Antwoorden op kamervragen van Wolbert over de ontoereikendheid van het Volledig Pakket Thuis (VPT)
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-2913199
9 maart 2009
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over de ontoereikendheid van het Volledig Pakket Thuis (VPT) (2009Z02440 / 2080913200).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving dat het Volledig Pakket Thuis te laag is voor cliënten die extramurale zorg nodig hebben? 1)
Antwoord 1
Ja, de berichtgeving in Zorgvisie heb ik gezien.
Vraag 2
Kent u het onderzoek van PricewaterhousCoopers (PwC), waaruit blijkt dat het VPT oplossingen biedt als er aan drie voorwaarden wordt voldaan. Voldoen cliënten die extramuraal wonen aan deze voorwaarden?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het haast onmogelijk is aan deze voorwaarden te voldoen, aangezien cliënten vaak verspreid wonen? In hoeverre is het VPT dan toereikend?
Antwoord 2 en 3
Ja, dat onderzoek is mij bekend. PwC heeft bezien of het Volledig Pakket Thuis (VPT) een oplossing kan bieden voor de financiële problemen van zogenaamde woonzorgcentra. PWC heeft vier instellingen ‘doorgelicht’ die zijn opgezet vanuit het scheiden wonen en zorg principe. Het betreft een beperkt onderzoek waaruit geen algemene conclusies kunnen worden afgeleid. De conclusie van PwC is dat het VPT voor deze vier woonzorgcentra gedeeltelijk een oplossing kan bieden voor hun tekorten (zie ook antwoord op vraag 4). Ik ga nog met de instellingen, het LOC en ActiZ in gesprek om hun reacties op dit onderzoek te vernemen.
De drie voorwaarden waaraan u in uw vraag refereert, zijn naar ik aanneem, dat het VPT een geclusterde setting, een intramuraal tarief voor huishoudelijke diensten en een intramuraal bedrijfsmodel veronderstelt. Mijn beleid gaat uit, zoals eerder uiteengezet (o.a. in de brieven over de zorgzwaartebekostiging, DLZ/CB-U-2939148 d.d 14 april, VWS-08-28 (niet geplaatst), van gelijke monniken, gelijke kappen. Oftewel datgene wat iemand met een verblijfsindicatie kost in een intramurale setting, is zonder de wooncomponent, ook beschikbaar als iemand met dezelfde zorgvraag besluit zelfstandig te blijven wonen.
Vraag 4
Kunnen instellingen die innovatief bezig zijn geweest en volledig zijn geextramuraliseerd, hun werk niet meer goed uitvoeren omdat het concept van VPT niet toereikend is?
Antwoord 4
Op basis van het onderzoek van PwC kan niet geconcludeerd worden dat het concept van VPT niet toereikend is. Uit de berekening van PwC blijkt dat de onderzochte instellingen voor het deel van hun populatie dat voor een VPT in aanmerking komt een ruimere vergoeding gaan ontvangen. Dit lost echter het tekort bij de populatie die niet voor een VPT in aanmerking komt, niet op. De tekorten daar worden vooral veroorzaakt doordat de instellingen ook aan die groep een (ruim) welzijnsaanbod aanbieden en doordat ze maaltijden leveren onder de kostprijs. Voor het oplossen van deze tekorten ligt de verantwoordelijkheid primair bij de instellingen zelf. Wel ga ik in overleg met andere partijen om te bezien of de regelingen die er zijn om zelfstandig wonende kwetsbare ouderen van zorg en diensten te voorzien, voldoende worden benut.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze berichtgeving over het VPT een remmend effect kan hebben op verdere extramuralisering, en bijvoorbeeld op het scheiden van wonen en zorg?
Antwoord 5
Het signaal is mij bekend. Mensen die in aanmerking komen voor een VPT zijn aangewezen op verblijf in een instelling omdat de zorg geboden moet worden in een beschermende omgeving, een therapeutisch leefklimaat en/of een omgeving waar permanent toezicht is. Dit is ook te realiseren op basis van scheiden van wonen en zorg. Het VPT maakt het dus mogelijk dat integrale zorg ook zonder de ‘stenen’ kan worden geleverd en bekostigd. Het bedrag dat de zorginstelling ontvangt voor zorg en diensten voor cliënten met een verblijfsindicatie is intra- en extramuraal hetzelfde. Dit beoogt intramurale instellingen te prikkelen om te extramuraliseren en de ‘stenen’ over te laten aan woningcorporaties en andere aanbieders van wonen.
1) Zorgvisie, 11 februari 2009: “PwC: Tarief thuis wonen is te laag”