Financieel toezicht voor Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten
De landsbegroting van het Land Antillen en de begrotingen van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten komen in de overgangsperiode tot de opheffing van het Land Antillen en het ingaan van nieuwe staatkundige verhoudingen onder financieel toezicht. Dat staat in het besluit tijdelijk financieel toezicht waarmee de Rijksministerraad op voorstel van staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens minister Bos van Financiën, heeft ingestemd. De Staten van de Nederlandse Antillen en de eilandsraad van Curaçao hebben met de toezichtsmaatregel ingestemd. De eilandsraad van Sint Maarten zal er komende week over spreken.
Het financieel toezicht moet waarborgen dat de begrotingen binnen afgesproken grenzen in evenwicht zijn en dat het totaal aan geldleningen niet boven een afgesproken limiet uitkomt. Voor Nederland is het financieel toezicht, zowel in de overgangsperiode als binnen de nieuwe staatkundige structuur, één van de voorwaarden om de staatkundige verhoudingen te laten ingaan. Ook is het een specifieke voorwaarde om een start te maken met de sanering van de schulden van de Nederlandse Antillen. Sinds eind vorig jaar is er al financieel toezicht op de drie andere eilanden die nu nog deel uitmaken van de Nederlandse Antillen: Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het College financieel toezicht dat dit toezicht uitoefent, zal dit eveneens voor de landsbegroting en de begrotingen van Curaçao en Sint Maarten gaan verzorgen.
Het besluit wordt zo spoedig mogelijk in het staatsblad gepubliceerd en zal naar verwachting in november van kracht kunnen zijn.