Antwoorden op kamervragen van Leijten over het mantelzorgcompliment

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2908146

16 februari 2009

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het mantelzorgcompliment (2009Z00714/208010040).

Vraag 1

Is het waar dat verwanten van mensen die uit voorzorg een indicatie met verblijf aanvragen, maar nog wel thuis wonen (heel vaak met inzet van de mantelzorger), niet meer in aanmerking komen voor het mantelzorgcompliment?

Vraag 2

Is het waar dat het voor de mantelzorgers van de 75.000 mensen die op de wachtlijst staan voor een verzorgings- of verpleeghuis met een indicatie verblijf onmogelijk is om in aanmerking te komen voor het mantelzorgcompliment? Zo ja, vindt u dit een rechtvaardige situatie? Zo nee, wat gaat u doen om dit te veranderen?

Antwoord 1 en 2

In de huidige regeling wordt aangegeven dat mensen in aanmerking kunnen komen voor een mantelzorgcompliment als zij iemand verzorgen met een indicatie voor extramurale AWBZ-zorg; deze indicatie moet ten minste zes maanden geldig zijn en na 1 april 2007 zijn afgegeven. Wanneer deze zorgvragers een indicatie met verblijf ontvangen, kunnen zij (in de huidige maar ook niet in de nieuwe regeling) niemand voordragen voor een mantelzorgcompliment.

Ik voeg daar aan toe dat het bij de afgifte van de indicatie met verblijf niet altijd duidelijk is hoe lang iemand op de wachtlijst staat voordat opname in een verpleeg- of verzorgingshuis plaatsvindt. Het streven is erop gericht de periode dat iemand op de wachtlijst staat zo kort mogelijk te houden. Het is goed mogelijk dat dit geschiedt binnen de periode van 6 maanden.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de papieren werkelijkheid van een indicatie misleidend kan zijn voor de Sociale Verzekeringsbank, die het oordeel velt over de aanvraag? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken of een aanvraag –ondersteund door zorgprofessionals- niet een minder bureaucratisch en schematische wijze kan zijn voor het toekennen van het compliment?

Antwoord 3

Ik heb geen aanleiding te veronderstellen dat de SVB wordt “misleid” door informatie die door de bureaus jeugdzorg of het CIZ wordt aangereikt. De regeling wordt qua uitvoering verder vereenvoudigd.