Huizinga behandelt komende maanden zeventien aanvragen voor windturbinepark op zee
Nog voor de zomer behandelt staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat zeventien volledige aanvragen voor het bouwen van een windturbinepark op de Noordzee. Initiatiefnemers hadden tot 1 maart 2009 de mogelijkheid om een volledige aanvraag en milieueffectrapportage in te dienen. Dit is de eerste stap voor het verkrijgen van een vergunning voor de bouw van een windturbinepark op zee.
Twee van deze zeventien aanvragen hebben inmiddels geleid tot ontwerpvergunningen. Dit zijn de aanvragen voor de parken ‘West Rijn’ en ‘Breeveertien II’ van initiatiefnemer Airtricity. Over de overige vijftien volledige aanvragen neemt de staatssecretaris voor de zomer het ontwerpbesluit waarna de inspraakprocedure start. Alle zeventien definitieve besluiten worden voor 1 november 2009 genomen.
Bij de beoordeling van de aanvragen staat Verkeer en Waterstaat een veilig, doelmatig en rendabel gebruik van de Noordzee voor ogen. Ecologie, scheepvaartveiligheid en luchtvaartveiligheid vormen de belangrijkste peilers in de beoordeling. De bedrijven die een vergunning verkrijgen kunnen meedoen aan de tenderprocedure voor de SDE subsidie van 450 Megawatt van het ministerie van Economische Zaken. Uiterlijk april 2010 wordt duidelijk welke van de vergunde windturbineparken de subsidie verkrijgen.
Voor de periode na 2010 werkt het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de ministeries van EZ, VROM en LNV het lange termijn ontwikkelperspectief voor de Noordzee verder uit zoals dat is vastgelegd in het Nationaal Waterplan. Onderdeel hiervan is het aanwijzen van gebieden op de Noordzee waar windturbineparken kunnen worden gebouwd. De vergunningaanvraag voor een windturbinepark zal dan gecoördineerd worden behandeld met de subsidieaanvraag. Hierdoor zullen de vergunning- en subsidieprocedures voor windturbineparken op de Noordzee efficiënter verlopen. Voor 2020 streeft de overheid naar 6000 MW aan windenergie op de Noordzee.