Onderzoek naar de mogelijkheid van een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-operatie Allied Protector ter bestrijding van piraterij voor de kust van Somalië

Ondertekenaars: Minister van Buitenlandse Zaken, minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Gelet op artikel 100 van de Grondwet en in overeenstemming met het Toetsingskader 2001, delen wij u het volgende mede.

Op 25 februari jl. besloot de Noord-Atlantische Raad tot de inzet van een van de staande NAVO-vlootverbanden, de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1), gedurende ongeveer veertig dagen ten behoeve van piraterijbestrijding voor de kust van Somalië. Deze operatie, Allied Protector genaamd, zal een deel van de oefeningen en havenbezoeken in Azië vervangen die van medio maart tot medio juli 2009 voor het vlootverband stonden gepland.

Deelname van het Nederlandse fregat Hr.Ms. De Zeven Provinciën aan de havenbezoeken en oefeningen van SNMG1 in Azië was reeds voorzien. De regering onderzoekt nu de mogelijkheid en wenselijkheid om het fregat tijdens het Azië-programma van SNMG1 ook in te zetten voor de operatie Allied Protector.

Zodra het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zullen wij u nader informeren.

DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

drs. M.J.M. Verhagen

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

E. van Middelkoop

DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

drs. A.G. Koenders