch ongewenst om talent onbenut te laten en mensen die willen en kunnen werken aan de kant te laten staan.
Dames en heren,
Het is goed om hier vandaag te zien, en te horen, dat kabinet, werkgevers en werknemers zich eensgezind en enthousiast inzetten voor het slimmer combineren van betaalde arbeid en taken thuis. De minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zullen werknemers daarbij steunen en werkgevers daarbij stimuleren, maar het is uiteindelijk vooral eigen verantwoordelijkheid en eigen keus. In het gezin en op de werkvloer.
Uit onderzoeken die hier straks worden gepresenteerd, blijkt dat het niet schort aan de bereidheid van werkgevers om mee te werken, en dat werknemers best snappen dat er grenzen zijn aan het flexibele werken. De wederzijdse wil om oplossingen voor praktische problemen te zoeken is er dus. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat we er samen uit zullen komen. Zonder de kosten voor de werkgever te vergroten of de bescherming voor de werknemer te verkleinen.
Met deze conferentie zetten we weer een stap vooruit, door samen te denken en samen te werken aan slimme manieren om werk en zorg te combineren.
Ik wens u, ook namens minister Donner, een leuke en vooral leerzame middag toe en hoop dat u allemaal op tijd thuis bent voor uw taken daar…