Kamervragen over investeringen door banken in de productie van verboden wapens
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk: FM/2009/247 U
Uw brief (kenmerk): 2009Z01604/2080911530
Betreft: Kamervragen over investeringen van banken in verboden wapens
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op vragen van de leden Van Velzen en Irrgang (beiden SP), ingezonden op 30 januari 2009, aan de Minister van Financiën over investeringen van banken in verboden wapens, kenmerk 2009Z01604/2080911530
de Minister van Financiën,
Wouter Bos
Antwoorden van de Minister van Financiën op de vragen van de leden Van Velzen en Irrgang (beiden SP) aan de minister van Financiën over investeringen van banken in verboden wapens, kenmerk 2009Z01604 / 2080911530 (ingezonden 30 januari 2009)
Vraag 1
Herinnert u zich uw uitspraken 1) waarin u aangeeft dat u er aan hecht, wat betreft de Nederlandse situatie, dat private partijen (banken) hun verantwoordelijkheid nemen, zodat de financiering van de productie van anti-personeelsmijnen niet langer voorkomt? Geldt deze uitspraak ook voor de financiering van de productie van clustermunitie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 1
Ja. Hetgeen in de door de leden aangehaalde uitspraak is opgemerkt ten aanzien van de financiering van de productie van antipersoneelsmijnen geldt in beginsel ook voor de financiering van de productie van clustermunitie. Daarbij dient de kanttekening te worden geplaatst dat de in artikel 1 van het Verdrag inzake Clustermunitie opgenomen verbodsbepaling over - kort en goed - de productie van clustermunitie, die in belangrijke mate overeenkomt met de in de Ottawa Conventie opgenomen verbodsbepaling over de productie van antipersoneelsmijnen, zich richt tot Staten die partij zijn bij dat verdrag en niet tot private partijen die hun zetel hebben in een van de Partijstaten.
Vraag 2
Herinnert u zich uw uitspraak 2) dat u 'in zekere zin een bankier bent geworden het laatste jaar'? Gaat u, als 'in zekere zin' bankier, het morele appel dat u als minister van Financiën deed, serieus nemen? Vindt u dat overheidscommissarissen zich zouden moeten inspannen om te bewerkstelligen dat banken waarin de Nederlandse staat door participatie zeggenschap heeft hun prestaties op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen gaan verbeteren, om te beginnen door elke vorm van investeringen in verboden landmijnen en clustermunitie stop te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2
Het kabinet juicht het toe als ondernemingen een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en uitdragen. Ik heb in uw Kamer eerder aangegeven dat dat ook voor staatsdeelnemingen - en daarmee ook voor de banken Fortis, ABN AMRO, BNG en NWB - geldt. Op welke wijze die verantwoordelijkheid wordt ingevuld, is in de eerste plaats aan de onderneming zelf. Over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij staatsdeelnemingen zal de Tweede Kamer zoals eerder toegezegd op korte termijn een nota ontvangen.
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat ING, ABN Amro en Fortis voornamelijk matig, onvoldoende of slecht scoren als het gaat om hun beleid op vlak van klimaatverandering, mensenrechten, arbeidsrechten, wapens, giftige stoffen en gezondheid, biodiversiteit, belastingen en corruptie, transparantie en verantwoording? 3) Deelt u de mening dat juist die banken duurzaam en maatschappelijk verantwoord zouden moeten ondernemen? Gaat u, zoals u in genoemde videoboodschap stelde, 'de leiding van die banken verantwoordelijk houden voor het feit dat ook zij geacht worden op een verantwoordelijke manier om te gaan met de middelen die zij ter beschikking hebben gekregen (..) en de activiteiten die zij ontplooien'? Wat betekent dat in concreto? Vindt u dat overheidscommissarissen de leiding van dergelijke banken verantwoordelijk moeten stellen?
Antwoord vraag 3
De huidige kredietcrisis maakt duidelijk dat de financiële sector aan de vooravond van ingrijpende veranderingen staat. Ik ben daar in de videoboodschap op ingegaan. Duidelijk is ook dat de veranderingen meer behelzen dan iets meer of minder regelgeving of iets meer of minder toezicht. Banken moeten hun maatschappelijke positie nadrukkelijk betrekken bij hun strategie. Dat verwacht ik van alle banken, ongeacht hun aandeelhoudersbestand.
De genoemde scores kan ik niet beoordelen, maar over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij staatsdeelnemingen zal de Tweede Kamer op korte termijn een nota ontvangen. Transparantie zal daarbij een speerpunt zijn.
Vraag 4
Deelt u de mening dat u meer kunt doen dan 'de leiding van een bank verantwoordelijk houden' maar dat u daadwerkelijk eisen kunt stellen aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen van deze drie banken? Zo ja, welke stappen gaat u daarvoor treffen? Zo nee, waarom bent u op deze onderwerpen daar niet toe bereid, terwijl u wel bij de tweede hulpoperatie voor ING als voorwaarde hebt gesteld dat PIN ook op de EMV-chip wordt gezet? Toont u daarmee niet juist aan dat u zich wel degelijk met inhoudelijke keuzes van deze banken kunt en wilt bemoeien?
Antwoord vraag 4
Maatschappelijk verantwoord ondernemen kan worden omschreven als dat wat een onderneming méér wil doen dan wet- en regelgeving vereisen. Vanuit dat perspectief is het niet logisch dat een overheid, die zelf wet- en regelgeving maakt, concrete invulling geeft aan maatschappelijk verantwoord ondernemen bij een onderneming.
Ik heb overigens aan de back-up faciliteit niet de voorwaarde gesteld dat ING het betalingssysteem PIN zal blijven voeren: ING heeft zich hiertoe - op eigen initiatief - gecommitteerd.
Vraag 5
Welke investeringen/beleggingen/financiële bemoeienis hebben de drie banken als het gaat om het investeren in de productie van verboden landmijnen? Vindt u dat de banken waar de staat zeggenschap over heeft, niet meer moeten investeren in de productie van verboden landmijnen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Welke investeringen/beleggingen/financiële bemoeienis hebben de drie banken als het gaat om het investeren in de productie van clustermunitie die onder het Verdrag van Oslo verboden zullen worden verboden? Bent u bereid u in te zetten dat de banken waar de staat zeggenschap over heeft, niet meer investeren in de productie van clustermunitie die onder het Verdrag van Oslo verboden zullen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5 en 6
Ik ben mij niet bewust van investeringen in de productie van landmijnen of clustermunitie. Het Verdrag inzake Clustermunitie en de Ottawa Conventie verplichten Nederlandse private partijen niet tot een verbod op investeringen.
Het kabinet hecht er echter aan private partijen de gelegenheid te geven hun verantwoordelijkheid te nemen, zodat de financiering van de productie van antipersoneelsmijnen en clustermunitie niet langer voorkomt. Transparantie over het beleggingsbeleid is hiertoe van groot belang.
Vraag 7
Vindt u het acceptabel dat ING haar uitzonderingsclausule 4) voor de financiering van controversiële wapens en munitie nog steeds niet heeft gewijzigd? Deelt u de mening dat deze uitzonderingsclausule tegenstrijdig is met het kabinetsbeleid ten aanzien van clustermunitie, met name gelet op het feit dat de regering in december het nieuwe verdrag over de uitbanning van clustermunitie heeft getekend? Bent u bereid er bij ING op aan te dringen om het beleid omtrent de financiering van wapen- en munitieproductie en de uitzonderingsclausule van ING hierop aan te scherpen? Zo ja, wat is daarvoor uw stappenplan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 7
Bij de defensie-industrie zijn zeer veel bedrijven betrokken. In bepaalde civiele sectoren, zoals de luchtvaart, leveren de meeste bedrijven in enige vorm een bijdrage aan de defensie-industrie. Het is niet wenselijk of realistisch deze bedrijven uit te sluiten van bancaire diensten.
ING stelt overigens uitdrukkelijk geen controversiële wapens te financieren.
1) Brief ministerie van Financiën d.d. 10 september 2008
( verkenning-verbod-op-investeringen-in-antipersoneelsmijnen)
2) http://www.eerlijkebankwijzer.nl/actueel/nieuws/view/87
3) http://www.eerlijkebankwijzer.nl/wat-kunt-u-doen/vergelijk-uw-bank/overzicht
4) http://www.ing.com/group/showdoc.jsp?docid=350071_NL%20%20&menopt=CRE|pol|inv
ING beschrijft hierin dat het geen bedrijven wil financieren die controversiële wapens produceren, maar dat het "een uitzondering maakt voor bedrijven die slechts in beperkte mate betrokken zijn bij controversiële wapens"