Persconferentie na de ministerraad van 20 februari 2009
Minister-president Balkenende gaat in de wekelijkse persconferentie in op de besluitvorming van de ministerraad. Aan de orde komen de economische crisis en de bijeenkomst van de Europese G20-landen op 22 februari in Berlijn.
Minister-president Balkenende:
Goedemiddag, we hebben vandaag de nodige zaken met elkaar besproken. Laat ik een enkel punt hier naar voren brengen. Uiteraard in het verlengde van het debat van deze week en wat zich daarvoor allemaal heeft afgespeeld, ik denk aan de cijfers van het Centraal Planbureau, hebben we natuurlijk tijdens de ministerraad gesproken over wat ons te doen staat. We hebben teruggeblikt naar de CPB-cijfers, de rapportages van de CEC en de werkgroep-Gerritsen en uiteraard ook de werkgroep van de medeoverheden. Ook dat laatste is interessant omdat dat voortvloeit uit het overleg dat we hebben gehad met de vertegenwoordigers van de VNG en IPO om te kijken hoe ook de medeoverheden kunnen bijdragen aan het vinden van oplossingen. Dit heeft geleid tot een rapportage. Op basis van alles wat er nu voorligt wordt er gewerkt aan de conclusie die we gaan trekken. In het debat is ook naar voren gekomen dat dat medio maart zal zijn. Er liggen veel voorstellen op tafel en daar gaan we nu mee aan de slag.
Het is vandaag ook nog in de ministerraad aan de orde geweest, de opgave is complex. Het gaat om meer dan alleen de rijksoverheid. Ik noemde zo even al ook het werk van de medeoverheden. En niet minder belangrijk is de rol van de sociale partners. Als we de juiste dingen doen dan is het perspectief dat Nederland ook deze crisis aankan en dat we juist dan ook weer kunnen aanhaken bij de wereldeconomie als een en ander weer in een beter perspectief komt te staan. Als de economie mondiaal aantrekt. Vandaag hebben we een eerste ronde gehad in de ministerraad en er is flink wat huiswerk. We werken toe naar een besluitvorming medio maart.
Ook internationaal zijn we druk bezig om stil te staan bij de crisis en de aanpak ervan. Zoals u weet ga ik komende zondag naar Berlijn om daar te spreken met de deelnemers vanuit Europa aan de bijeenkomst in Londen op 2 april. Een week later hebben we een ingelaste extra Europese Raad in Brussel. Daar zullen we opnieuw stilstaan bij de internationale dimensie van een en ander. Je ziet natuurlijk: de crisis is wereldwijd. Dat betekent ook een internationale strategie. Een grote uitdaging - zeker voor een open economie als de onze - is het om te zorgen dat juist de wereldhandel weer op gang komt. Dat is op dit moment een van de grote oorzaken waarom het slechter gaat met de Nederlandse economie. U kent ook de cijfers. Het is van groot belang dat hier een keer in komt.
Het is natuurlijk zo dat landen vaak kijken naar het eigen belang. Juist ook het op gang brengen van de wereldhandel is een belangrijk iets. Dat zal ook aan de orde komen in Londen als we daar de internationale bijeenkomst hebben. Internationale coördinatie is nodig om enerzijds te zorgen dat de maatregelen elkaar versterken en tegelijkertijd om te voorkomen dat er protectionisme is. Wat we op het ogenblik niet kunnen hebben is protectionisme. Dat protectionisme pakt uiteindelijk contraproductief uit voor iedereen. Daarom is het noodzakelijk om met elkaar aan tafel te zitten.
Ik heb vele internationale contacten, bijvoorbeeld gisteren heb ik nog gesproken met mijn Australische collega, Kevin Rudd. We hebben het gehad over de hervormingsvoorstellen op het gebied van het IMF. We hebben het ook gehad over het samenwerken tussen landen ten aanzien van de economische crisis in de financiële sector. We hebben ook afgesproken om samen op te trekken in de richting van de bijeenkomst in Londen begin april.
Kortom, het zijn heel intensieve weken, nationaal en internationaal. Er staat veel op het spel en daar zijn we dus ook druk mee aan de slag. Dat is ook iets wat vandaag in de ministerraad in alle duidelijkheid naar voren is gekomen. Dit even wat betreft de gesprekken van vandaag en ik kijk maar eens naar u of er nog vragen zijn.