Theaters populairste bestemming Cultuurkaart
De Cultuurkaart, de culturele creditkaart voor het voorgezet onderwijs, heeft de culturele sector inmiddels een miljoen euro opgeleverd. Bijna 30% daarvan kwam terecht in de theatersector.
De Cultuurkaart werd in november 2008 door CJP geïntroduceerd in opdracht van het ministerie van OCW en is verspreid onder alle 940.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Aan iedere Cultuurkaart is een bedrag gekoppeld van euro 15,-. Daarnaast stelt het VSBfonds per CKV-leerling euro 10,- extra ter beschikking. Het Cultuurkaartbudget komt daarmee op bijna 16 miljoen per jaar.
Uit de eerste bestedingscijfers blijkt dat de theaters het meest profiteren van de komst van de Cultuurkaart. In dit segment werd 28% van het geld besteed. Andere populaire sectoren zijn de bioscopen met 12,5% en musea met 8% van de bestedingen. Ook regionale culturele steunpunten, die een schakel vormen tussen vraag vanuit het onderwijs en het cultureel aanbod, doen het goed. Zij ontvingen tot nu toe 11% van het beschikbaar budget.
Leerlingen en docenten kunnen met de Cultuurkaart betalen bij de pinterminals of via de Cultuurkaart website bij een van de 1800 aangesloten culturele instellingen. 15% van de leerlingen beslist zelf waar zij het geld van de Cultuurkaart aan uitgeven. Bij de overige leerlingen wordt het Cultuurkaart-tegoed gebruikt om culturele activiteiten met de klas te ondernemen. Ook als leerlingen zelf beslissen waar zij naar toe gaan met hun Cultuurkaart is het theater favoriet.