Een weg met schuilplaatsen
"De Gedekte Gemeeschapsweg is weer begaanbaar. Het is weer die verbindende schakel tussen Fort Honswijk, Lunet aan de Snel en de Korte Uitweg." Dit zei minister Verburg bij de opening van de Gedekte Gemeeschapsweg, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), G. Verburg, bij de opening van de Gedekte Gemeenschapsweg, 19 februari 2009.
Dames en heren,
Het terreplein, de remise, een gebastioneerd aardwerk met torenfort, een contrescarp-galerij en sinds vandaag, de Gedekte Gemeenschapsweg.
Het zijn woorden, delen van zinnen, die je honderden jaren terugvoeren. Naar de tijd van koning Willen I en II. Naar de tijd van musketten en bajonetten. Naar de tijd dat het ijzeren beslag van het karrenwiel kletterde op de keitjesweg.
Dames en heren,
Het is de wereld van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dat trotse verdedigingswerk van dijken, sluizen en waterkeringen dat zich uitstrekte van Pampus bij Muiden tot aan de Brabantse Biesbosch in het Zuiden. En dat zo perfect in het landschap werd ingepast dat het ongestoord kon uitgroeien tot wonderschone stukjes Nederland.
En die wonderschone stukjes Nederland, dames en heren, worden nu één voor één - vaak van onder het mos en de brandnetels vandaan gehaald - zorgvuldig opgepoetst en voor het publiek zichtbaar gemaakt. Letterlijk zichtbaar gemaakt. Wat me overigens voor de Gedekte Gemeenschapsweg geen eenvoudige klus lijkt, want de bedoeling van die weg was nu juist om onzichtbaar te blijven.
Toch is het u gelukt deze weg weer begaanbaar te maken. Het is weer die verbindende schakel tussen Fort Honswijk, Lunet aan de Snel en de Korte Uitweg. En wat ook zo mooi is, is dat niet alleen de Gedekte weg, maar ook de ernaast gelegen wal is gerestaureerd en het inundatiekanaal is uitgediept.
Ik wil u dan ook echt een compliment maken. De weg die er nu ligt, met zijn schuilplaatsen en de geschutsemplacementen, heeft zijn oorspronkelijke militaire profiel weer teruggekregen. Met daaraan toegevoegd zijn een aantal hedendaagse elementen: de steiger, de trap, de uitsnede in de wal, waardoor iedereen nu ook het weidse landschap kan bewonderen. En door het uitbaggeren van het inundatiekanaal is het nu ook mogelijk om kanotochten te maken, zeker als dit jaar - zoals gepland - ook de bruggen nog worden verhoogd.
Dames en heren,
Ik overdrijf dan ook niet door te zeggen dat we vandaag de wedergeboorte meemaken van de Gedekte Gemeenschapsweg. En als later ook de forten Honswijk en Everdingen voor het publiek worden opgesteld, dan zal dit hele gebied aan een tweede jeugd beginnen:
- In economisch opzicht, omdat ik me kan voorstellen dat de forten bijvoorbeeld onderdak gaan bieden aan bedrijven en ondernemers.
- Maar ook in ecologisch opzicht: Door de Waterlinie, waar de forten en de Gedekte weg onderdeel van uitmaken, ontstaat er aan de buitengrens van de Randstad een kilometers brede en tientallen kilometers lange strook natuur- en cultuurlandschap dat niet alleen uitnodigt om te recreëren, maar dat door zijn sloten, kanalen en sluizen bovendien bijdraagt aan het waterbeheer in Nederland.
Dat laatste is het nog niet zover. U heeft - met de restauratie van de Gedekte Gemeenschapsweg - de eerste stap gezet. En hopelijk zullen er - met de in totaal 35 miljoen euro die ik ter beschikking heb gesteld voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie - snel nog vele volgen. Hier in de buurt, denk aan Rijnauwen-Vechten en Lingekwartier/Diefdijk. En een twintigtal projecten wat verder weg van hier.
Tot zover het wenkend perspectief dat ons blij en gelukkig maakt. Maar er is ook iets wat me zorgen baart. De afspraken daarover zijn vastgelegd en het geld is gereserveerd. Waar ik me wel zorgen over maak, zijn de begerige ogen die op het Hollandse Waterlinie-landschap worden geworpen. Ik bedoel daarmee dat tot voor kort het Hollandse waterlinielandschap zich volkomen ongestoord en afgeschermd van de rest van Nederland kon ontwikkelen. Want iedereen wist: van dat landschap, van die terreinen blijf je af. Die beschermde status - onder de vleugels van het ministerie van Defensie - is nu niet meer. En het lijkt wel of er meteen plannen worden gemaakt om die kostbare kilometers groen om te zetten in bouwgrond. Of in asfalt.
Zo zijn er plannen voor een tweede snelwegring bij Utrecht, die door de landgoederen Oostbroek, en Amelisweerd en Rhijnauwen zou lopen. Nu zitten we in een periode van economische teruggang. Verkeersinfarcten rond onze grote steden zijn dus wel het laatste wat we kunnen gebruiken. Die moeten we proberen op te lossen. Dat stimuleert de economie en de werkgelegenheid. Maar tot welke prijs?
Leg je een weg aan door de gebieden die ik noemde, dan is de prijs heel hoog:
- je doorsnijdt de Ecologische Hoofdstructuur, het stelsel van aaneengesloten natuurgebieden dat we in Nederland aan het realiseren zijn;
- je doorsnijdt het Nationale Landschap Hollandse Waterlinie;
- én je tast een stuk groen bij de stad Utrecht aan, waar vele tienduizenden inwoners van Utrecht en omliggende gemeenten wekelijks van genieten, terwijl het kabinet zich heeft voorgenomen duizenden hectaren groen om de steden aan te leggen.
Die weg zo aanleggen gaat dus ten koste van natuur, landschap en recreatie. En laat ik nu voor al die drie onderwerpen als minister verantwoordelijk zijn!
Betekent het feit dat ik dit hier zeg nu dat de aktievoerders die al tegen de weg in het geweer zijn gekomen een spandoek kunnen maken met de tekst: "Gerda Verburg is óók tegen?" Nee. En ik bezwijk ook niet voor de verleiding - al is die is best groot, hoor - om me achter de commentator van het dagblad Trouw te scharen. Die schreef dat we in Nederland moeten afspreken dat we door natuurgebieden gewoon geen wegen meer aanleggen, en daarmee basta.
Maar de natuur heilig verklaren en bij voorbaat en voor altijd belangrijker dan welk ander maatschappelijk belang ook, dat kan natuurlijk niet.
Wat we wel moeten doen, wat ik als verantwoordelijk politicus en bestuurder moet doen, is de vele conflicterende belangen met heel veel ambities in ons kleine en dichtbevolkte land zorgvuldig tegen elkaar afwegen. En de belangen van natuur, landschap en recreatie moeten in dit geval naar mijn mening zeer zwaar tellen. Daarom ben ik er al over in gesprek met mijn collega Eurlings van Verkeer en Waterstaat.
Datzelfde verhaal geldt eigenlijk ook voor het Randstad-urgent project Duurzaam Bouwen. Rondom Utrecht moeten meer dan 65.000 woningen worden gebouwd om de bevolkingsaanwas op te vangen.
Gelukkig wordt geprobeerd om deze nieuwe woningen binnen de stadsgrenzen van met name Utrecht en Almere te bouwen. Ik hoop dan ook zeer dat dit lukt. Zoniet, dan vrees ik echt dat de druk op de omringende gemeenten zal toenemen om ook wat woningen te bouwen op hun - meestal - groene grondgebied. En dat vind ik geen wenkend perspectief.
Een idee, dames en heren, is natuurlijk om de vestingwerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie weer te betrekken om zo stelling te nemen tegen het oprukkende asfalt en beton. Maar beter is het waarschijnlijk om met alle betrokkenen om tafel te gaan zitten om te blijven proberen om met creativitiet, overtuiging en vasthoudendheid de kenmerken en waarden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te behouden voor het nageslacht.
Dames en heren,
Midden tussen de verdedigingslinies en vestigingswerken, worden we behoorlijk strijdlustig. Maar we hebben hier ook wel wat om voor te vechten. Dit gaat niet alleen om ons historisch besef, om regionale identiteit en om ons cultureel erfgoed. Het gaat ook om groene longen voor de Randstad, om meer en beter toegankelijk groen rondom de steden en om het werken aan een klimaatbestendig Nederland.
Dus, dames en heren, blijf waakzaam, actief, overtuigend en creatief. Ik open zometeen de gedekte gemeenschapsweg met een harde knal. Laat dat voor u en ons allen meteen ook het startsein zijn om met hernieuwde energie de strijd aan te gaan om dit prachtige Hollandse Waterlinie-landschap in stand te houden.